H3 Chili §1
1 / 23
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De kennis over de bewegingen van platen noemen we:
Slide 2 - Open vraag
Hoelang is Chili?
A
2800 km
B
4800 km
C
9800 km
D
4500 km
Slide 3 - Quizvraag
Chili ligt op het ... ?
A
Noordelijk halfrond en oostelijk halfrond
B
Zuidelijk halfrond en westelijk
C
Noordelijk halfrond en
Westelijk halfrond
D
Zuidelijk en
Oostelijk halfrond
Slide 4 - Quizvraag
Hoe breed is Chili ter hoogte van de hoofdstad?
A
300 km
B
2500km
C
150 km
D
5500km
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Wat is de motor voor de platentektoniek?
A
Convectiestromen
B
De hitte van de aardkern
C
De mantel
D
Lava
Slide 7 - Quizvraag
Welke begrippen hebben te maken met aardbevingen in Chili
A
Convergentie, oud gebergte, subductie
B
Divergentie, jong gebergte, tsunami
C
Divergentie, oud gebergte, subductie
D
Convergentie, subductie, tsunami
Slide 8 - Quizvraag
Een seismisch gat is:
A
een groot gat voor de kust van Chili waar veel tsunami’s voorkomen.
B
een gebied waar al lang geen zware aardbeving is voorgekomen.
C
een gebied waar door de vele vulkanen veel seismische trillingen ontstaan.
D
de naam die in Chili wordt gegeven aan grote aardbevingen waarbij gaten in de grond ontstaan.
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Welke plaatbeweging heeft het verschuiven van dit hek veroorzaakt?
Slide 11 - Open vraag
Welke plaatbeweging is te zien op de afbeelding.
A
Convergentie
B
Divergentie
C
Transform
D
subductie
Slide 12 - Quizvraag
Als een oceanische plaat onder een continentale schuift, noemen we dat...
A
Divergentie
B
convergentie
C
subductie
D
transform
Slide 13 - Quizvraag
Welke natuurverschijnselen doen zich voor bij convergentie?
A
Een aardbeving en een vulkaan
B
een aardbeving, vulkaan en gebergtevorming
C
Een aardbeving, gebergtevorming en een trog
D
Een aardbeving en gebergtevorming
Slide 14 - Quizvraag
Een aardbeving ontstaat in het.....
A
Epicentrum
B
Hypocentrum
Slide 15 - Quizvraag
Beschrijf wat een seismisch gat is.
Slide 16 - Open vraag
Er is een plaatbreuk tussen de Zuid-Amerikaanse plaat en de Nazcaplaat. Welke plaat duikt onder de andere?
A
De oceanische Nazcaplaat duikt onder de continentale Zuid-Amerikaanse plaat
B
De continentale Nazcaplaat duikt onder de oceanische Zuid-Amerikaanse plaat
C
De oceanische Zuid-Amerikaanse plaat duikt onder de continentale Nazcaplaat
D
De continentale Zuid-Amerikaanse plaat duikt onder de oceanische Nazcaplaat.
Slide 17 - Quizvraag
Convergente breuk
Divergente breuk
Transforme breuk
Nieuwe aardkorst
Aardbevingen
Korst verdwijnt
Mid-oceanische rug
Gebergtevorming / plooiing
Aardbevingen
Slide 18 - Sleepvraag
Subductie is altijd convergentie. Maar convergentie is niet altijd subductie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Een trog ontstaat bij:
A
Convergentie
B
Divergentie
C
Transversale beweging
D
Subductie
Slide 20 - Quizvraag
timer
1:00
Convectiestromen
Vulkaan
Convergentie
Plooiing
Subductie
Mantel
Diepzeetrog
Midoceanische rug
Slide 21 - Sleepvraag
Welke plaatbeweging zie je op de afbeelding?
A
convergentie
B
divergentie
C
transform of transversale
