11.3 Enzymen

11.3 Enzymen

1. Wat is de taak van enzymen?
2. Welke voedingstoffen moeten eerst verteerd worden?
3. Waarom gaat de vertering langzamer als iemand koorts heeft?

timer
2:30
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

11.3 Enzymen

1. Wat is de taak van enzymen?
2. Welke voedingstoffen moeten eerst verteerd worden?
3. Waarom gaat de vertering langzamer als iemand koorts heeft?

timer
2:30

Slide 1 - Tekstslide

11.3 Enzymen

Slide 2 - Tekstslide

Na vandaag:
- Weet je hoe enzymen grote moleculen afbreken
- Weet je welke enzymen er betrokken zijn bij de vertering van koolhydraten, eiwitten en vetten


Slide 3 - Tekstslide

Lezen kopje "vorm, functie en naamgeving van enzymen" blz. 92 
1. Waarom heb je maar weinig nodig van een enzym?
2. Wat is de taak van een enzym in een reactievergelijking?
3. Waarom zijn er zoveel verschillende enzymen? 
4. Wat gebeurd er bij een hydrolyse?
5. Hoe noemen we het verbinden van organische moleculen om grotere organische moleculen te vormen?
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

 Enzymen
Enzymen zijn katalysatoren die een reactie versnellen. Hierdoor is een reactie mogelijk bij veel lagere temperatuur (37oC)

De activeringsenergie gaat omlaag: er is minder energie nodig om de reactie te laten verlopen.

Slide 5 - Tekstslide

invloed enzym op activeringsenergie

Slide 6 - Tekstslide

Substraat specifiek

Sleutel/slot principe

Elk enzym kan maar 1 soort reactie versnellen

Enzymen worden niet opgebruikt



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Opbouw/afbraak van moleculen

  • Dissimilatie: afbraak of splitsing van moleculen
Hydrolyse: dissimilatie waar water voor nodig is
  • Assimilatie: opbouw van moleculen
Condensatie: assimilatie waar water bij afsplitst

Slide 9 - Tekstslide

Een enzym is een eiwit






  • Denaturatie

Slide 10 - Tekstslide

Optimum temperatuur

Slide 11 - Tekstslide

Optimum PH
reactieversnellers van stofwisselingsreacties
gereedschappen van de cel
bij lichaamstemperatuur is het te koud om in een cel normaal gesproken reacties te laten plaatsvinden
reactiespecifiek
herbruikbaar
substraatspecifiek
substraat = stof die wordt bewerkt


Slide 12 - Tekstslide

zuurgraad in het maagdarm kanaal

Slide 13 - Tekstslide

Vertering van koolhydraten
mondholte : amylase
polysaccharide wordt disaccharide
12-vingerige darm (alvleessap): amylase
dunne darmwand: maltase & fructase
disaccharide wordt monosaccharide
 opname dunne darm

Slide 14 - Tekstslide

Vertering van eiwitten 
maag: peptase
eiwitten -> polypeptide en oligopeptide (enkele az lang)
alvleesklier: tryptase en chymotryptase
(trypsinogeen en chymotrypsinogeen)
maken kleinere peptides
dunne darm sap: peptidase
peptides -> aminozuren

endopeptidase (middenin) en exopeptidase (eind)

Slide 15 - Tekstslide

Vertering van DNA en RNA



alvlees sap: nuclease
losse nucleotiden



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Binas 82G

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

gal (lever) = emulgator
lipase (alvleesklier) = enzym

Slide 20 - Tekstslide

Binas
82 E
82 F
82 G
Bestudeer deze 3 binas bladzijde goed.

Begrijp je alle termen die gebruikt worden?

Begrijp je de opbouw/info die gegeven wordt?

Slide 21 - Tekstslide

Aan het werk
Opdracht 29 t/m 38 en 40,41




Slide 22 - Tekstslide