In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Bloemen
Slide 1 - Tekstslide
Alle zaadplanten maken bloemen.
Bloemen bevatten geslachtsorganen van de plant.
Slide 2 - Tekstslide
Bouw van een bloem
teken de bloem
Slide 3 - Tekstslide
Bloemen voor voortplanting
Kelkbladeren: De buitenste krans van kleine, groene bladeren.
Zorgen voor bescherming bv voor kou.
Slide 4 - Tekstslide
De kroonbladeren
Vormen de kroon van de bloem.
Mooi gekleurd en ruiken lekker, waarom?
Slide 5 - Tekstslide
Veel soorten planten hebben bloemen die tweeslachtig
Waarom zou dit zijn?
Slide 6 - Tekstslide
Mannelijke geslachtsorganen
De meeldraden zijn de mannelijke geslachtsorganen. (helmdraad en helmknop samen)
Bovenop de meeldraad wordt het stuifmeel (pollen) gemaakt.
Dat zijn mannelijke geslachtscellen.
Slide 7 - Tekstslide
Vrouwelijk geslachtsorganen
Stempel, stijl en vruchtbeginsel samen noem je de stamper.
Stamper is het vrouwelijke geslachtsorgaan van de bloem.
Stempel en de stijl -> vruchtbeginsel, (daarin zit het zaadbeginsel)
daarin ontstaan eicellen
Slide 8 - Tekstslide
Bestuiving
Slide 9 - Tekstslide
Insectenbloemen
Sommige bloemen worden bestoven met behulp van insecten. Deze bloemen moeten opvallen door kleur of geur. Insecten gaan op zoek naar nectar Het stuifmeel is plakkerig en ruw
Slide 10 - Tekstslide
Insectenbestuiving
Door insecten
Slide 11 - Tekstslide
Wind bestuiving
Door de wind
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Bevruchting
Stuifmeelkorrel maakt stuifmeelbuis Die groeit naar de eicel toe Eicel en stuifmeelkorrel versmelten met elkaar: Bevruchting
Slide 14 - Tekstslide
Na bevruchting
Groeit iedere bevruchte eicel uit tot zaad Er kunnen meerdere zaden per vruchtbeginsel zijn De eicellen zitten in zaadbeginsels en groeien samen uit tot zaadje Het vruchtbeginsel wordt de vrucht
Slide 15 - Tekstslide
Bloemen
Kroonbladeren
Kelkbladeren
Helmdraad
Stamper
Slide 16 - Tekstslide
Bloemen
Meeldraad;
*Helmknop
*Helmdraad
*Helmhokje
*Stuifmeelkorrels
Slide 17 - Tekstslide
Fotosynthese
Slide 18 - Tekstslide
Maken:
eerst lezen 5.4
daarna aan de opdrachten van 5.4
timer
10:00
Slide 19 - Tekstslide
1, 2 en 3 zijn de enige organen van deze plant. Dit is een ......
1
2
3
A
zaadplant
B
naaldboom
C
Groene plant
D
sporenplant
Slide 20 - Quizvraag
Het zaadbeginsel zit...
A
...op de stempel van de bloem
B
...in het vruchtbeginsel van de bloem
C
...in de stijl van de bloem
D
... bij de kelkbladeren van de bloem
Slide 21 - Quizvraag
Herhalen: Wat is NIET WAAR?
A
1 stempel
B
4 helmknop
5 kroonblad
6 zaadbeginsel
C
de bloem werd beschermd door nr.7 en 5
D
1, 2 en 3 vormen samen de meeldraad
Slide 22 - Quizvraag
Welke onderdelen van een bloem hebben vaak mooie, opvallende kleuren?
A
De kelkbladeren
B
De stamper
C
De kroonbladeren
D
De meeldraden
Slide 23 - Quizvraag
Welke onderdeel vervoerd water en voedingsstoffen, door middel van vaatbundels?
A
Wortel
B
Bloem
C
Stengel
D
Bladeren
Slide 24 - Quizvraag
Wat eet je bij doperwtjes?
A
wortels
B
vruchten
C
zaden
D
bloemen
Slide 25 - Quizvraag
De bloemen op plant P zijn
A
Eenslachtig
B
Tweeslachtig
Slide 26 - Quizvraag
Wat eet je bij MAIS?
A
bloemen
B
vruchten
C
wortels
D
zaden
Slide 27 - Quizvraag
Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
Bij de fotosynthese ontstaat alleen glucose.
B
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en koolstofdioxide.
C
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof.
D
Bij de fotosynthese ontstaan water, koolstofdioxide en glucose.
Slide 28 - Quizvraag
Voor fotosynthese is licht nodig.
A
juist
B
onjuist
Slide 29 - Quizvraag
In een wortel kan fotosynthese plaatsvinden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quizvraag
Vindt in gras fotosynthese plaats?
A
Ja
B
Nee
Slide 31 - Quizvraag
Waar liggen de nieuwste jaarringen?
1
2
A
Op locatie 1, aan de binnenkant van de stam
B
Op locatie 2, aan de buitenkant van de stam
Slide 32 - Quizvraag
Wat is een bladskelet?
A
De botten van een blad
B
Een blad zonder bladmoes
C
Een bladschijf
Slide 33 - Quizvraag
Wat gebeurt er in de huidmondjes?
A
Koolstofdioxide gaat het blad in en zuurstof het blad uit.
B
Zuurstof gaat het blad in en koolstofdioxide het blad uit.