forgetting curve en leerdoelen

forgetting curve en leerdoelen
Aan het einde van de les:
Weet je wat de forgetting curve betekent
Weet je hoe je ondanks de forgetting curve het best kan leren
Weet je wat de leerdoelen zijn voor de toets
Hebben we de ouderavond besproken

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
PsychologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

forgetting curve en leerdoelen
Aan het einde van de les:
Weet je wat de forgetting curve betekent
Weet je hoe je ondanks de forgetting curve het best kan leren
Weet je wat de leerdoelen zijn voor de toets
Hebben we de ouderavond besproken

Slide 1 - Tekstslide

wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Woordweb

Ik wist alles! En nu heb ik toch een onvoldoende gehaald.”

 Diepe teleurstelling bij een leerling die ervan overtuigd was dat hij alles kende.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe leer jij voor een toets?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

kanttekening (om mee te nemen)
Hoe de forgetting curve eruit ziet bij jou kan verschillen van je medeleerlingen:
individuele verschillen
voorkennis
belang

Slide 7 - Tekstslide

retrieval practice
Een techniek om het geleerde in je lange termijn geheugen te plaatsen

Je haalt zonder eerst te kijken informatie 
op, zo gaat je brein harder werken en komt 
de info sneller in je lange termijn geheugen

Slide 8 - Tekstslide

hoe?
beantwoord vragen over de stof van vorige week.
probeer de informatie actief op te halen (retrieve).
check het antwoord.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

voorbeelden
kahoot
flash cards
oefentoetsen
mindmap



Slide 11 - Tekstslide

leerdoelen 
  1. Je kunt eigen woorden uitleggen wat ontwikkelingspsychologie algemeen inhoud.
  2. Je kunt een beeld schetsen van hoe mensen zich moreel ontwikkelen en wat daarbij belangrijk is.
  3. Je kent de theorie van Kohlberg over morele ontwikkeling en kunt deze toepassen op verschillende dilemma's. (zie het filmpje over het Heinz dilemma)
  4. Je kunt bij verschillende dilemma beoordelen wat jij zou doen en waarom. In welke fase van morele ontwikkeling zit je dan zelf?
  5. Je kent de begrippen uit dit hoofdstuk

Slide 12 - Tekstslide

1. Je kunt een algemene beschrijving geven in eigen woorden van wat biologische psychologie is.
2. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen ontwikkelingspsychologie en biologische psychologie.
3. Je kunt uitleggen hoe onze biologische klok werkt.
4. Je kunt uitleggen aan de hand van de SCN dat er dus ook interne factoren zijn die invloed hebben op ons gedrag zoals het slaap en waakritme.
5. Je kunt uitleggen welke omgevingsfactoren (Zeitgebers) van invloed zijn op ons slaap en waakritme.
6. Je kunt voor je ouders verklaren dat je niet lui bent maar dat uitslapen gunstig gevolg is van je puberteit ;-)
7. Je kent de begrippen uit dit hoofdstuk.
8. Je kunt uitleggen hoe het puberbrein werkt. (Prefrontale cortex, amygdala)
9. Wat is het verschil tussen het puberbrein van een jongen of een meisje??
10. Welke stereotypen zijn er over pubers.

1. Je kunt een algemene beschrijving geven in eigen woorden van wat biologische psychologie is.
2. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen ontwikkelingspsychologie en biologische psychologie.
3. Je kunt uitleggen hoe onze biologische klok werkt.
4. Je kunt uitleggen aan de hand van de SCN dat er dus ook interne factoren zijn die invloed hebben op ons gedrag zoals het slaap en waakritme.
5. Je kunt uitleggen welke omgevingsfactoren (Zeitgebers) van invloed zijn op ons slaap en waakritme.
6. Je kunt voor je ouders verklaren dat je niet lui bent maar dat uitslapen gunstig gevolg is van je puberteit ;-)
7. Je kent de begrippen uit dit hoofdstuk.
8. Je kunt uitleggen hoe het puberbrein werkt. (Prefrontale cortex, amygdala)
9. Wat is het verschil tussen het puberbrein van een jongen of een meisje??
10. Welke stereotypen zijn er over pubers.

Slide 13 - Tekstslide

1. Je kunt in eigen woorden een algemene beschrijving geven van sociale psychologie.
2. Je kunt uitleggen wanneer er sprake is van een groep.
3. Je kunt uitleggen hoe groepsprocessen lopen en herkennen in de groepen waar jij deel van uitmaakt zoals; de sportvereniging, je klas, etc.
4. Je kent de begrippen uit dit hoofdstuk
5. Je kunt uitleggen waarom de volgende experimenten/begrippen bij sociale psycholgie horen, wat er onderzocht is en wat de uitkomst was: (bekijk hiervoor de lessonUp presentaties nog eens)
1. Het Milgram experiment
2. Het Ash experiment
3. Bystander-effect
4. Vooroordelen / stereotypen / self-fulfilling prophecy (Merton)

Slide 14 - Tekstslide

Wat houdt ontwikkelingspsychologie in?

Slide 15 - Open vraag

Wat is een omgevingsfactor die ons slaap- en waakritme beïnvloedt
A
Genetica
B
Hormonen
C
Licht
D
Neurotransmitters

Slide 16 - Quizvraag

wat is een stereotype?

Slide 17 - Open vraag

Wat werd onderzocht in het Milgram-experiment?
A
Het effect van sociale conformiteit
B
Het effect van groepsdruk
C
Het effect van autoriteit op gehoorzaamheid
D
Het effect van vooroordelen op intergroepsrelaties

Slide 18 - Quizvraag

Wat houdt het bystander-effect in?
A
Het effect waarbij mensen geneigd zijn om te gehoorzamen aan autoriteit.
B
Het effect waarbij mensen geneigd zijn om de mening van de meerderheid te volgen.
C
Het effect waarbij mensen minder snel hulp bieden in situaties waar er meer mensen aanwezig zijn.
D
Het effect waarbij mensen stereotype opvattingen hebben over andere groepen.

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen het puberbrein van een jongen of een meisje?

Slide 20 - Open vraag

Wat wordt bestudeerd in de ontwikkelingspsychologie?
A
De werking van het brein
B
Veranderingen in gedrag en psychologie gedurende de levensloop
C
Groepsinteracties en sociale invloeden
D
Persoonlijkheidskenmerken en individuele verschillen

Slide 21 - Quizvraag

Jullie avond

Slide 22 - Tekstslide