Les 36 - 1HN - Dinsdag 1 apr.

Links
Rechts
Ga zitten op de plek waar je hoort te zitten.
Als je hier met je rug naar het bord toe staat ...
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Links
Rechts
Ga zitten op de plek waar je hoort te zitten.
Als je hier met je rug naar het bord toe staat ...

Slide 1 - Tekstslide

Les 36- 1HN
Werkwoordspelling



DOME

Slide 2 - Tekstslide

Planning

1. Voorlezen 
2. Nieuws
3. Herhalen 
>Samen een opdracht maken
4. Aantekeningen
5. Zelfstandig werken
6. Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Voorlezen
timer
7:00

Slide 4 - Tekstslide

NIEUWS VAN DE DAG

Slide 5 - Tekstslide

§8 - Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 6 - Tekstslide

§ 9 Sterke en zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank: 
lopen → liepen; ruiken → roken; zoeken → zochten.
De verschillen zie je in de verleden tijd. Bij onregelmatige werkwoorden (§13) zie je dit verschil ook in de tegenwoordige tijd.

Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank: hopen → hoopten; praten → praatten; spelen → speelden; luisteren → luisterden.
Je gebruikt 't x-kofschip (§10)

Slide 7 - Tekstslide

§10 - Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden
1 - Maak de stam van het werkwoord (-en)
2 - Waar eindigt de laatste letter van de stam op?
3- Gebruik 't X - K(o)fsch(i)p
>WEL in 't X - K(o)fsch(i)p = +te(n)
NIET in 't X - K(o)fsch(i)p = +de(n)
-Soms moet je voor de uitspraak klinkers toevoegen
>Raden - Ik raadde

Slide 8 - Tekstslide

§ 11 Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden

Alleen enkelvoud en meervoud

-Verandert van klank
-Soms moeten er letters weg of erbij voor de uitspraak

hebben / hadden
beet / beten

Slide 9 - Tekstslide

§12 - Voltooid deelwoord

-Voorvoegsels: ge-, her-, ver- of be- 
>geroepen, herhaald, verloren, bekeken 
Kan nooit de persoonsvorm zijn
-Hulpwerkwoorden: hebben, zijn of worden
-Gebruik 't x-Kofschip voor de -d of -t
> Nooit de verlengproef
Hij heeft de hond gevonden.
Hij de hond gevonden.

Slide 10 - Tekstslide

§12 - Voltooid deelwoord

WAAR ZIT HET VOLTOOID DEELWOORD?

1. Ik heb eergisteren een portemonnee gevonden bij de supermarkt.

2. Waarschijnlijk is hij uit iemand zijn zak gevallen en heeft hij het niet eens gemerkt.

1. De eerste zin was: ‘Heeft iemand zijn portemonnee verloren?’

Slide 11 - Tekstslide

§13 - Onregelmatige werkwoorden
-Sterke werkwoorden
>Vijf 
-Bijzonder: ook anders in de tegenwoordige tijd

Slide 12 - Tekstslide

Maken
Cursus 7 - Spelling

§13 - Onregelmatige werkwoorden

Klaar?

Maak 'trainen'


timer
27:00

Slide 13 - Tekstslide

Einde van de les

Slide 14 - Tekstslide