Kgs Les 2 - Jaar 9

Kgs jaar 9
Les 2
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kgs jaar 9
Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week heb je geleerd de voorstelling van een  kunstwerk te beschrijven. 

Deze week leer je enkele hulpwoorden die je daarbij kunnen helpen. 

Slide 2 - Tekstslide

Vorige week was het landschap een schilderij van Paulus Potter. Als je landschap zegt, scheelt de een hoop uitleg over de grasvelden en bomen die te zien zijn. Iedereen weet dan hoe de voorstelling er ongeveer uit ziet

Slide 3 - Tekstslide

Kunstenaars maakte door de jaren heen ontzettend veel landschappen

Zet in in de volgende slide de schilderijen op de goede volgorde door de blauwe afbeeldingen naar de rode jaartallen te slepen.

Slide 4 - Tekstslide

1647
1880

1998

Slide 5 - Sleepvraag

Een ander bekend hulpwoord is stilleven.

Het zijn levenloze objecten die door een kunstenaar in een bepaalde compositie bij elkaar zijn neergezet...

Slide 6 - Tekstslide

... al staan sommige objecten schuin. De kunstenaar heeft het zo neergezet om te schilderen.






Maak de volgende sleepvraag



Slide 7 - Tekstslide

1620
1880
2014

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Je kunt een stilleven fotografen maar ook schilderen of hoe dan ook.
Deze kip is geschilderd! Vind jij het een stilleven?

Slide 10 - Tekstslide

Vind jij de kip op de vorige slide een stilleven? Waarom wel / niet?

Slide 11 - Open vraag

Een portret van iemand kan en face (spreek uit: an fas) of en profiel (spreek uit: an profiel)







          Een en face portret         Een en profiel portret

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Omschrijf dit schilderij van Frida Kahlo:

Slide 14 - Open vraag

Het schilderij is een....
A
en face portret
B
en profiel portret

Slide 15 - Quizvraag

Als mensen gefotografeerd worden nemen zij vaak een houding aan, of ze maken een gebaar of hebben een gezichtsuitdrukking. Deze woorden helpen je bij het beschrijven van een portret.

Op de volgende slid zie je 3 foto's van zanger Tom Waits. Sleep je juiste foto bij het woord.  

Slide 16 - Tekstslide

Houding
Gezichts-
uitdrukking
Gebaar

Slide 17 - Sleepvraag

Als een fotograaf een foto maakt, is dat soms een snapshot en dus heel spontaan genomen. Soms legt de fotograaf de scene van te voren vast, dat heet geënsceneerd (woord scène zit er in)

De Amsterdamse fotograaf 
Erwin Olaf maakt vaak foto's
die geënsceneerd zijn. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Deze foto is geënsceneerd,
leg uit waar je dat aan ziet.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Is deze foto geënsceneerd?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Naar de fantasie of  
naar de waarneming

Verzonnen of echt?

Slide 23 - Tekstslide

Bekijk dit dier van 
Jan Švankmajer goed!

Slide 24 - Tekstslide

Dit object is....
A
Naar de fantasie
B
Naar de waarneming

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Dit stilleven is
A
Naar de fantasie
B
Naar de waarneming

Slide 27 - Quizvraag

Deze les heb je de hulpwoorden geleerd. 

Landschap, stilleven, en face, en profiel, geënsceneerd, houding, gebaar, gezichtsuitdrukking, naar de fanatasie/naar de waarneming.

Volgende keer leer je het benoemen van voorstellingsaspecten van een voorstelling. 
Daarna volgt een toetsmoment over de voorstelling.

Slide 28 - Tekstslide

Dank voor het maken 
van deze les!!!

Slide 29 - Tekstslide