Dag 7

Woorden
Thema 13:  Muziek
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woorden
Thema 13:  Muziek

Slide 1 - Tekstslide

welke
  • iets waar je al eerder over hebt gepraat
  •  vraagwoord
  • zin: In welke klas zit jij?
  • zin: Welke leerlingen zijn vandaag ziek?
43

Slide 2 - Tekstslide

weten (ww)
  • kennis hebben 
  • werkwoord
  • ik weet - wij weten
  • zin: Wie weet het antwoord?
  • zin: Ik weet zeker dat de sleutel op tafel ligt.
44

Slide 3 - Tekstslide

wonen (ww)
  • een vaste plek
  • waar je leeft 
  • werkwoord
  • ik woon - wij wonen
  • zin: Wij wonen in Den Helder.
  • zin: Ik woon hier al 10 jaar.
45

Slide 4 - Tekstslide

zingen (ww)
  • met je stem
  • muzikale klanken 
  • werkwoord
  • ik zing - wij zingen
  • zin: Zij zingen samen een lied.
46

Slide 5 - Tekstslide

zitten (ww)
  • op je billen rusten 
  • werkwoord: 
    tegenw. tijd: ik zit - wij zitten
    verleden tijd: ik zat - wij zaten 
  • zin: Ik zit op de bank om tv te kijken.
47

Slide 6 - Tekstslide

zo
  • hetzelfde 
  • voorbeeld
  • gauw, snel
  • zin: Kijk maar: zo doe ik mijn jas aan.
  • zin: Tot zo!
  • zin: Ik ga zo boodschappen doen.
48

Slide 7 - Tekstslide

de zon
  • bol in de ruimte
  • geeft warmte en licht 
  • zin: De zon schijnt op het huis.
  • zin: Zonder de zon kan niets groeien.
49

Slide 8 - Tekstslide

Maak een vraag.
gebruik het woord: welke
gebruik het werkwoord: komen
43
timer
1:30

Slide 9 - Open vraag

....................dag is het vandaag? Maandag of dinsdag?
43
A
Waarom
B
Welke
C
Wanneer
D
Waar

Slide 10 - Quizvraag

weten =
44
A
Een vaste plek waar je leeft
B
Licht geven.
C
Met je stem muzikale klanken laten horen.
D
Kennis hebben van iets

Slide 11 - Quizvraag

A - Ik ...... niet hoe dat moet.
B - Zij ...... niet hoe dat moet.
C - Ahmad ....... wel hoe dat moet.
D - .........Hans en Mohammad hoe dat moet?
44
A
A - weet B - weet C - weet D - weten
B
A - weet B - weten C - weet D - weten
C
A - weet B - weet C - weet D - weet
D
A - weet B - weten C - weten D - weten

Slide 12 - Quizvraag

Vraag hem iets over muziek.
Hij .................alles!
44
A
wet
B
weett
C
weet
D
weit

Slide 13 - Quizvraag

45
timer
1:30
Waar wil jij graag wonen?

Slide 14 - Woordweb

45
wat hoort bij elkaar?
wonen

Slide 15 - Sleepvraag

Maak een 1-2-3 zin met:
wonen
timer
1:30
45

Slide 16 - Open vraag

werkwoord: zingen
Maak het hele rijtje: ik............, jij ..................., hij/zij .........., wij ........, jullie .......... zij..........
46

Slide 17 - Open vraag

Ik ........... op mijn billen.
47
A
zitt
B
zit
C
ziet
D
zeit

Slide 18 - Quizvraag

Vogels ...... in een boom en ..... op een tak en ...... een lied.
45/46/47
A
wonen - zitten - zingen
B
wonen - staan - zitten
C
zitten - zingen - draaien
D
zitten - zingen - horen

Slide 19 - Quizvraag

Maak een zin.
gebruik: zo
48

Slide 20 - Open vraag

De zon ...............
49
A
schijn
B
scheint
C
schijnt
D
schein

Slide 21 - Quizvraag

49
timer
1:30
Wat weet je over de zon?

Slide 22 - Woordweb