lesweek 3 skelet

1 / 43
volgende
Slide 1: Video
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen
  • Je kunt benoemen welke zes functies het skelet heeft.
  • Je kunt beschrijven hoe een bot is opgebouwd
  •  Je kunt uitleggen dat botweefsel continu afgebroken en opgebouwd wordt.
  • Je kunt uitleggen dat botten op basis van hun vorm in vier groepen worden ingedeeld.
  • Je kunt benoemen welke drie groepen botverbindingen er zijn.
  • • Je kunt beschrijven hoe een gewricht gebouwd is en welke beweeglijkheid een gewricht heeft.
  •  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Link

https://www.brujon.net/bio/beenderstelsel-skelet.htm

link delen met studenten, wat weten we nog

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je skelet heeft 6 functies. Welke ken je al?

Slide 5 - Woordweb

Ondersteuning. De botten bieden steun aan het hele lichaam.

Aanhechting. Het skelet vormt de aanhechtingsplaats voor de spieren.

Beweging. Botten kunnen ten opzichte van elkaar bewegen. Dat is mogelijk doordat ze via – meer of minder – beweeglijke gewrichten met elkaar verbonden zijn. De botten worden door de samentrekkingen van de spieren bewogen.

Bescherming. Met name de botten van de lichaamsas beschermen kwetsbare inwendige organen.

Vorming van bloedcellen. Bloedcellen worden in het rode beenmerg gevormd. Rood beenmerg zit in de inwendige holten van veel botten.

Opslag. Het skelet is een reservoir van mineralen, met name van calcium (kalk) en fosfaat.
Functies van het skelet
  • Ondersteuning. De botten bieden steun aan het hele lichaam.
  • Aanhechting. Het skelet vormt de aanhechtingsplaats voor de spieren.
  • Beweging. Botten kunnen ten opzichte van elkaar bewegen. Dat is mogelijk doordat ze via – meer of minder – beweeglijke gewrichten met elkaar verbonden zijn. De botten worden door de samentrekkingen van de spieren bewogen.
  • Bescherming. Met name de botten van de lichaamsas beschermen kwetsbare inwendige organen.
  • Vorming van bloedcellen. Bloedcellen worden in het rode beenmerg gevormd. Rood beenmerg zit in de inwendige holten van veel botten.
  • Opslag. Het skelet is een reservoir van mineralen, met name van calcium (kalk) en fosfaat.









Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies skelet
Bescherming, stevigheid, vorm geven, beweging mogelijk maken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Romp 
Schoudergordel:
Sleutelbeen & schouderbladen
Borstkast: 
Borstwervels, ribben & borstbeen
Bekken: 
Heupbenen & heiligbeen
Wervelkolom: 
Wervels, heiligbeen & staartbeen


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ledematen (extremiteiten)
Armen: 
Opperarmbeen= Os Humerus 
Ellepijp= Os Ulna
Ellepijp altijd aan de kant van de pink!
Spaakbeen= Os Radius (kant van de duim)
Vingerkootjes= Os Phalanges

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extremiteiten (ledematen)
Benen: 
Dijbeen= Os Femur
Knieschijf= Patella
Kuitbeen= Os Fibulae
Scheenbeen= Os Tibia
Voetkootjes= Os Phalanges 


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wervelkolom
  • 7 Cervicale (hals)wervels
  • 12 Thoracale (borst)wervels
  • 5 Lumbale (lenden)wervels
  • Heiligbeen = os sacrum
  • Staartbeen = os coccygis


Slide 11 - Tekstslide

Kyfose: bolling
Lordose: holling
Scoliose: zijkant

Draaiing zorg voor flexibiliteit en stabiliteit
Wat zijn de juiste termen van
de krommingen in onze wervelkolom?
A
Cervicale kyfose, thoracale lorsdose, lumbale lordose
B
Cervicale lordose, thoracale scoliosis, lumbale lordose
C
Cervicale lordose, thoracale kyfose lumbale lordose
D
Cervicale lordose, thoracale lordose lumbale kyfose

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Het skelet bestaat uit meer dan 200 botten. Ze kunnen erg verschillen in afmeting en vorm, maar ze hebben een aantal gemeenschappelijk bouwkenmerken.
Been- of botweefsel

  • Hard en stevig
  • Niet buigzaam
  • Niet massief
  • Veel kalk
  • Op plaatsen waar stevigheid belangrijk is

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bouw van botten
In het skelet komt botweefsel en kraakbeenweefsel voor. 

Tussen de cellen zit tussencelstof. 

Kraakbeenweefsel bestaat vooral uit collageen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van buiten naar binnen
  • Botvlies (periost): Bloedvaten en zenuwen
  • compact botweefsel (Schors): Botvormende cellen, lopen bloedvaten doorheen
  • Sponsachtige botweefsel (spongiosa): Kleine holtes met rood beenmerg (aanmaakplaats) rode/witte bloedcellen), niet massief

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periost is synoniem voor:
A
kraakbeen
B
bot
C
beenmerg
D
beenvlies

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewrichten

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een gewricht?
  • Een gewricht is een overgang tussen twee botten waarbij beweging mogelijk is. Dit wordt een discontinue verbinding genoemd. Botten kunnen op verschillende manieren met elkaar verbonden zijn.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bouw van gewrichten

Een gewricht wordt meestal door twee botten gevormd.
Het ene bot heeft een gewrichtskogel, het andere een gewrichtskom (zie afbeelding).  
De gewrichtskogel kan in de gewrichtskom bewegen.

Op het bot bevindt zich een laagje kraakbeen. Daardoor kunnen de botten soepel bewegen en slijten ze minder snel.

Het gewrichtkapsel zit om het hele gewricht heen.  Hierdoor kan het gewrichtsslijm niet weglopen. In het gewrichtskapsel zitten de gewrichtsbanden.

De gewrichtsbanden houden de botten stevig bij elkaar.
Ook de spieren helpen daarbij.





6
gewrichtskogel
1
gewrichtsband
2
gewrichtskom
3
kraakbeen
4
gewrichtskapsel
5
gewrichtssmeer
Elleboog

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van een gewricht

  1. Gewrichtskogel en kom
  2. Gewrichtskapsel
  3. Gewrichtssmeer
  4. Kapselbanden
  5. Kraakbeenlaagje

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van een gewricht

Gewrichtskapsel: Vlies rondom de botten

Gewrichtsband (kapselband): houdt botten bij elkaar. Alleen bij botten die veel belast worden!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van een gewricht

Gewrichtssmeer: zorgt voor soepel gewricht.
Word gemaakt door gewrichtskapsel.
Voorkomt slijtage.
Kraakbeenlaagje: beschermt botten tegen slijtage

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewrichten

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kogelgewricht:
Maakt een draaiende beweging.
Zit bijv in je schouder

Scharniergewricht:
Beweegt heen en terug
Zit bijv. in je vingers
kogelgewricht

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn functies van kraakbeen?
(er zijn er 4)

Slide 39 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke drie dingen heb je vandaag geleerd?
timer
1:00

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt!!!
Tot volgende week
Heb je nog vragen?


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies