Dag 8

Woorden
Thema 13:  Muziek
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woorden
Thema 13:  Muziek

Slide 1 - Tekstslide

weten (ww)
  • kennis hebben 
  • werkwoord
  • ik weet - wij weten
  • verleden tijd: ik wist - wij wisten
  • zin: Wie weet het antwoord?
  • zin: Ik weet zeker dat de sleutel op tafel ligt.
44

Slide 2 - Tekstslide

wonen (ww)
  • een vaste plek
  • waar je leeft 
  • werkwoord
  • ik woon - wij wonen
  • verleden tijd: ik woonde - wij woonden
  • zin: Wij wonen in Den Helder.
  • zin: Ik woon hier al 10 jaar.
45

Slide 3 - Tekstslide

zingen (ww)
  • muziek maken met je stem
  • werkwoord
  • ik zing - wij zingen
  • verleden tijd: ik zong - wij zongen
  • zin: Zij zingen samen een mooi lied.
46

Slide 4 - Tekstslide

zitten (ww)
  • op je billen rusten 
  • werkwoord: 
    ik zit - wij zitten
    verleden tijd: ik zat - wij zaten 
  • zin: Ik zit op de bank om tv te kijken.
47

Slide 5 - Tekstslide

zo
  • 1) voorbeeld
  • zin: Kijk maar: zo doe ik mijn jas aan.
  • 2) gauw, snel
  • zin: Tot zo!
  • zin: Ik ga zo boodschappen doen.
48

Slide 6 - Tekstslide

de zon
  • bol in de ruimte 
  • geeft warmte en licht 
  • de zon schijnt
  • zin: De zon schijnt op het huis.
  • zin: Zonder de zon kan niets groeien.
49

Slide 7 - Tekstslide

45
timer
1:30
Waar wil jij graag wonen? (denk aan soort huis, welke stad of welk land)

Slide 8 - Woordweb

45
wat hoort bij elkaar?
wonen

Slide 9 - Sleepvraag

Maak een 1-2-3 zin met:
wonen / zo
timer
1:30
45

Slide 10 - Open vraag

werkwoord: zingen
Maak het hele rijtje: ik............, jij ..................., hij/zij .........., wij ........, jullie .......... zij..........
46

Slide 11 - Open vraag

Ik ........... op mijn billen.
47
A
zitt
B
zit
C
ziet
D
zeit

Slide 12 - Quizvraag

Vogels ...... in een boom en ..... op een tak en ...... een lied.
45/46/47
A
wonen - zitten - zingen
B
wonen - staan - zitten
C
zitten - zingen - draaien
D
zitten - zingen - horen

Slide 13 - Quizvraag

Maak een zin.
gebruik: zo
48

Slide 14 - Open vraag

De zon ...............
49
A
schijn
B
scheint
C
schijnt
D
schein

Slide 15 - Quizvraag

49
timer
1:30
Wat weet je over de zon?

Slide 16 - Woordweb

weten =
44
A
Een vaste plek waar je leeft
B
Licht geven.
C
Met je stem muzikale klanken laten horen.
D
Kennis hebben van iets

Slide 17 - Quizvraag

A - Ik ...... niet hoe dat moet.
B - Zij ...... niet hoe dat moet.
C - Ahmad ....... wel hoe dat moet.
D - .........Hans en Mohammad hoe dat moet?
44
A
A - weet B - weet C - weet D - weten
B
A - weet B - weten C - weet D - weten
C
A - weet B - weet C - weet D - weet
D
A - weet B - weten C - weten D - weten

Slide 18 - Quizvraag

Vraag hem iets over muziek.
Hij .................alles!
44
A
wet
B
weett
C
weet
D
weit

Slide 19 - Quizvraag