Spelling Gevaarlijke werkwoorden

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Gevaarlijke werkwoorden
Een gevaarlijk werkwoord KLINKT als persoonsvorm hetzelfde als deelwoord.

Slide 2 - Tekstslide

Persoonsvorm:
betaalt!
Noa betaalt haar ijsje bij de Spatel.
Deelwoord!
Betaald
Liv heeft haar ijsje bij de Spatel betaald.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de PV/TT/EV van verwijderen?
A
verwijderen
B
verwijdert
C
verwijderd
D
verwijderde

Slide 4 - Quizvraag

Het deelwoord van verwijderen.
A
verwijdert
B
verwijderde
C
verwijderd
D
verwijderdt

Slide 5 - Quizvraag

voltooid deelwoord van
Herinneren
A
herinnert
B
herinnerd
C
geherinnerd
D
herinnerde

Slide 6 - Quizvraag

PV/TT/EV van herinneren.
A
herinnert
B
herinnerd
C
herinnerde
D
herinnerden

Slide 7 - Quizvraag

deelwoord van
beantwoorden
A
gebeantwoord
B
beantwoordt
C
beantwoordde
D
beantwoord

Slide 8 - Quizvraag

PV/EV/TT van
gehoorzamen
A
gehoorzaam
B
gehoorzaamd
C
gehoorzaamdt
D
gehoorzaamt

Slide 9 - Quizvraag

deelwoord van
bedreigen
A
bedreigdt
B
bedreigt
C
bedreigde
D
bedreigd

Slide 10 - Quizvraag

Gevaarlijk of ongevaarlijk
erkennen
A
gevaarlijk
B
ongevaarlijk

Slide 11 - Quizvraag

Gevaarlijk of ongevaarlijk
lopen
A
gevaarlijk
B
ongevaarlijk

Slide 12 - Quizvraag

Gevaarlijk of ongevaarlijk
omhelzen
A
gevaarlijk
B
ongevaarlijk

Slide 13 - Quizvraag

Gevaarlijk of ongevaarlijk
verhinderen
A
gevaarlijk
B
ongevaarlijk

Slide 14 - Quizvraag

Gevaarlijk of ongevaarlijk
schrijven
A
gevaarlijk
B
ongevaarlijk

Slide 15 - Quizvraag

Gevaarlijk of ongevaarlijk
vergoeden
A
gevaarlijk
B
ongevaarlijk

Slide 16 - Quizvraag

Verkleuren
De foto............in de zon.

Slide 17 - Open vraag

beoordelen
De meester heeft de som..........

Slide 18 - Open vraag

beoordelen
De meester.................de som.

Slide 19 - Open vraag

ontroeren
Mijn vader was..................

Slide 20 - Open vraag

verwonden
De jongen.............zich aan zijn been.

Slide 21 - Open vraag