Steek!

Waar houden muggen van?
1 / 22
volgende
Slide 1: Woordweb
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Waar houden muggen van?

Slide 1 - Woordweb

Hoeveel soorten muggen zijn er in Nederland? (ongeveer)

Slide 2 - Woordweb


A

Slide 3 - Quizvraag

Let op.
Komende vragen zijn
RACEVRAGEN
Geef antwoord zonder lang na te denken.

Slide 4 - Tekstslide

Stellingen:
Alle steekmuggen steken.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Stellingen:
Het gezoem van muggen komt van hun steeksnuit.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Stellingen:
Een bult en jeuk zijn een allergische reactie van het lichaam.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Stellingen:
Alleen vrouwtjesmuggen hebben bloed nodig.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Stellingen:
Muggen dienen niet als voer voor andere dieren.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Stellingen:
Muggen kunnen mensen vanaf 30 meter afstand ruiken
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Muggen steken mij......
A
altijd
B
heel soms
C
meer dan gemiddeld
D
nooit

Slide 11 - Quizvraag

Let op, er komen natuurlijk weer kijkvragen!

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de achternaam van de presentatrice?
A
Zandbergen
B
Zandhopen
C
Zandveen
D
Zandhuizen

Slide 13 - Quizvraag

Van welke mug hebben wij de meeste last?
A
huismug
B
steekmug
C
steekhuismug
D
huissteekmug

Slide 14 - Quizvraag

Wie steken?
A
mannetjesmuggen
B
vrouwtjesmuggen
C
larven
D
eites

Slide 15 - Quizvraag

Tot wanneer duurt het muggenseizoen?
A
begin september
B
eind september
C
begin oktober
D
eind oktober

Slide 16 - Quizvraag

bij welke universiteit werkt Sander?
A
Wageningen
B
Utrecht
C
Rotterdam
D
Amsterdam

Slide 17 - Quizvraag

Van een mug een.......olifant maken.
=
Van iets kleins iets groots maken.
A
tank
B
flat
C
olifant
D
reus

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Kijk op www.muggenradar.nl

Slide 20 - Tekstslide

Wat betekent dit?
A
geen overlast
B
een beetje overlast
C
veel overlast
D
heel veel overlast

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video