Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Thema 2, week 1 Les 4 bijvoeglijk voltooid deelwoord
Geef een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord.
1 / 22
volgende
Slide 1:
Open vraag
Spelling
Basisschool
Groep 8
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Geef een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord.
Slide 1 - Open vraag
Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 2 - Quizvraag
Jan heeft een nieuwe auto gekocht.
A
auto is bijvoeglijk naamwoord
B
Jan is bijvoeglijk naamwoord
C
nieuwe is bijvoeglijk naamwoord
Slide 3 - Quizvraag
De waarzegger keek in de kristallen bol.
KRISTALLEN
IS EEN ...
A
zelfstandig naamwoord
B
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 4 - Quizvraag
Wat weet jij over het voltooid deelwoord.
Slide 5 - Open vraag
gegeten
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
Slide 6 - Quizvraag
'gebeurd'
is een
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
Slide 7 - Quizvraag
Ik heb mijn struiken gesnoeid.
A
hulpwerkwoord
B
voltooid deelwoord
Slide 8 - Quizvraag
De
gebroken
vaas is weer heel.
gebroken is een .....
A
bijvoeglijk naamwoord
B
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
C
bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
Slide 9 - Quizvraag
Lesdoel
Ik kan het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden correct spellen.
Slide 10 - Tekstslide
Mats heeft het cadeau
ingepakt.
Mats geeft het
ingepakte
cadeau aan de juf.
Slide 11 - Tekstslide
Wij hebben de wedstrijd
gewonnen.
Wij hebben de tekening
betaald.
De ........... wedstrijd.
De ......... rekening.
Slide 12 - Tekstslide
Voltooid deelwoord.
Schrijf het voltooid deelwoord op je wisbord.
Slide 13 - Tekstslide
Gebruik je een volooid deelwoord bijvoeglijk, dan komt er vaak een
-e-
achter het voltooid deelwoord.
Slide 14 - Tekstslide
Wanneer het voltooid deelwoord op
–en
eindigt, dan schrijf je het als bijvoeglijk naamwoord hetzelfde.
Slide 15 - Tekstslide
Wanneer het voltooid deelwoord op
–en
eindigt, dan schrijf je het als bijvoeglijk naamwoord hetzelfde.
Slide 16 - Tekstslide
Stappenplan
Slide 17 - Tekstslide
dweilen
Ik heb de vloer ..........
De ........... vloer .
Slide 18 - Tekstslide
poten
Ik heb de bloembollen ..........
De ........... bloembollen.
Slide 19 - Tekstslide
Wat heb jij vandaag geleerd over het voltooid deelwoord.
Slide 20 - Open vraag
Aan het werk
Thema 2, week 1 - Les 4
Opgave 3
Opgave 1
Plussen
Thema 2, week 1 - Dictee 3
klaar
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
09. Thema 2, week 1 Les 4 bijvoeglijk voltooid deelwoord
September 2019
- Les met
32 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Thema 2, week 4 Werkwoordendictee
Oktober 2021
- Les met
21 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
07. Thema 1, week 4, les 16 bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
September 2023
- Les met
21 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Thema 7, week 1 Les 4 bijvoeglijk voltooid deelwoord
Oktober 2022
- Les met
19 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
20. Thema 3, week 4 Werkwoordendictee bijvoeglijk voltooid deelwoord
November 2019
- Les met
26 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Werkwoorden hoe zit het ook al weer
Februari 2023
- Les met
32 slides
Spelling
Basisschool
Groep 7,8
voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Februari 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Talent H4 spelling
Juni 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2