Spreken/Non-Verbale communicatie

Spreken
Lesinhoud:
Presenteren
communicatie

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Spreken
Lesinhoud:
Presenteren
communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Wat is communicatie?
Voorbeelden van communicatie?
Bewust van non-communicatie middelen
 voorbeelden van non-verbale communicatie 

Slide 2 - Tekstslide

Communicatiemodel
Communiceren betekent dat je met of zonder woorden informatie uitwisselt. Communicatie vindt plaats tussen twee of meerdere personen. 
De persoon die informatie verstuurt, noem je de zender. De persoon die de informatie ontvangt, noem je de ontvanger. Er kunnen meerdere ontvangers zijn. De verstuurde informatie noem je de boodschap.

Slide 3 - Tekstslide

Non-communicatiemiddelen
Communicatie zonder woorden noem je non-verbale communicatie. Onder non-verbale communicatie vallen 
-Lichaamshouding
-Gezichtsuitdrukkingen, 
-Handgebaren 
-Oogcontact.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Bekijk het filmpje
Schrijf op welke vormen van non-verbale communicatiemiddelen jij ziet.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Situaties gebruik non-verbalecommunicatie
-Je bent in een land waar je de taal niet spreekt en je wil aan iemand de weg naar het strand vragen
-Je bent in een stille ruimte en iemand praat de hele tijd. Je wil zeggen tegen de persoon dat hij stil moet zijn
-Tijdens het tanden poetsen wil je zeggen teleurgesteld te zijn in iemand

Slide 8 - Tekstslide

Non-verbale communicatie met dubbele betekenis
Bedenk situaties waarin:
Lichaamstaal, oogcontact intonatie gebruikt worden  een dubbele boodschap uit te zenden.

Slide 9 - Tekstslide

Kun je ook situaties bedenken
Dat het onbewust gebeurt?
Is het dan ook daadwerkelijk onbewust?

Slide 10 - Tekstslide

Spreekdoelen = tekstsoort
- informeren = informerende tekst (presentatie)
- amuseren = amuserende tekst (caberet/stand-up)
- uitleg geven  =instructietekst (instructiefilmpje op youtube)
- overtuigen = betogende tekst
- activeren / overhalen = activerende tekst (bijvoorbeeld reclame)

Slide 11 - Tekstslide

2 opdrachten
In tweetallen:
Emoties uitbeelden en raden wat uitgebeeld wordt (met non-verbale-communicatie)
Rollenspel waarbij een situatie wordt uitgebeeld

Slide 12 - Tekstslide

Rollenspel voor de klas
Ruziemaken zonder woorden of aanraking
Excuses aanbieden aan iemand en weigeren
Vergeten iets mee te nemen wat je beloofd hebt aan iemand/persoon is teleurgesteld
Iemand bang maken/persoon is bang.

Slide 13 - Tekstslide

1. Wat is 'aantrekkelijk spreken'?
timer
1:00
A
Dat je goed verstaanbaar bent.
B
Dat je er netjes uitziet.
C
Dat het prettig is om naar je te luisteren en je boodschap helder is.
D
Dat het duidelijk is wat je wilt vertellen.

Slide 14 - Quizvraag

Waarom moet je een spreek-/schrijfdoel hebben voor je gaat schrijven/spreken voor publiek?
A
Omdat je iets wilt bereiken bij de lezer/luisteraar
B
Zo heb je houvast
C
Omdat dat de structuur van je tekst aangeeft
D
Omdat dat nou eenmaal zo is

Slide 15 - Quizvraag