hoofdstuk 9

Hoofdstuk 9: Bindingsvraagstuk veiligheid
Imke, Luna en Charlotte



1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 9: Bindingsvraagstuk veiligheid
Imke, Luna en Charlotte



Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 9.1
Veiligheid bestuderen:
- Maatschappelijk/politiek         vraagstuk
- Veiligheidsutopie
- Soorten veiligheid
- Risicomaatschappij
- Type bedreigingen

Slide 2 - Tekstslide

Veiligheid als maatschappelijk vraagstuk 

- Veiligheid is een belangrijk thema is het dagelijks leven
- Voor een veilige samenleving zijn we afhankelijk van elkaar daarom is het een bindingsvraagstuk 





Slide 3 - Tekstslide

Politiek vraagstuk 
- Veel mensen vinden dat de overheid de veiligheid moet vergroten. 
- Het verschaffen van veiligheid van de burgers behoord tot de basisfuncties van de staat. 





Slide 4 - Tekstslide

Examenopdracht
10 minuten de tijd, je mag je boek gebruiken.

Slide 5 - Tekstslide

Antwoord examenopdracht

Slide 6 - Tekstslide

Veiligheidsutopie
Dilemma tussen veiligheid en vrijheid
Voorbeeld: beveiliging camera's


Of



Slide 7 - Tekstslide

Twee soorten veiligheid
Objectieve veiligheid:
- Meetbaar in cijfers
- Feitelijk 
Subjectieve veiligheid:
- Gevoel
-Bindingen

Slide 8 - Tekstslide

Welke plaatjes passen bij objectieve veiligheid en welke bij subjectieve veiligheid?
Objectieve veiligheid
Subjectieve veiligheid
Objectieve veiligheid
Subjectieve veiligheid

Slide 9 - Sleepvraag

Risico maatschappij
Wie is er verantwoordelijk voor de risico's?
 In een risicomaatschappij is er niet duidelijk wie verantwoordelijk is voor de risico en de aanpak van bedreigingen.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld: Risicomaatschappij
Wonen naast een vliegveld: 
Wie is verantwoordelijk voor de vervuiling en de geluidoverlast?

Bewoners 
of
Vliegveld

Slide 11 - Tekstslide

Verschillende typen bedreigingen in de risicomaatschappij
Natuurlijke aard
 Technologische aard

Sociale aard

Slide 12 - Tekstslide

Welke bedreiging hoort bij welke ramp?
Bedreiging natuurlijke aard
Bedreiging sociale aard
Bedreiging technologische aard

Slide 13 - Sleepvraag

Voorbeelden
 Bedreigingen natuurlijke aard: epidemie of natuurramp
 Bedreigingen technologische aard: luchtverontreiniging, uitval   van       systemen
 Bedreigingen sociale aard: oorlog, terreur of criminaliteit

Slide 14 - Tekstslide

Paragraaf 9.2
Hoe  onveiligheid en criminaliteit ontstaan:
- Definitie criminaliteit
- Criminologische theorieën
- Verschillende factoren die     criminaliteit bevorderen


Slide 15 - Tekstslide

Definitie criminaliteit
Wat is criminaliteit?
Gedrag dat door de overheid wettelijk strafbaar is gesteld. Het gaat over menselijk gedrag waarbij andere personen, dieren of milieu worden uitgebuit of schade wordt toegebracht.

- Criminaliteit is relatief

Slide 16 - Tekstslide

Criminologische theorieën
Vier soorten criminologische theorieën:
1. Gelegenheidstheorie en rationele keuze theorie
2. Bindingstheorie
3. Anomietheorie
4. Etiketteringstheorie

Slide 17 - Tekstslide

Gelegenheidstheorie en rationele keuzetheorie

Gelegenheidstheorie: aanwezigheid van potentiële daders en geschikte doelwitten, en de afwezigheid van voldoende sociale bewaking.

Rationele keuzetheorie: afweging tussen de kosten en baten.

Slide 18 - Tekstslide

Bindingstheorie
Bindingstheorie: maatschappelijke bindingen of sterke integratie van mensen in groepen werken remmend op criminele impulsen. 

Slide 19 - Tekstslide

Anomietheorie
Anomietheorie: criminaliteit kan worden beïnvloedt door omgevingsfactoren. 
De sociale druk om doelen te bereiken leidt ertoe dat mensen de wetten kunnen gaan overtreden.

Slide 20 - Tekstslide

Etiketteringstheorie
Etiketteringstheorie: er wordt een stempel, oftewel etiket, van "crimineel" geplakt op mensen van bepaalde groepen waar stereotiepe beelden over zijn.

Slide 21 - Tekstslide

1

Slide 22 - Video

Examenopdracht
8 minuten de tijd, je mag je boek gebruiken.

Slide 23 - Tekstslide

Antwoord examenpdracht

Slide 24 - Tekstslide

02:46
Van welke criminologische theorie is er sprake in het geval van Igor?
A
Gelegenheidstheorie
B
Rationele keuzetheorie
C
Etiketteringstheorie
D
Anomietheorie

Slide 25 - Quizvraag

Verschillende factoren die criminaliteit bevorderen


- Beperkte sociale cohesie
- Meer groepsvorming en integratie in "criminele (jeugd) groepen"
- Meer losse gezagsverhoudingen 
 -Meer ongelijkheid

Slide 26 - Tekstslide

Paragraaf 9.3
Gevolgen van onveiligheid en criminaliteit:
- Gevolgen van criminaliteit
- Doelen van straffen
- Rol van de media
- Meten van criminaliteit

Slide 27 - Tekstslide

Gevolgen criminaliteit
- Materiële gevolgen: schade en het verlies van bezittingen
- Immateriële gevolgen: gevoel en beleving van slachtoffers
- Gevolgen samenleving: stereotypering, etnisch profileren, crimineel als rolmodel
- Gevolgen verdachte: reputatieschade, emotionele schade
- Gevolgen dader: somberheid, bindingen beschadigd, aansluiting  maatschappij verslecht

Slide 28 - Tekstslide

Doelen van straffen
1. Vergelding
2. Afschrikking
3. Speciale preventie
4. Resocialisatie
5. Bescherming van de samenleving

Slide 29 - Tekstslide

Vergelding en afschrikking
Vergelding: de dader moet net zoveel schade ervaren als hij zelf aangericht.

Afschrikking: als een straf hoog is dan zijn de kosten (de risico's) van een criminele daad hoger, waardoor minder mensen deze daad zullen plagen.

Slide 30 - Tekstslide

Speciale preventie en resocialisatie
Speciale preventie: de straf moet dusdanig zijn dat het nieuwe misdrijven door dezelfde dader voorkomt (waarschuwing), zoals voorwaardelijke straf.

Resocialisatie: heropvoeden, zoals afkicken van drugs of psychische behandeling.

Slide 31 - Tekstslide

Bescherming van de samenleving
Bescherming van de samenleving: wanneer speciale preventie of resocialisatie weinig effect heeft bij de dader, kan het belangrijkste doel van straf zijn om de samenleving te beschermen, zoals een gevangenisstraf.

Slide 32 - Tekstslide

1

Slide 33 - Video

04:01
In deze veroordeling wordt onder andere een voorwaardelijke straf gegeven. Welk doel van straffen past bij dit soort straf?
A
Vergelding
B
Speciale preventie
C
Resocialisatie
D
Bescherming van de samenleving

Slide 34 - Quizvraag

Rol van de media
1. Cultivatiehypothese: het beeld van de werkelijkheid wordt beïnvloed als mensen over een onderwerp veel kijken of lezen, toenemende subjectieve onveiligheid
2. Opinieleidershypothese: benadrukt de invloed die opinieleiders, influencers en idolen hebben op de media
3. Mediaframing hypothese: mediamakers kiezen bewust of onbewust  voor een bepaalde invalshoek voor het onderwerp
4. Selectiviteitshypothese: mensen lezen of kijken nieuws wat hun mening of bevestigd en aansluit bij hun referentiekader

Slide 35 - Tekstslide

Meten van criminaliteit
1. Rechtbankstatistieken
2. Politiestatistieken
3. Zelfrapportage: daders en slachtoffers

Slide 36 - Tekstslide

Rechtbankstatistieken
Rechtbankstatistieken: brengen het aantal veroordelingen in kaart.

Nadelen: rechtbankstatistieken brengen alleen het veroordeelde type misdrijven in kaart. De misdrijven die niet tot veroordeling leiden blijven buiten beschouwing.

Slide 37 - Tekstslide

Politiestatistieken
Politiestatistieken: geven de cijfers weer van de criminaliteit die onder de aandacht van de politie komt. 

Afhankelijk van aangiftebereidheid: type delict en vertrouwen in politie en justitie

Slide 38 - Tekstslide

Zelfrapportage
- Zelfrapportage (slachtoffer): wanneer en hoe was iemand slachtoffer.
- Zelfrapportage (dader): wanneer iemand welk misdrijf gepleegd heeft.

Anonimiteit: mensen zijn meer bereid om eerlijk antwoord te geven.

Betrouwbaarste methode: zolang het gaat over vaak voorkomende en niet al te ernstige criminele feiten.

Slide 39 - Tekstslide

Paragraaf 9.4
Onveiligheid en criminaliteit bestrijden:
- Klassieke en moderne school
- Tweesporenbeleid
- Ideologieën over criminaliteit en     onveiligheid
- Ontwikkelingen veiligheidsbeleid

Slide 40 - Tekstslide

Klassieke en moderne school
Deze scholen ( wetenschappelijke visie, denkrichting ) kenmerken zich door verschillende ideeën over de oorzaak van criminaliteit en hebben elk een ander mensbeeld.


Slide 41 - Tekstslide

Klassieke school
- Mens is een rationeel wezen, criminaliteit een rationele keuze
- Criminaliteit gedrag: afweging tussen kosten en baten
- De straffen moeten hoog zijn
- Daadrecht: dezelfde vergrijpen moeten gelijk bestraft worden
- Vergelding en afschrikking hoofddoelen van straffen



Slide 42 - Tekstslide

Moderne school
- Mens is onvrij in zijn denken en handelen
- Er moet rekening worden gehouden met de persoonskenmerken en de sociale omstandigheden van de dader.
- Mensen als product van nature- en nurturefacotoren
- Daderrecht: aandacht voor omstandigheden dader
- Speciale preventie, resocialisatie en bescherming van de samenleving als hoofddoel van straffen.

Slide 43 - Tekstslide

Welke kenmerken horen bij de klassieke school en welke bij de moderne school?
Klassieke school
Moderne school
Daadrecht
Daderrecht
Resocialisatie
Bescherming van de samenleving
Mens is rationeel
Vergelding

Slide 44 - Sleepvraag

Tweesporenbeleid
- Tweesporenbeleid: door de overheid ontwikkeld om criminaliteit te bestrijden en veiligheid te vergroten. Bestaat uit preventie en repressie

- Preventie(voorkomen): Ondersteuning en hulpverlening en beperken van de gelegenheid tot criminaliteit (strategie).
- Repressie( bestraffen of onderdrukken): rechtshandhaving

Slide 45 - Tekstslide

Ideologieën over criminaliteit en onveiligheid
- Socialistische/ sociaaldemocratisch ideologie
- Liberale ideologie
- Confessionele ideologie

Slide 46 - Tekstslide

Socialistische/ sociaaldemocratisch ideologie

- Stimuleren van gelijke rechten en kansen op macht, bezit en status
- Nadruk op rechtsbescherming maar criminaliteit sterk bestrijden want kan solidariteit in gevaar brengen.
- Criminaliteit voorkomen: opvoeding, school, maatschappelijke ondersteuning en aanpak van wijken.
- Europese aanpak

Slide 47 - Tekstslide

Liberale ideologie
- Persoonlijke vrijheid en eigen verantwoordelijkheid
- Focus op rechtshandhaving en bescherming van de democratische rechtsorde

Twee soorten liberalen in liberalisme:
1. Conservatieve liberalen
2. Progressieve liberalen




Slide 48 - Tekstslide

Confessionele ideologie
- Voorstander sociale cohesie
- Overbrengen van normen en waarden zijn belangrijk (preventie)
- Nadruk op rechtshandhaving

Slide 49 - Tekstslide

Ontwikkelingen veiligheidsbeleid

- Integraal veiligheidsbeleid: is de samenwerking met verschillende organisaties en burgers om een veilige samenleving te creëren.

Slide 50 - Tekstslide