Quiz Level 2

Quiz Level 2
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnthaalSecundair onderwijs

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Quiz Level 2

Slide 1 - Tekstslide

Welke van onderstaande stellingen is GEEN tip voor het goed invullen van een onthaalmemo?
A
Vraag waarmee je de klant kan helpen.
B
Verwijs de klant naar de wachtruimte.
C
Spreek duidelijk en rustig.
D
Herhaal wat je genoteerd hebt.

Slide 2 - Quizvraag

Het apparaat dat een boodschap afspeelt wanneer niemand de telefoon kan opnemen is...
A
de telefooncentrale
B
de meldingsboodschap
C
het antwoordapparaat

Slide 3 - Quizvraag

Het alfabet dat we gebruiken als internationaal telefoonalfabet is...
A
het NOVO-alfabet
B
het NALO-alfabet
C
het NALA-alfabet
D
het NAVO-alfabet

Slide 4 - Quizvraag

Een telefoonmemo is...
A
...het NAVO-alfabet uit je hoofd leren.
B
...een herinnering dat je iemand moet terugbellen.
C
een detailbeschrijving van een telefoongesprek.
D
...een reminder hoe je heldere taal gebruikt.

Slide 5 - Quizvraag

Een centraal telefoontoestel dat personen kan doorverbinden is een...
A
...telefooncentrale.
B
...gsm.
C
....antwoordapparaat
D
...meldingsboodschap.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is belangrijk bij correct doorverbinden? (2 antwoorden)
A
Het bedrijf goed kennen.
B
Een goede memo kunnen schrijven.
C
De telefooncentrale kunnen bedienen.
D
Goed kunnen terugbellen.

Slide 7 - Quizvraag

Als de geheugentoets op een telefooncentrale constant rood is, wil dat het volgende zeggen:
A
toestel kapot
B
de lijn is vrij
C
toestel in gesprek
D
toestel rinkelt

Slide 8 - Quizvraag

De mute-toets indicitator...
A
...schakelt de microfoon uit.
B
...schakelt het toestel uit.
C
...schakelt de meldingsboodschap in.
D
...gaat rechtstreeks naar het antwoordapparaat.

Slide 9 - Quizvraag

De Redial-toets...
A
...schakelt de microfoon uit.
B
...schakelt het antwoordapparaat aan.
C
...doet aan nummerherhaling.
D
...verbindt automatisch door.

Slide 10 - Quizvraag

Nummer 1 is... .
A
...de navigatie-toetsen
B
...het LCD-scherm.
C
...de geheugentoetsen.
D
...de cijfer-toetsen.

Slide 11 - Quizvraag

Nummer 3 is... .
A
...de navigatie-toetsen
B
...het LCD-scherm.
C
...de geheugentoetsen.
D
...de cijfer-toetsen.

Slide 12 - Quizvraag

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Leg de hoorn neer zodat je collega kan overnemen.
Noteer de naam, functie en reden van de beller.
Geef je collega alle gegevens (naam, functie, reden beller.)
Zet de beller op de wachtlijn.
Vertel de beller met wie je zal doorverbinden en vraag om even te wachten
Vertel de beller met wie je hem zal doorverbinden.

Slide 13 - Sleepvraag

Je leerkracht spelt een voornaam en naam met het NAVO-alfabet. Luister goed en vul in (gebruik juiste hoofdletters).

Slide 14 - Open vraag

Je leerkracht spelt een voornaam en naam met het NAVO-alfabet. Luister goed en vul in (gebruik juiste hoofdletters).

Slide 15 - Open vraag

INKOMEND TELEFOONGESPREK
UITGAAND TELEFOONGESPREK
Houd alle noodzakelijke gegevens bij de hand.
Herhaal de oplossing/afspraak.
Bedank de beller voor het wachten.
Noteer de naam van de beller.

Slide 16 - Sleepvraag

Een meldingsboodschap moet uitgebreid en duidelijk zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Een goede meldingsboodschap nodigt de beller uit een boodschap in te spreken.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Het is geen goed idee een muziekje te gebruiken in een meldingsboodschap.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Vertaal: What can I do for you?
A
Met wie spreek ik?
B
Kan ik X spreken?
C
Wat kan ik voor u doen?
D
Spreek ik met X?

Slide 20 - Quizvraag

Vertaal: Elle est en réunion pour le moment.
A
Zij is momenteel in vergadering.
B
Zij is momenteel afwezig.
C
Zij is momenteel vrij.
D
Zij is momenteel niet bereikbaar.

Slide 21 - Quizvraag

Vertaal: Hold the line please.
A
Bel morgen terug aub.
B
Blijf aan de lijn aub.
C
Wij bellen u terug.
D
Spreek een boodschap in.

Slide 22 - Quizvraag

Vertaal: Je n'ai pas bien compris.
A
Ik ben niet bereikbaar.
B
Ik heb geen mailadres.
C
Kan u iets luider spreken?
D
Ik heb het niet goed begrepen.

Slide 23 - Quizvraag

Vertaal: To whom should I put you through?
A
Met wie wil u doorverbonden worden?
B
Met wie wil u een afspraak maken?
C
Met wie wil u spreken?
D
Wie moet u terugbellen?

Slide 24 - Quizvraag

Vertaal: Est-ce que vous pourriez prendre un message?
A
Wil u hem laten terugbellen?
B
Mag ik uw telefoonnummer?
C
Wilt u een boodschap achterlaten?
D
Wilt u een boodschap aannemen?

Slide 25 - Quizvraag

directeur du personnel is...
A
aankoopdirecteur
B
algemeen directeur
C
personeelsdirecteur
D
verkoopsdirecteur

Slide 26 - Quizvraag

saleswoman is...
A
verkoopdirecteur
B
winkelbediende
C
assistent
D
secretaresse

Slide 27 - Quizvraag

division administrative is...
A
administratieve afdeling
B
aankoopafdeling
C
informatica-afdeling
D
logistieke afdeling

Slide 28 - Quizvraag

logistics director is...
A
personeelsverantwoordelijke
B
logistiek verantwoordelijke
C
informatica-afdeling
D
logistieke afdeling

Slide 29 - Quizvraag