Thema 7, week 1 Les 4 bijvoeglijk voltooid deelwoord

Geef een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord.
1 / 19
volgende
Slide 1: Open vraag
SpellingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Geef een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 1 - Open vraag

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Quizvraag

Jan heeft een nieuwe auto gekocht.
A
auto is bijvoeglijk naamwoord
B
Jan is bijvoeglijk naamwoord
C
nieuwe is bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Quizvraag


De waarzegger keek in de kristallen bol.

KRISTALLEN  IS EEN ...
A
zelfstandig naamwoord
B
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Quizvraag

Wat weet jij over het voltooid deelwoord.

Slide 5 - Open vraag

gegeten
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 6 - Quizvraag

'gebeurd'
is een
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 7 - Quizvraag

0

Slide 8 - Video

Lesdoel

Ik kan het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden correct spellen.

Slide 9 - Tekstslide

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


De weg werd verbreed.
De ..... weg.

Slide 10 - Open vraag

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


Jammer dat ik het doel heb gemist.
Het  ..... doel.

Slide 11 - Open vraag

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


Wij hebben de wedstrijd gewonnen.
De  ..... wedstrijd.

Slide 12 - Open vraag

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


Mats heeft het cadeau ingepakt.
Het  ..... cadeau.

Slide 13 - Open vraag

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


Wij hebben de tekening betaald.
De  ..... tekening.

Slide 14 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord?


De gedekte tafel.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord?


De gedweilde vloer.

Slide 16 - Open vraag

Gebruik je een volooid deelwoord bijvoeglijk, dan komt er vaak een -e- achter het voltooid deelwoord.

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer het voltooid deelwoord op –en eindigt, dan schrijf je het als bijvoeglijk naamwoord hetzelfde.

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk
 Thema 7, week 1
Les 4

Slide 19 - Tekstslide