H5 Spelling Lastige leestekens

Nederlands
H5
Lastige Leestekens

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
H5
Lastige Leestekens

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Start H5 Spelling
  • Herhaling leestekens: nadruk op lastige leestekens
  • Opdrachten maken
  • Extra uitleg/vragen beantwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Spelling H5
Leerdoel van deze les: 
  • Ik weet hoe ik komma's, dubbele punten, aanhalingstekens en puntkomma's moet gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide


Wat is geen leesteken?
A
punt
B
vraagteken
C
hoofdletter
D
uitroepteken

Slide 4 - Quizvraag

Spelling H5 - lastige leestekens
Leestekens helpen bij het lezen van een tekst. Wanneer gebruik je leestekens?

Komma: geeft een rust in de zin aan.
  • voor of na een aanspreking: Maud, wil je mij de boter aangeven?
  • tussen de delen van een opsomming: Morgen ga ik fietsen, wandelen en zwemmen.
  • tussen twee persoonsvormen: Omdat de kraan al een tijdje lekt, heb ik de loodgieter gebeld.
  • tussen de hoofdzin en een bijzin, als de delen lang zijn: Joppe gaat naar Frankrijk op vakantie, omdat hij van het weer houdt.
  • voor en achter een bijstelling: Pablo Picasso, de beroemde schilder overleed in 1973. 

Slide 5 - Tekstslide

Spelling H5 - lastige leestekens
Dubbele punt: kondigt iets aan.
  • een citaat (directe rede): De jongen vroeg: 'Waar is het zwembad?'
  • een gedachte: Toen Lara naar buiten keek, dacht ze: ik wacht wel tot de bui over is.
  • een opsomming: Alinda leest van alles: romans, thrillers en stripboeken.
  • een uitleg of toelichting: Helaas gaat de picknick morgen niet door: het wordt slecht weer. 

Puntkomma: 
  • tussen hoofdzinnen die sterker met elkaar samenhangen dan losse zinnen: Sep heeft een bijbaantje in het zwembad; hij wil later badmeester worden.
  • de afsluiting van de onderdelen van lange opsommingen die onder elkaar staan. Het laatste onderdeel krijgt als afsluiting een punt. 
                     De opdracht is als volgt:
                         - kies een boek;
                         - schrijf een samenvatting;
                         - presenteer de samenvatting. 

Slide 6 - Tekstslide

Spelling H5 - lastige leestekens
Aanhalingstekens:
  • bij citaten:
              'Ik kan vanavond niet mee', zei Anton. 'Ik moet werken.'
              'Als je meedoet met het toernooi,' vertelde Colin, 'moet je je wel opgeven.'
              'Fiets jij mee?', vroeg Dieke aan Cas. 
  • als het woord zelf bedoeld wordt en niet de betekenis: Het woord 'ijs' doet me aan de zomer denken.
  • als het woord op een speciale manier gebruikt wordt: De agent zei dat hij die 'lieve jongen' wel zou inrekenen. 


Slide 7 - Tekstslide

In de volgende slides krijg je zinnen te zien zonder hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens. 
Neem de zinnen over en gebruik hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens. 
Wat weet je nog?

Slide 8 - Tekstslide


bij de italiaan staat van alles op het menu pizza pasta en tiramisu

Slide 9 - Open vraag


yoran wil jij de familie de groot een handje helpen als wij met vakantie in de zwitserse alpen zijn

Slide 10 - Open vraag

Opdracht 1
De volgende zinnen bevatten verschillende leestekens. Leg van elk leesteken uit waarom het daar gebruikt is.
Voorbeeld: 'Lotte, kom je straks ook naar het sportveld?' vroeg Marieke. 
Voorbeeld  van een uitleg:
' - geeft het begin van een citaat aan;
, - staat na een aanspreking (Lotte);
? - sluit een vraag af;
' - sluit een citaat af; 
. - sluit de zin af.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 1
  1. Onze 'ijverige' collega zal nooit koffie halen: ze is liever lui dan moe.
  2. Je hoeft de tuin niet te sproeien, want er wordt regen voorspeld.
  3. Noa schept op: 'Ik heb een 9 voor Duits, een 9 voor Frans en een 8 voor gym.'
  4. 'Als je dat doet, Kris, blijf je de rest van de dag binnen!', riep zijn moeder.

Slide 12 - Tekstslide

Spelling H5 - Aan de slag!
Opdracht 2 t/m 9

Klaar?
Lezen

Slide 13 - Tekstslide