Lezen hoofdstuk 5 opdracht 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Brugklas

Lezen hoofdstuk 5

Pak je Nederlands boek bladzijde 137

Lezen hoofdstuk 5 tekst 3

Samen tekst 3 lezen

Zelfstandig vragen van opdracht 5 maken.

Boek open op blz. 136/137

1. Wat is het onderwerp van de tekst?

2. Koop jij vaak iets in de uitverkoop? Wat koop je dan vooral?

gezwicht

aangetoond

lasten

investeren

Afwegingen

status

om de tuin leiden

Bedriegen

Bewezen

Bezweken

Gedachten over wat het beste is

Geld inzetten met als doel geld te verdienen

kosten

maatschappelijk aanzien

4. Uit welke alinea's bestaat de inleiding van de tekst?

1. alinea 1
2. alinea 1 en 2
3. alinea 1, 2 en 3
4. alinea 1, 2, 3 en 4

5. In alinea 3 staat iets over het 'economische gedrag van de mens'. Leid uit de rest van alinea 3 af wat dat is.

6. In alinea 3 woorden drie voorbeelden opgesomd. Waarvan zijn het voorbeelden?

7. Welke tegenstelling herken je tussen alinea 3 en 4?

8. Noteer uit alinea 4 een woordgroep die ongeveer hetzelfde betekent als 'steeds'

9. 'Toch kozen de meeste van de proefpersonen voor de grote schaal' (al.5) Waarom gebruikt de schrijver hier het woordje toch?

10. 'Er zijn meer manieren waarop we ons door cijfers om de tuin laten leiden.' (al. 6) Welke twee verklaringen worden daarvoor genoemd?

1. Heel vaak doen we volkomen onlogische aankopen
2. Iets lijkt soms heel veel of heel goedkoop, maar dat is niet zo.
3. Soms maken we een totaal verkeerde inschatting.
4. We vergeten meestal even goed te rekenen.

11. Heeft de tekst een goed slot? Licht je antwoord toe.

12. Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

1. Hoe langer we moeten wachten, hoe eerder we met iets tevreden zijn.
2. Mensen gebruiken maar in weinig gevallen hun gezonde verstand bij het doen van aankopen.
3. Vaak vinden mensen het heerlijk als ze iets vinden waarvan ze niet wisten dat ze het nodig hadden.
4. Weinig mensen kunnen weerstand bieden aan de verleidingen van de uitverkoop

13. Wat is het belangrijkste doel van deze tekst?

1. Amuseren
2. Informeren
3. Overtuigen
4. Activeren