M4 - §1.5 Weer & klimaat

1.5 De zon: motor van de luchtcirculatie
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.5 De zon: motor van de luchtcirculatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm van neerslag ontstaat er vooral in berggebieden?
A
stijgingsneerslag
B
stuwingsneerslag
C
frontale neerslag

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond de evenaar is er veel stijgingsneerslag omdat...
A
Er weinig verschillende seizoenen zijn
B
De zonkracht hier voor veel opstijgende lucht zorgt
C
Door de windrichting vanuit zee
D
Er veel planten en bomen aanwezig zijn

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat ook alweer frontale neerslag?
A
Door sterke opwarming van de lucht door zon
B
Door gebergten die de lucht doen opstijgen
C
Door sterke verdamping van de lucht
D
De botsing van koude en warme lucht

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stijgingsneerslag
Frontale neerslag
Stuwingsneerslag

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de woorden naar de goede plek in de tekening
Loefzijde
Lijzijde
Stuwingsregen
Regenschaduw

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk water beweegt zich het minst snel door de waterkringloop?
A
Rivierwater
B
Grondwater
C
Gletsjer in de bergen
D
Oppervlaktewater

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen par. 1.5
1. Jij kunt verklaren waarom in het gebied van evenaar altijd lage druk gebied ligt
2. Jij kunt verklaren waarom in het gebied rondom de polen altijd hoge druk gebied ligt
3. Jij kunt de wet van Buys Ballot beschrijven 
4. Jij kunt de mondiale luchtcirculatie in een afbeelding  herkennen 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zoninvalshoek = hoek die een bundel zonnestralen maakt met het aardoppervlak.

* een grote invalshoek bij de evenaar
* een kleine invalshoek bij de polen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus op welke breedte is de lageluchtdrukgordel van de tropen?
A
0 graden
B
30 graden
C
60 graden
D
90 graden

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus: hoge druk rond de polen. Valt er dan veel of weinig neerslag?
A
veel
B
weinig

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus: hogeluchtdrukgordel met hoge temperaturen en weinig neerslag. Wat voor klimaat vinden we dus op 30 NB en 30 ZB?
A
tropisch regenwoudklimaat
B
zeeklimaat
C
woestijnklimaat
D
landklimaat

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 De luchtcirculatie


Verschillende luchtdrukgordels:
  1. Lagedrukgordel (60° NB/ZB)
  2. Hogedrukgordel (30° NB/ZB)
  3. Lagedrukgordel (0° NB/ZB)
Nederland 50° NB tussen (L) en (H) in!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plaats de juiste omschrijving bij de juiste locatie
60 graden zuider- en noorderbreedte
Noord- en zuidpool
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
Neerslag
Helder
Bewolkt
Droog
Geen begroeiing
Loof- en naaldbos

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plaats de juiste omschrijving bij de juiste locatie
Evenaar
30 graden noorder- & zuiderbreedte
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
Neerslag
Zonnig
Bewolkt
Droog
Woestijn
Tropisch regenwoud

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste verdeling van de luchtdruk?
A
90NB = H, 60NB =L, 30 NB =L, evenaar =H
B
90NB = H, 60NB =L, 30 NB =H, evenaar =L
C
90NB = L, 60NB =H, 30 NB =L, evenaar =H
D
90NB = L, 60NB =L, 30 NB =H, evenaar =H

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Regel 2
Wind waait op het aardoppervlak altijd van hogedrukgebied naar lagedrukgebied.
Dus van gebied met dalende lucht (teveel) naar gebied met stijgende lucht (tekort)
Regel 1

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

4

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:34
Dus van waar naar waar stroomt lucht en waait de wind?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:04
Wat houd je in de rug als je kijkt naar hoe de lucht stroomt?
A
Het hogedrukgebied
B
Het lagedrukgebied

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:57
Dus wat is de volgorde van lagedruk en hogedruk vanaf de evenaar naar de polen?
A
H - L - H - L
B
L - H - L - H
C
H - H - L - L
D
L - L - H -H

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:27
Waarom klopt dit?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wet van Buys Ballot

Slide 29 - Tekstslide

Beschrijving: Wet van Buys Ballot - Coriolliseffect

Je zou verwachten dat de lucht in een rechte lijn van een hoge- naar een lagedrukgebied stroomt. Maar alles wat op de aarde beweegt, krijgt een afwijking. Op het noordelijk halfrond naar rechts, op het zuidelijk halfrond naar links. Dit heet het Corioliseffect, vernoemd naar Gaspard de Coriolis.
De wet van Buys Ballot is een wet uit de meteorologie, genoemd naar de Nederlandse meteoroloog Christophorus Buys Ballot.
Op het noordelijk halfrond waait de wind van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied met een afwijking naar rechts, door de draaiing van de aarde om zijn as.

Door de algemene luchtcirculatie rondom de aarde kennen we gebieden met permanente hogedruk bij de subtropen en bij de polen. Globaal gezien ziet dat eruit zoals op de afbeelding is weergegeven maar o.a. door de wisseling van de seizoenen verschuiven deze zones en zo kennen we:
  • gebieden met hogedruk die vrijwel het hele jaar droog zijn zoals bij de polen en de subtropen,
  • gebieden waar het het hele jaar door geregeld regent zoals de gebieden bij de middelste breedtegraden,
  • gebieden waar het zomers overwegend droog is en 's winters nat
  • gebieden waar het zomers geregeld regent en 's winters overwegend droog blijft. 

Wet van 
Buys Ballot

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvattende herhaling §1.5: 
De zon: motor van de luchtcirculatie
- Wereldwijde luchtdrukgordels; lageluchtdrukgordel en hogeluchtdrukgordel
- Wereldwijde windsystemen ( mondiale luchtcirculatie ); winden ( passaat- en westenwinden )
- Wet van Buys Ballot
- Begrippen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen §1.5
1. Jij kunt verklaren waarom in het gebied van evenaar altijd lage druk gebied ligt
2. Jij kunt verklaren waarom in het gebied rondom de polen altijd hoge druk gebied ligt
3. Jij kunt de wet van Buys Ballot beschrijven 
4. Jij kunt de mondiale luchtcirculatie in een afbeelding  herkennen 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies