Formuleren H2

Welkom HV1P
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom HV1P

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
- Welkom (5 min)
- Lezen (15 min)
- Terugblik: Zelfstandig naamwoord en Lidwoord (5 min)
- Uitleg: verwijzen naar de- en het-woorden (10 min)
- Zelfstandig werken (25 min)
- Afsluiting (5 min)


Slide 2 - Tekstslide

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
mensen, planten, dieren, dingen
B
mensen, planten, dieren, lidwoorden
C
mensen en dieren
D
mensen, lidwoorden

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
mijn
B
telefoon
C
is
D
nieuw

Slide 4 - Quizvraag

zelfstandig naamwoord?
A
Jan
B
in
C
de
D
mooie

Slide 5 - Quizvraag

Lidwoorden zijn 'de, het, een'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een lidwoord?
A
De
B
Geluk
C
Prijs
D
verkoper

Slide 7 - Quizvraag


HET is mij veel te koud!
HET = lidwoord
HET = geen lidwoord
A
lidwoord
B
geen lidwoord

Slide 8 - Quizvraag

Wat is GEEN lidwoord?
A
De
B
Jou
C
Het
D
Een

Slide 9 - Quizvraag

Verwijswoorden
Verwijswoorden wijzen meestal terug naar een woord dat eerder genoemd. 

Slide 10 - Tekstslide

Verwijzen naar de-woorden
Deze            (dichtbij)
Die                (veraf)

Zie je die wisselbeker. Die krijgen we als we het toernooi vinden.

Slide 11 - Tekstslide

Verwijzen naar het-woorden
Dit             (dichtbij)
Dat            (veraf)

Het paard dat in de wei staat. 

Slide 12 - Tekstslide

Verwijswoorden
Een zelfstandig naamwoord is een de-woord of een het-woord

De-woorden zijn mannelijk of vrouwelijk

Het-woorden zijn onzijdig

Het woordgeslacht kun je opzoeken in het woordenboek.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? 
Ga naar Nieuw Nederlands online en maak de opdrachten van de planning Verwijzen naar de- en het-woorden
Hoe? individueel, je mag op fluistertoon een vraag aan elkaar stellen.


Slide 14 - Tekstslide