Voor het werkplan zijn er vier regels:
1 Schrijf stap voor stap op wat je gaat doen.
2 Onderzoek één ding tegelijk.
3 Gebruik een proefgroep en een controlegroep.
4 Doe proeven altijd met grote aantallen organismen.
Bij de proefgroep onderzoek je de invloed van één factor. Bijvoorbeeld van licht. De proefgroep is dan de groep kiemplantjes die je in het licht zet. De controlegroep bestaat uit kiemplantjes die je in het donker zet. De controlegroep krijgt niet de factor die je onderzoekt.