extra uitleg momenten

Ben je binnen? Maak de woordzoeker. Daarna uitleg in LessonUp, op volgorde paragraaf 1, 2, 3, 4.
We herhalen de stof uit HS3 Krachten. Je werkt in je eigen tempo en krijgt hulp. Net zolang tot iedereen het snapt.
 

VIa de LessonUps.
Maak de woordzoeker. Daarna gesprekje + wat we gaan doen voorlopig (steunles)
Lesdoelen bereikt? Dit checken we elke les en ook maandag.

Hoe is er gewerkt?
Oefentoets volgende week is vrijblijvend/open boek - wel maken want je oefent voor je PTA in januari. 

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ben je binnen? Maak de woordzoeker. Daarna uitleg in LessonUp, op volgorde paragraaf 1, 2, 3, 4.
We herhalen de stof uit HS3 Krachten. Je werkt in je eigen tempo en krijgt hulp. Net zolang tot iedereen het snapt.
 

VIa de LessonUps.
Maak de woordzoeker. Daarna gesprekje + wat we gaan doen voorlopig (steunles)
Lesdoelen bereikt? Dit checken we elke les en ook maandag.

Hoe is er gewerkt?
Oefentoets volgende week is vrijblijvend/open boek - wel maken want je oefent voor je PTA in januari. 

Slide 1 - Tekstslide

Ben je binnen? Ga rustig zitten, bekijk je eigen toets. Geef op je wisbord aan welke opgaven je nog niet beheersde. We gaan volgende les cijfers verbeteren.

We herhalen de stof over nettokracht (par 3) en over hefbomen (par 4)
Net zolang tot iedereen het snapt.
 

deze lessonup
Boek open: HS3 paragraaf 3 blz 153
Lesdoelen bereikt? 
Inhoud paragrafen 3 en 4  (moeilijk/makkelijk/leuk etc.)
Hoe is er gewerkt?
Punten scoren met vragen (mini-toets) op woensdag.

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
Bekijk het volgende filmpje goed. Hierin wordt het begrip moment uitgelegd.

Het is vooral belangrijk dat je begrijpt hoe je de arm bepaalt en wanneer het moment nul is. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Moment
  • Moment van een kracht = de draaineiging van een kracht.
  • Bijvoorbeeld een scheef hangend schilderij. 

Slide 5 - Tekstslide

Moment
  • Er is altijd een kracht en een draaipunt aanwezig.
  • Het voorwerp draait net zolang totdat de werklijn van de kracht door het draaipunt gaat.

Slide 6 - Tekstslide

Moment
  • Moment heeft ook een richting.
  • De richtingen zijn linksom of rechtsom.
  • Linksom = tegen de klok in.
  • Rechtsom = met de klok mee.
  • Op het moment van loslaten draait het schilderij met de klok mee, dus het moment is rechtsom.


Slide 7 - Tekstslide

Moment van een kracht
     linksom                                                                                          rechtsom




                                                  evenwicht

Slide 8 - Tekstslide

Het moment van
F1
A
is linksom
B
is rechtsom
C
is 0 Nm

Slide 9 - Quizvraag

Het moment van
F2
A
is linksom
B
is rechtsom
C
is 0 Nm

Slide 10 - Quizvraag

Het moment van
F3
A
is linksom
B
is rechtsom
C
is 0 Nm

Slide 11 - Quizvraag

Het moment van
F4
A
is linksom
B
is rechtsom
C
is 0 Nm

Slide 12 - Quizvraag

Belangrijk
Het is belangrijk dat je snapt hoe je de arm van de kracht kunt bepalen. Lees en bekijk de volgende slide aandachtig. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

moment = grootte van kracht x lengte van arm



Kracht is in newton
r is de lengte van arm is in meter
Moment is in newton meter

Soms wordt er voor de lengte van de arm een ander symbool gebruikt:
l of d                                                                
                                                                                            of   
M=Fl
M=Fr
M=Fd

Slide 15 - Tekstslide

De eenheid van kracht is:
A
N
B
F
C
kg
D
Nm

Slide 16 - Quizvraag

De eenheid van moment is:
A
N/m
B
Nm
C
N
D
Ncm

Slide 17 - Quizvraag

Een kracht van 750N grijpt loodrecht aan op een hefboom. De arm is 3780mm. Hoe groot is het krachtmoment?
A
3215 Nm
B
2780 Nm
C
2835 Nm
D
2935 Nm

Slide 18 - Quizvraag

Om bij een hefboom evenwicht te krijgen moet:
A
De kracht aan de linkerkant gelijk zijn aan de kracht aan de rechterkant.
B
Het krachtmoment aan de linkerkant gelijk zijn aan het krachtmoment aan de rechterkant.
C
De massa aan beide zijden gelijk zijn.
D
Geen van bovenstaande antwoorden.

Slide 19 - Quizvraag

Huiswerk
  • Lees par 1
  • Maak opgaven 7 t/m 15

ruitjespapier, potlood, geodriehoek nodig.

Slide 20 - Tekstslide