2.3 massa en volume def

Residu
Filtraat
1 / 37
volgende
Slide 1: Sleepvraag
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, k, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Residu
Filtraat

Slide 1 - Sleepvraag

Thee met suiker is een ...................., want het is




 .................... en blijft .................... goed gemengd. 
Oplossing
Suspensie
Troebel
Helder
Wel
Niet

Slide 2 - Sleepvraag

Sinaasappelsap is een ...................., het blijft .................... 




goed gemengd, want de sliertjes in het vruchtvlees zakken .................... naar de bodem. 
Oplossing
Suspensie
Wel
Niet
Wel
Niet

Slide 3 - Sleepvraag

Een energiedrank zoals redbull is een  ...................., 




want het is .................... en blijft .................... goed gemengd. 
Oplossing
Suspensie
Troebel
Helder
Wel
Niet

Slide 4 - Sleepvraag

Karnemelk is een  ...................., 




want het is .................... en blijft .................... goed gemengd. 
Oplossing
Suspensie
Troebel
Helder
Wel
Niet

Slide 5 - Sleepvraag

Uit hoeveel soorten moleculen bestaat een mengsel?
A
1 soort molecuul
B
2 soorten moleculen
C
minstens 1 soort molecuul
D
minstens 2 soorten moleculen

Slide 6 - Quizvraag

Een suspensie is
A
Helder
B
Troebel

Slide 7 - Quizvraag

Modderwater is een
A
Suspensie
B
Oplossing

Slide 8 - Quizvraag

Cola is een
A
Suspensie
B
Oplossing

Slide 9 - Quizvraag

Een suspensie kun je scheiden door
A
indampen
B
extraheren/ extractie
C
filtreren
D
destilleren

Slide 10 - Quizvraag

Suspensie
Residu
Filtraat

Slide 11 - Sleepvraag

Thee zetten:
Welke scheidingsmethoden zijn dit?
A
Indampen-filtreren
B
Droogkoken-extraheren
C
Extraheren-indampen
D
Extraheren-filtreren

Slide 12 - Quizvraag

Zuivere stof
Mengsel
Zeewater
Puur goud
Koolstofdioxide
Diamant
Bloed
Mayonaise
Brons
Thee met suiker
Zwavel

Slide 13 - Sleepvraag

Wat gebeurd er als je zout in water doet?

Slide 14 - Open vraag

Hoe kan ik een potje zout en zand van elkaar scheiden?

Slide 15 - Open vraag

Wanneer maak je gebruik van extraheren?

Slide 16 - Open vraag

Wat is de zuivere stof?
A
koffie
B
limonade
C
zout
D
cola

Slide 17 - Quizvraag

In welke buis zit een suspensie?

A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 18 - Quizvraag

Welke scheidingsmethoden gebruik je bij het zetten van koffie?
A
Extraheren, indampen
B
Extraheren, filtreren
C
Filtreren, indampen
D
Extraheren

Slide 19 - Quizvraag

Massa
Met een weegschaal meten we de massa van een voorwerp. 
(we gebruiken nooit "gewicht") 

Kilogram (kg) of gram (g) of ton (t)

1 kg = 1000 g 
1 t = 1000 kg

Slide 20 - Tekstslide

Massa
Massa = Een maat voor de hoeveelheid stof
massa kan je meten met een weegschaal




! let op: massa is niet hetzelfde als gewicht !
Grootheid
Grootheid
(symbool)
Eenheid
Eenheid
(symbool)
massa
m
kilogram
kg

Slide 21 - Tekstslide

Volume
Met een maatcilinder of een berekening kun je het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen. 

Liter (L), mililiter (mL) of m3, cm3

1 L = 1000 mL


Slide 22 - Tekstslide

Welke formule gebruik je om het volume
van een rechthoekig voorwerp te berekenen?

Slide 23 - Open vraag

regelmatige vaste vorm

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Alleen bij een onregelmatig voorwerp!

Slide 26 - Tekstslide

Onregelmatige vaste vorm

Slide 27 - Tekstslide

Zonder vaste vorm: vloeistoffen

Slide 28 - Tekstslide

Volume
Hoeveel ruimte iets inneemt
formule: V= l x b x h (kubus)
Grootheid
Grootheid
(symbool)
Eenheid
Eenheid
(symbool)
massa
m
kilogram
kg
volume
V
kubieke centimeter
m^3

Slide 29 - Tekstslide

Volume
r
h
1 L        = 1 dm^3
1 mL    = 1 cm^3
V = r² x π x h (cilinder)

Slide 30 - Tekstslide

Wat is een metriek stelsel

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Ik moet omreken van m naar cm.
Hoeveel stapjes doe ik dan naar rechts in het metriek stelsel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 33 - Quizvraag

Omrekenen

130cL=...dL
A
1,3
B
13
C
1300
D
0,13

Slide 34 - Quizvraag

Omrekenen

6,5dL=...mL
A
65
B
0,65
C
650
D
6500

Slide 35 - Quizvraag

Omrekenen:
1000 liter =
A
1 m³
B
1 dm³
C
10 dm³
D
10 m³

Slide 36 - Quizvraag

Omrekenen:
240 milliliter =
A
240 cm3
B
240 dm3
C
240000 cm3
D
24 m3

Slide 37 - Quizvraag