Zelfstandige les over abolitionisme vwo 4

Zelfstandige les over abolitionisme vwo 4
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Zelfstandige les over abolitionisme vwo 4

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 7.5
7.5 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
1. Ik kan de kenmerken van plantagekoloniën beschrijven en begrijpen hoe deze economische systemen gebaseerd waren op slavenarbeid, door historische bronnen te bestuderen en de impact ervan op de koloniale geschiedenis te onderzoeken. 2. Ik kan de rol van slaven in plantagekoloniën uitleggen en begrijpen hoe zij werden ingezet als arbeidskrachten onder vaak wrede omstandigheden, door historische bronnen te analyseren en de leefomstandigheden van slaven te onderzoeken. 3. Ik kan de Trans-Atlantische slavenhandel beschrijven als het gedwongen transport van miljoenen Afrikaanse slaven naar de Amerika's, door historische bronnen te bestuderen en de economische en sociale gevolgen ervan te onderzoeken. 
4. Ik kan het abolitionisme uitleggen als de beweging die streed voor de afschaffing van de slavernij, door historische teksten te analyseren en de belangrijkste abolitionistische figuren en argumenten te onderzoeken.
5. Ik kan Keti Koti identificeren als de Surinaamse viering van de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863, door historische bronnen te bestuderen en de betekenis van deze viering voor de Surinaamse samenleving te onderzoeken.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Gebruik de bron
Je concludeert dat Paul François Roos met de vergelijking in zijn gedicht een eenzijdig beeld
weergeeft van slavernij.
Ondersteun deze conclusie door:
- uit te leggen welk eenzijdig beeld Roos weergeeft van slavernij, en
- aan te geven welk verlicht argument abolitionisten tegen de vergelijking van Roos zullen inbrengen.

Slide 4 - Open vraag

Lees de bron:
Over Samuel Sewall kun je, zeggen dat hij
verlichte ideeën heeft op politiek gebied.
Toon dit aan en geef aan welk verband er
bestond tussen een ideaal van de Verlichting
en het abolitionisme.

Slide 5 - Open vraag

Leg uit met welk begrip deze afbeelding te maken heeft en leg uit welk verband er is met de verlichting.

Slide 6 - Open vraag

Zet de onderstaande zinnen in chronologische volgorde:
Dit is een vraag over chronologiseren.
1
2
3
4
5
Er ontstaat een tekort aan arbeidskrachten
Opkomst van het abolitionisme
Het begin van de Verlichting
Er ontstaan grote plantages
Het begin van de ontdekkingsreizen

Slide 7 - Sleepvraag

➤ Sleep de gebeurtenissen in de juiste volgorde qua jaartal.
1807
1814
1834
1863
1865
In de hele VS wordt de slavernij afgeschaft.
Nederland schaft de slavenhandel af.
Nederland schaft de slavernij af.
Groot-Brittannië schaft de slavernij af.
Groot-Brittannië schaft de slavenhandel af.

Slide 8 - Sleepvraag

Europees kolonialisme bestond al langer. Kun jij de ka's die over dit onderwerp gaan in de juiste eeuw plaatsen?






16e eeuw 






17e eeuw






18e eeuw






19e eeuw
KA begin Europese expansie overzee (ontdekkingsreizen)
KA wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het ontstaan van een wereldeconomie 
KA de moderne  vorm van imperialisme, die samenhing met de industrialisatie
KA uitbreiding Eur. overheersing met plantagekoloniën / slavenhandel + abolitionisme

Slide 9 - Sleepvraag

Argumenten tegen slavernij
Argumenten vóór slavernij
Onchristelijk
Onmenselijk
Dezelfde behandeling als arbeiders
Economisch noodzakelijk
Slavernij in de bijbel

Slide 10 - Sleepvraag

Gebruik bron 3. Stel: je doet onderzoek naar 'de uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën, en de opkomst van het abolitionisme'. Je concludeert dat je met de taak van Reichard een onderdeel van je onderzoek wél kunt illustreren en een ander onderdeel niet. Leg beide delen van je conclusie uit.

Slide 11 - Open vraag