AF Les 4 Anatomie van de spieren

Les 3 Spieren
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 3 Spieren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen en planning
• Anatomie van de spieren
• Functies van skeletspierweefsel
• Structuur van de spieren
• Agonisten synergisten en antagonisten
1 december gastles

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Abductie & adductie
Ante- & retroflexie
Flexie & extensie
Rotatie
Sagittale as
Transversale as
Sagittale vlak
Frontaal vlak
Transversaal vlak
Longitudinale as

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten Spieren 
Skelet spieren 
Gladde spieren 
hartspieren 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rol van skeletspieren
Skeletspieren zijn de spieren die zorgen voor beweging van het skelet. Ze zijn verbonden met botten door middel van pezen.

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf de rol van skeletspieren en leg uit hoe ze aan botten zijn verbonden.
Handhaving van de lichaamshouding
Zelfs als je zit of stil staat zijn je skeletspieren in actie
Spierspanning

Alleen in diepe slaap zijn je skeletspieren helemaal ontspannen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondersteuning en bescherming
Gestructureerd tot een spierwand en die spierwand bied ondersteuning aan dat deel van het lichaam
( buikwand rond de buikholte)

Wat moet een spier dan beschermen? 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van spieren
Spieren bestaan uit spiervezels, die op hun beurt weer bestaan uit myofibrillen. Myofibrillen bevatten eiwitten die samentrekken om beweging mogelijk te maken.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit hoe spieren zijn opgebouwd en welke rol myofibrillen spelen.
De anatomie van spieren
Pezen verbinden spieren met de botten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spiervezels zijn opgebouwd uit myofibrillen 
- specialiseerde structuren 
- opgebouwd uit eiwitketens = myofilamenten ( Actine en Myosine) 
- afhankelijk van de hoeveelheid spierkracht bevat het spiervezel weinig of veel myofibrillen 
- Contractiliteit = de mate van samentrekbaarheid 
- Liggen parallel aan elkaar in lengterichtng spier
- Samenwerking Actine e Myosine maakt samentrekking spier mogelijk
- Sacromeren = kleinste eenheid van de spier 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw en werking
musculus:
spierbuik
spierbundel met spiervezels



Spiervezel is gevuld met spierfibrillen ( deze zorgen voor samentrekken)
Bindweefsel: rond de spier, rond de spierbundels en rond de spiervezels

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pezen
Om elke spierbundel zit een vlies.
Vliezen van alle bundels in een spier zijn aan het uiteinde samengegroeid tot één of meer pezen.
Spieren zitten met pezen vast aan de botten.
Dit zijn de witte delen aan het einde van de spier. 
Pezen zijn taaie, stevig en niet elastisch en kunnen zich niet samentrekken. 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt een beweging tot stand ? 
1) Impuls vanuit grote hersenen
2) Via zenuwuitloper naar ruggenmerg
3) Overdracht naar motorische zenuwcel 
4) Naar motorische eindplaat in de spier
5) Overgang naar zenuwuitloper naar de spiervezels 
6) beweging 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt beweging mogelijk gemaakt?
A
Ontspannen van myofibrillen
B
Rekken van spieren
C
Samentrekking van myofibrillen
D
Calciumionen en ATP

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werken spieren samen?
Spieren werken samen door middel van zenuwsignalen. Een zenuwsignaal zorgt ervoor dat een spier samentrekt. Meerdere spieren werken samen om een beweging mogelijk te maken.

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit hoe spieren samenwerken om beweging mogelijk te maken.
Termen 
Synergisten Spieren die (ongeveer) dezelfde beweging maken. Deze spieren versterken elkaar
Antagonisten twee spieren die samenwerken door het tegenovergestelde te doen BV tricep en biceps
Spastisch: plotseling onwillekeurig samentrekken van een of meerdere spieren
Spieratrofie is het dunner en minder krachtig worden van de spieren. Hierdoor ontstaat er krachtverlies (bv langdurig in gips)
Spierhypertrofie toenemen van spiervolume (krachttraining)
Parese is een gedeeltelijke verlamming van spieren
Paralyse is volledig krachtverlies


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Synergisten en antagonisten
Spieren die elkaar versterken in hun werking zijn synergisten. Meerdere spieren voor een zelfde beweging ( denk aan meerdere spieren nodig om te lopen)

Antagonisten werken elkaar tegen. Biceps en triceps. Wanneer 1 spier zich samentrekt dan zal een ander ontspannen. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antagonisten 
Iedere spier heeft een antagonist.

Een spier kan namelijk zichzelf niet ontspannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SYNERGISTEN EN ANTAGONISTEN
  • Synergisten is samen werkers

  • Antagonisten = tegenwerkers

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOORBEELD
  • De tweehoofdige armspier en de opperarmspaakbeenspier buigen de arm (synergisten)

  • De driehoofdige armspier strekt de arm
Dit is dus een antagonist van de buigers

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor gewricht is de heup?
A
Kogelgewricht
B
Zadelgewricht
C
Scharniergewricht
D
Rolgewricht

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een skeletspier wordt gebruikt voor onwillekeurige gecontroleerde bewegingen van botten ten opzichte van elkaar
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent adductie?
A
Naar buiten draaien
B
Naar binnen draaien
C
Van het lichaam af bewegen
D
Naar het lichaam toe bewegen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De skeletspieren zijn lange onvertakte dwarsgestreepte vezels en liggen in bundels bij elkaar
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door een hoge stofwisseling in de spieren produceren de skeletspieren.....
A
veel afvalstoffen
B
veel warmte
C
weinig warmte
D
weinig afvalstoffen

Slide 27 - Quizvraag

Vanwege hun hoge stofwisselingsniveau produceren skeletspieren veel warmte. Dat merk je zelf al snel als je rent of hard fietst. Als je lichaam warm genoeg is, wordt de warmte afgevoerd, bijvoorbeeld door transpireren. Als het koud is, kun je bewust gaan bewegen om warm te worden. Ook onbewuste bewegingen, zoals rillen en klappertanden, veroorzaken spierwarmte.
Welke bewegingen zijn mogelijk in het elleboog gewricht?
A
Pronatie & supinatie
B
Flexie & extensie
C
Anteflexie & retroflexie
D
Plantairflexie & dorsaalflexie

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar al dat bindweefsel samen komt noemen we een?
A
pees
B
kraakbeen
C
bot
D
litteken

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer de spiervezels zich verkorten dan bewegen de botten.....
A
van elkaar af (strekken)
B
gebeurd niets
C
naar elkaar toe ( buigen)
D
botten worden niet aangestuurd door een spier

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


In een werkende spier ontstaan afvalstoffen. Als de afvalstoffen niet genoeg worden afgevoerd door het bloed ontstaat spierpijn. 
Spierpijn

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verkorten van de hele spier noem je
A
contractie
B
consternatie
C
convulsie
D
contra bewegen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werken spieren?
Spieren werken door samentrekking en ontspanning. Een spier trekt samen door de myofibrillen in de spiervezels samen te trekken. Dit wordt mogelijk gemaakt door calciumionen en ATP (adenosinetrifosfaat).

Slide 33 - Tekstslide

Leg uit hoe spieren werken en welke rol calciumionen en ATP spelen.
Spierfibrillen

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actine en myosine
Een spierfibril zit vol met twee typen draadvormige eiwitten: actine en myosine. Vanwege de draadvorm noem je ze actinedraden en myosinedraden. Ze liggen om en om tegen elkaar aan en kunnen in elkaar schuiven.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zodra de actinedraden en myosinedraden uit elkaar schuiven, krijgen de spierfibrillen, en vervolgens de spiervezels, de spierbundel en de spier weer hun oorspronkelijke lengte. De spier ontspant.
A
reintergratie
B
reflux
C
reformatie
D
relaxatie

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Energie
Het schuiven van actinedraden en mysosinedraden kost veel energie. 
Skeletspieren hebben veel zuurstof en brandstof nodig. Dit wordt geleverd door de vele bloedvaten

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet dit verschijnsel ?
A
Spieratrofie
B
Spierextremie
C
Hypertrofie
D
Spierantagonie

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zijn gladde spieren te vinden?
A
Botten en gewrichten
B
Huid en haar
C
Organen en bloedvaten
D
Hersenen en ruggenmerg

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort spieren zijn te vinden in het hart?
A
Gladde spieren
B
Hartspieren
C
Skeletspieren
D
Huidspieren

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe trekt een spier samen?
A
Door zuurstof en glucose
B
Door calciumionen en ATP
C
Myofibrillen in spiervezels trekken samen
D
Myofibrillen in spiervezels strekken

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaan spieren?
A
Myofibrillen
B
Eiwitten
C
Spiervezels
D
Bloedvaten

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

tm 24!
Maken:
tm 24

Schrijf je vragen op, mail ze mij! Eerder ga je geen weekend houden :-)

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fijn weekend






Een heel fijn weekend en tot dinsdag!

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies