WK 7 (2 & 3) HA1 - TAALVERZORGING: par. 27 persoonsvorm tegenwoordige tijd en verleden tijd

5 minuten lezen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5 minuten lezen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TAALVERZORING

Par. 27 persoonsvorm tegenwoordige tijd 
en verleden tijd

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn moeder
heeft
mijn brood
gesmeerd.

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn broer
had
een auto
gekocht.

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Janneke
is
gisteren
naar de supermarkt
geweest.

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Staat de persoonsvorm in de t.t. of de v.t.?
Mijn moeder heeft mijn brood gesmeerd
pvtt
pvvt
Mijn moeder heeft mijn brood gesmeerd.
Mijn broer had een auto gekocht.
Janneke is gisteren naar de supermarkt geweest.

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn broer
had
een auto
gekocht.

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordspelling pvtt & pvvt

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maakwerk
Maak opdracht 1 + 2 + 3 van par. 27  blz. 110 + 111

Slide 13 - Tekstslide

Zichtbaar maken antwoorden par. 21 in IL
Geen huiswerk!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 minuten lezen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TAALVERZORING

Par. 27 persoonsvorm tegenwoordige tijd 
en verleden tijd

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling
Persoonsvorm tegenwoordige tijd

(worden) Er ... nooit voor mij gebeld.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Spelling
Persoonsvorm tegenwoordige tijd

(vinden) Hoe ... je die film?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Spelling
Persoonsvorm tegenwoordige tijd

(herkennen) Ik hoop dat u mij nog ... .

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Spelling
Persoonsvorm verleden tijd

(gebeuren) Er ... hier nooit iets.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Spelling
Persoonsvorm verleden tijd

(wenden) Veel leerlingen ... zich gisteren tot de directeur.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Spelling
Persoonsvorm verleden tijd

De jongen (bekladden) .... de muren gisteren met stift.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is "Koken" een sterk of zwak werkwoord?
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is "Denken" een sterk of zwak werkwoord
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maakwerk
Maak Drillster-oefening 3 van par. 27 

Slide 25 - Tekstslide

Zichtbaar maken antwoorden par. 21 in IL
Huiswerk
HW dinsdag 5e uur: 
1. Nakijken huiswerk par. 22 (zie ItsLearning)
2. Maak opdr. 6 + 7 van par. 27 blz. 112 + 113

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies