Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
1MH: Comparisons
Verwachtingen!
Kom binnen en ga zitten op je plek!
Pak je spullen voor je! (boek, schrift, pen)
Dan kan ik beginnen!
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Verwachtingen!
Kom binnen en ga zitten op je plek!
Pak je spullen voor je! (boek, schrift, pen)
Dan kan ik beginnen!
Slide 1 - Tekstslide
1MH: Comparisons
23-01-'24
Slide 2 - Tekstslide
Today
Learning Goals
Comparisons
Test Your Knowledge!
Homework
Slide 3 - Tekstslide
Learning Goals
After this lesson you
know when to use a Comparison
After this lesson you
know how to make a Comparison
Slide 4 - Tekstslide
Comparisons
Maak een aantekening in je schrift!
Slide 5 - Tekstslide
Comparisons: When to use?
Een 'Comparison' gebruik je als je
mensen, dieren of dingen met elkaar vergelijkt.
Example:
A horse is
bigger than
a dog.
Slide 6 - Tekstslide
Comparisons: How to use?
Bij een 'Comparison' heb je een
vergrotende trap
en een
overtreffende trap
.
The
smallest
Smaller
than
Small
Slide 7 - Tekstslide
Comparisons: When to use?
Bij korte woorden gebruik je
-er
(...
than
)
en
-est
(
the
...)
Example:
A car is
fast
er
than
a bicycle.
Walking is
the
cheap
est
way to travel.
Slide 8 - Tekstslide
Comparisons: When to use?
Als een woord al eindigt op
-e:
alleen
-r
en
-st
Example:
nice
--> Anthony has a
nice
r
smile
than
Tom.
safe
--> Which form of transport is
the safe
st
?
Slide 9 - Tekstslide
Comparisons: When to use?
Als een woord eindigt op
-y
:
-y
vervalt en
gebruik
-ier
en
-iest
Example:
easy
--> This route is much
eas
ier
.
busy
--> This is
the bus
iest
road in the city.
Slide 10 - Tekstslide
Comparisons: When to use?
UITZONDERING
Korte woorden eindigend op klinker + medeklinker:
verdubbelen
Example:
big - big
ger
than - the big
gest
thin - thin
ner
than - the thin
nest
Slide 11 - Tekstslide
Comparisons: When to use?
UITZONDERING
Onregelmatige vormen (leer deze uit je hoofd!)
Example:
good - better than - the best
bad - worse than - the worst
Slide 12 - Tekstslide
Comparisons: When to use?
Bij woorden van 2 of meer lettergrepen gebruik je:
more ... than
en
the most ...
Example:
This bike is
more expensive than
yours.
That race car is
the most powerful
car there is.
Slide 13 - Tekstslide
Test Your Knowledge!
Maak van de volgende woorden een
vergrotende trap (+)
of
overtreffende trap (++)!
Per woord krijg je 20 seconden!
Slide 14 - Tekstslide
Small (+)
timer
0:20
Slide 15 - Open vraag
Smart (++)
timer
0:20
Slide 16 - Open vraag
Fine (+)
timer
0:20
Slide 17 - Open vraag
Tiny (++)
timer
0:20
Slide 18 - Open vraag
Lazy (+)
timer
0:20
Slide 19 - Open vraag
Hot (+)
timer
0:20
Slide 20 - Open vraag
Great (++)
timer
0:20
Slide 21 - Open vraag
Wonderful (++)
timer
0:20
Slide 22 - Open vraag
Important (+)
timer
0:20
Slide 23 - Open vraag
Start working on
exercises 5, 6 & 7
from
Unit 3 - Lesson 2 (3.2)
in your book (p. 100).
Questions?
Raise your hand!
Finished?
Show me your work, then continue on
exercises 1 - 4 & 8 - 10.
Slide 24 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Comparisons
Maart 2024
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Comparisons
Januari 2023
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Comparisons (unit 5 WW)
Maart 2022
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Comparisons (unit 5 WW)
Juni 2024
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Unit 4.2: Grammar
Maart 2022
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Comparisons (unit 5 WW)
Maart 2022
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
2C Comparisons
November 2022
- Les met
31 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Comparisons
13 dagen geleden
- Les met
34 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1