Na 1960 kwamen er meer mensen naar Nederland toe. Er was toen veel werk in fabrieken. Vooral jonge mannen uit Zuid-Europa, Marokko en Turkije kwamen dat werk doen, want in hun eigen land was veel werkloosheid. Een ander deel bleef in Nederland en liet hun gezin overkomen. Dat noem je
gezinshereniging. Sommige mannen trouwden met iemand uit het land waar ze waren geboren. Dat heet gezinsvormende migratie.
Nu komen veel mensen uit Midden- en Oost-Europa naar Nederland om te werken.