INB 10 B1 17 januari onregelmatige werkwoorden

Welkom allemaal!
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Maak een zin. A2: want, B1: omdat

Slide 3 - Open vraag

Maak een zin. A2: omdat, B1: hoewel

Slide 4 - Open vraag

Maak een zin. A2: als, B1: toen

Slide 5 - Open vraag

Splitsing niveaus

Slide 6 - Tekstslide

onregelmatige werkwoorden
In het Nederlands hebben we te maken met onregelmatige werkwoorden. Deze vervoegingen moet je uit je hoofd leren.

Slide 7 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden

Slide 8 - Tekstslide

VERBIEDEN
VERBOOD/VERBODEN
VERBODEN
VERGETEN
VERGAT/VERGATEN
VERGETEN
VERZINNEN
VERZON/VERZONNEN
VERZONNEN
VINDEN
VOND/VONDEN
GEVONDEN
VRAGEN
VROEG/VROEGEN
GEVRAAGD
VRIEZEN
VROOR/VROREN
GEVROREN
ZIEN
ZAG/ZAGEN
GEZIEN

Slide 9 - Tekstslide

ZIJN
WAS/WAREN
GEWEEST
ZINGEN
ZONG/ZONGEN
GEZONGEN
ZOEKEN
ZOCHT/ZOCHTEN
GEZOCHT
ZWEMMEN
ZWOM/ZWOMMEN
GEZWOMMEN

Slide 10 - Tekstslide

Ik heb gisteren in de zee........(zwemmen)

Slide 11 - Open vraag

Vorige week........(zien) ik een mooie auto.

Slide 12 - Open vraag

Het heeft de hele week.................(vriezen)

Slide 13 - Open vraag

Ik...............(vergeten) dat ik les had.

Slide 14 - Open vraag

Maandag hebben wij een verhaal.............(verzinnen)

Slide 15 - Open vraag

Hij ........................(verbieden) mij om er iets over te zeggen.

Slide 16 - Open vraag

Wij hebben naar een oplossing...............(zoeken)

Slide 17 - Open vraag

wij.................(zingen) een mooi lied

Slide 18 - Open vraag

Wat is het hele werkwoord?
Wij vroegen haar de weg.
A
vroeg
B
vraag
C
vroegen
D
vragen

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het hele werkwoord?
Telefoons werden vorige week in de les verboden.
A
verbood
B
verbied
C
verbieden
D
verboden

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:
zwemmen

Slide 21 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van:
vragen

Slide 22 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van:
zoeken

Slide 23 - Open vraag

Wat is de verleden tijd enkelvoud van:
vinden

Slide 24 - Open vraag

Wat is de verleden tijd enkelvoud van:
zien

Slide 25 - Open vraag

Wat is de verleden tijd meervoud van:
zingen

Slide 26 - Open vraag

Wat is de verleden tijd meervoud van:
zoeken

Slide 27 - Open vraag

Heleen werkt als marketing-assistent bij een meubelfabrikant. Ze vertelt wat ze gisteren heeft gedaan op haar werk.
1. Gisteren (zijn) het maandag, de eerste werkdag na het weekend. Dat is altijd een drukke dag op mijn werk.
2. Eerst (hebben) ik een vergadering met ons team.
3. De vergadering (beginnen) om 9.00 en (duren) tot 10.30.
4. Ik (moeten) de notulen maken van de vergadering.
5. Aan het begin (zijn) we met vijf collega's, en na tien minuten
 (komen) onze manager binnen.
6. Hij (zeggen) dat het druk (zijn) op de weg en dat hij daarom niet op tijd (kunnen) zijn.
7. De vergadering (gaan) over een promotiecampagne voor een nieuwe serie meubels van onze fabriek.

Slide 28 - Tekstslide

8. We (spreken) over de verschillende onderdelen van de campagne en we (maken) afspraken over de taakverdeling: Hoe (kunnen) we de nieuwe meubels onder de aandacht van onze klanten brengen?
9. Wie van ons (schrijven) de promotieteksten?
10. Wie(zetten) die teksten op onze website?
11. En wie (kijken) er naar wat we op de sociale media
 (moeten) plaatsen?
12. Na die vergadering (werken) ik mijn notulen uit en
 (mailen) het verslag naar mijn collega's.
13. Tijdens de lunch (praten) ik met twee collega's over het afgelopen weekend en na de lunch (kijken) ik in mijn mailbox.
14. Ik (lezen) de binnengekomen mails en (beantwoorden) de mails die niet tot morgen (kunnen) wachten.

Slide 29 - Tekstslide

15. Daarna (hebben) mijn manager en ik een afspraak met een fotograaf die foto's (willen) maken voor onze nieuwe campagne.
16. Hij (uitleggen) hoe hij meestal (werken) en
 (laten) ons foto's zien uit zijn portfolio. Mijn manager
 (vinden) de foto's mooi en (vragen) aan mij om samen met de fotograaf een planning te maken voor de campagne.
17. Dat (doen) we en daarna (mogen) ik naar huis, na een drukke, maar leuke werkdag.

Slide 30 - Tekstslide

Dictee 
Schrijf (typ) de zinnen op die je hoort

Slide 31 - Tekstslide

1. Schrijf de zin op

Slide 32 - Open vraag

2. Schrijf de zin op

Slide 33 - Open vraag

3. Schrijf de zin op

Slide 34 - Open vraag

4. Schrijf de zin op

Slide 35 - Open vraag

5. Schrijf de zin op

Slide 36 - Open vraag