3TB - H3 Taalverzorging: Woordsoorten

Hoofdstuk3
Taalverzorging
Woordsoorten

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
stil lezen 
timer
15:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk3
Taalverzorging
Woordsoorten

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
stil lezen 
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we 
vandaag doen?
  • Herhaling lesstof vorige week

  • Uitleg woordsoorten

  • Zelfstandig werken.

  • De les afsluiten.

Slide 2 - Tekstslide

De vorige les:
Zijn jullie zelfstandig aan het werk geweest met H2 persoonsvormen in samengestelde zinnen.

Slide 3 - Tekstslide

De vorige les:
Samengestelde zinnen, zijn twee losse zinnen die tot één zin zijn samengevoegd.

Voegwoorden; en, maar, want

Samengestelde zinnen hebben altijd twee of meer persoonsvormen.

Slide 4 - Tekstslide

De vorige les:
Persoonsvorm
Is een vervoegd werkwoord.

Is te vinden door:
De zin vragend te maken;
De zin in een andere tijd te vinden.

Slide 5 - Tekstslide

Dit kan ik aan het einde van deze les:
  • Werkwoorden, zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden benoemen.
  • Lidwoorden, voorzetsels en voegwoorden benoemen.

Slide 6 - Tekstslide

Waarom leren over Woordsoorten?
Met zinsontleding krijg je inzicht in de opbouw van een zin. Het helpt je om een zin goed te formuleren en de spellingsregels goed toe te passen.

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoord:
Zegt wat iets of iemand doet of wat er gebeurt.

In een zin staat tenminste één werkwoord.

Elk werkwoord heeft verschillende vormen.

Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord:
Is een woord voor een: Mens, dier plant of ding

Zusje, woestijnvos, geranium, schooltas, kerst.

Let op: Een naam is ook een zelfstandig naamwoord.

Slide 9 - Tekstslide

Lidwoorden
De, het, een

Slide 10 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord.
Vertelt iets over het naamwoord:
Kleine, rode etc.

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over waarvan het gemaakt is:
Leren, stenen etc.

Slide 11 - Tekstslide

Voorzetsel:
Geeft plaats, de tijd of de oorzaak aan.

Naast de toren;
Na de feestdagen;
Door de gladheid.


Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag met:
  • H3 Taalverzorging: Woordsoorten

Hoe? Per laptop

Vragen:
Ik loop door het lokaal om je vraag te beantwoorden. Ik kom vanzelf bij je 
langs.

Wat te doen als je klaar bent:
H3 Taalverzorging voltooid deelwoord.


Voor hoe lang?




Groen: Overleggen met je klasgenoten mag. Heb je vragen? Wacht op de docent, of vraag je klasgenoot.
Oranje: We werken op fluisterniveau, vragen? Wacht op de docent.
Rood: We zijn stil aan het werk. Je vragen mag je op een later moment stellen.



timer
30:00

Slide 13 - Tekstslide

Na vandaag:
Kan je één ding benoemen die je hebt geleerd? 

Kan je werkwoorden, zelfstandige naamwoordelijk en bijvoeglijke naamwoorden benoemen.

Kan je lidwoorden, voorzetsels en voegwoorden benoemen.

Slide 14 - Tekstslide

De volgende les:
H3 taalverzorging afmaken.

Slide 15 - Tekstslide