1.5 De zon: motor van de luchtcirculatie

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

De drie soorten neerslag zijn...

Slide 2 - Open vraag

Welke vorm van neerslag ontstaat er vooral in berggebieden?
A
stijgingsneerslag
B
stuwingsneerslag
C
frontale neerslag

Slide 3 - Quizvraag

Rond de evenaar is er veel stijgingsneerslag omdat
A
Er weinig verschillende seizoenen zijn
B
De zonkracht hier voor veel opstijgende lucht zorgt
C
Door de windrichting vanuit zee
D
Er veel planten en bomen aanwezig zijn

Slide 4 - Quizvraag

Hoe ontstaat ook alweer frontale neerslag?
A
Door sterke opwarming van de lucht door zon
B
Door gebergten die de lucht doen opstijgen
C
Door sterke verdamping van de lucht
D
De botsing van koude en warme lucht

Slide 5 - Quizvraag

Stijgingsneerslag
Frontale neerslag
Stuwingsneerslag

Slide 6 - Sleepvraag

Sleep de woorden naar de goede plek in de tekening
Loefzijde
Lijzijde
Stuwingsregen
Regenschaduw

Slide 7 - Sleepvraag

In een waterkringloop onderscheiden we:
1. condensatie
2. infiltratie
3. neerslag
4. ondergrondse afstroming
5. verdamping

Welke stappen vinden achtereenvolgens plaats in de waterkringloop als je begint bij oceanen en zeeën?
A
1 - 3 - 4 - 2 - 5
B
1 - 5 - 3 - 4 - 2
C
5 - 4 - 1 - 3 - 2
D
5 - 1 - 3 - 2 - 4

Slide 8 - Quizvraag

Welke twee onderdelen van de waterkringloop behoren tot de KORTE waterkringloop
A
Afstroming en condensatie
B
Afstroming en infiltratie
C
Condensatie en verdamping
D
Verdamping en infiltratie

Slide 9 - Quizvraag

Welk water beweegt zich het minst snel door de waterkringloop?
A
Rivierwater
B
Grondwater
C
Gletsjer in de bergen
D
Oppervlaktewater

Slide 10 - Quizvraag

Wat gaan we vandaag leren?
Het weer verandert van dag tot dag en van plaats tot plaats. Toch kun je op wereldschaal patronen ontdekken in de verdeling van de gemiddelde temperatuur, de luchtdruk, de wind en de neerslag.

Leerdoel: Hoe hangen de gemiddelde temperatuur, luchtdruk, wind en neerslag samen op mondiale schaal en welke patronen kun je hierin zien?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Begrippen
Lage drukgordel:         zie luchtdrukgordel
Luchtdrukgordel:         Een zone met een hoge of lage luchtdruk die op de hele aarde rond een bepaalde breedtegraad voorkomt.
Wet van Buys Ballot:   Door de draaiing van de aarde krijgt de wind, die waait van een hoge drukgebied naar een lagedrukgebied, een 
                                     afwijking. Buys Ballot heeft hiervoor een wet bedacht die luidt: als je met de rug naar het hogedrukgebied staat, 
                                     dan heeft de wind op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links.

Slide 23 - Tekstslide

Succescriteria
  • Je kunt het verband uitleggen tussen de hoeveelheid zonne-instraling op verschillende breedtegraden en het ontstaan van hoge- en lage luchtdrukgebieden op wereldschaal.
  • Je kunt verklaren waarom in de tropen rond de evenaar een lage luchtdruk heerst aan het aardoppervlak en waarom hier gemiddeld veel stijgingsneerslag valt.
  • Je kunt verklaren waarom in het gebied rond de polen altijd een hoge druk heerst aan het aardoppervlak.
  • Je kunt verklaren waarom er rond 30o NB en ZB een hoge luchtdruk aan het aardoppervlak ontstaat en waarom hier gemiddeld weinig neerslag valt.
  • Je kunt verklaren waarom ronde de 50o tot 60o NB en ZB koude lucht vanaf de polen en warme lucht van 30o NB en ZB elkaar ontmoeten, waardoor een gebied met lage luchtdruk ontstaat aan het aardoppervlak.
  • Je kunt verklaren waarom hier gemiddeld het hele jaar frontale neerslag valt.
  • Je kunt de wet van Buys Ballot beschrijven en deze op een gegeven voorbeeld toepassen.
  • Je kunt de mondiale luchtcirculatie in een afbeelding herkennen en de elementen van deze circulatie benoemen.
  • Je kunt de mondiale luchtcirculatie zelf tekenen en de elementen van deze circulatie benoemen.

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag
Je mag aan de slag met de opdrachten van §1.5 in Learnbeat

Slide 25 - Tekstslide