Extra Opdracht - Febrero 7

¡Bienvenidos a las clase de Español!
Meneer Gómez
Martes, 07 de Febrero de 2023
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos a las clase de Español!
Meneer Gómez
Martes, 07 de Febrero de 2023

Slide 1 - Tekstslide

Las reglas de salón de clases/ Huisregels
  1. Bij binnenkomst spullen op tafel: Chromebook (dicht), Boeken, Pen en papier.
  2. Geen mobieltjes in de klas
  3. Als ik praat, zijn jullie stil
  4. Steek je hand op als je iets wilt zeggen
  5. Niet aan elkaar of elkaars spullen zitten

Slide 2 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy? 
(Wat gaan wij vandaag doen?)
1.  Herhalen:
 - Los números del 0 al 100. (Getallen 0 - 100) 
-  Persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans 
- Het werkwoord TENER (hebben)


Slide 3 - Tekstslide

Objetivos (Leerdoelen)
Herhalen

  1. Je kunt tot honderd tellen in het Spaans.
  2. Je kunt de Persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans gebruiken in een zin.
  3. Je kunt het werkwoord ¨Tener¨ vervoegen en gebruiken in een zin.


Slide 4 - Tekstslide

Weten jullie het nog? - Extra opdracht getallen (zie elo)
Weten jullie sommige nummers in het Spaans?
timer
7:00

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Tener = hebben (Extra opdracht - elo)
Yo tengo
tienes
Él/ella/usted tiene
Nosotros tenemos
Vosotros tenéis
Ellos/ellas/ustedes tienen
Ik heb
Jij heeft
Hij/ Zij/ U heeft
Wij hebben
Jullie hebben
Zij hebben
timer
7:00

Slide 9 - Tekstslide

Pronombres personales Persoonlijk voornaamwoorden
1
ik
yo
2
jij
3
hij, zij (ev), u (ev)
él, ella, usted
4
wij
nosotros, nosotras
5
jullie
vosotros, vosotras
6
zij, zij vrouwelijk (mv), u (mv)
ellos, ellas, ustedes

Slide 10 - Tekstslide

Frases clave - Bron E
1. ¿Cómo se llama tu padre? - Hoe heet jouw vader?
2. ¿Tienes hermanos? - Heb jij broers of zussen?
3. ¿Cuántos años tiene tu hermana? - Hoe oud is jouw zus?
4. ¿Dónde viven tus abuelos? - Waar wonen jouw grootouders?
5. ¿Cuántos primos tenéis? - Hoeveel neven en nichten heb jij?

Slide 11 - Tekstslide




¡Hasta la próxima semana!

Slide 12 - Tekstslide