Bi-3H-7.2 Energie (Paulien)

Wat weet je nog?
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bacterie deelt zich op mijn boterham iedere 5 minuten.
Hoeveel bacteriën heb ik na een half uur!
A
6
B
36
C
18
D
64

Slide 2 - Quizvraag

tijd (min) aantal
0                   1
10                 2
20                4
30                 8
40                16
50                 32
60                  64
Hoe voorkom je voedselbederf?
A
Wanneer bacteriën moeilijker delen
B
Wanneer er geen schimmels en bacteriën bij komen
C
Wanneer schimmels minder sporen vormen
D
Zowel A,B als C zijn goed

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Energierijke stoffen
Bouwstoffen
Beschermende stoffen

suiker

zetmeel
vetten
eiwitten
mineralen
vitaminen
vetten
mineralen
water

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zijn voedingsvezels belangrijk voor?
A
voor de smaak
B
voor het kauwen
C
voor de darmen
D
voor het slikken

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een pak melk is een
A
voedingsmiddel
B
voedingsstof

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welke 3 dingen hangt je eetgewoonte af?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Conserveringsmiddelen vind je vaak terug op de verpakking als een...
A
E-nummer
B
B-nummer
C
C-nummer
D
A-nummer

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voedingsmiddel waar zetmeel in zit

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

7.2 Energie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.2 Leerdoelen
Hoe kom je aan energie
Hoeveel energie heb je nodig
Waarom matig met vet
Waarom matig met suiker

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.2 Begrippenlijst
-Energiegijke stoffen (koolhydraten, vetten), kilojoule (kJ), 
  kilocalorie
-BMI, overgewicht, ondergewicht
-Cholesterol, hoge bloeddruk, kransslagader, hartinfarct
-Tandbederf, caries, fluoride
-Obesitas

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kom je aan energie?
Energie komt uit energierijke stoffen
Koolhydraten en vetten
zij leveren kilojoules / kilocalorien


Koolhydraten zijn  o.a.zetmeel en suikers

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Etiket

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Etiket
Opdracht:
Je doet deze opdracht in tweetallen. Je hebt 10 min. de tijd.
Jullie gebruiken het etiket op de blz. 14 van het tekstboek 
Beantwoord de vragen op de volgende slide over het etiket. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Etiket
1. Er zit 250 gram in het pak. Als je het hele voedingsmidddel helemaal opeet/opdrinkt, hoeveel energie levert dit dan op? 
2. Hoeveelste deel is dit van wat jij op een dag ongeveer nodig hebt? (bron 4)
3. Op het etiket staat als het goed is het aantal kJ en het aantal kcal. Deel het aantal kJ door het aantal kcal. 
Welk getal komt hieruit? Klopt dit met het getal in het boek?
4. Welke beschermende stoffen zitten er in jullie product?
5. Tel alle hoeveelheden voedingsstoffen per 100 gram op. Kom je uit op 100 gram?

Slide 16 - Tekstslide

1:100g=385kJ   250 gram= 385/100x250= 962 kJ 
2: vrouw: 100%=9700 1% 97.
  962/97=9,9%
jongen:962/125=7,7%
3: 3385/91=4,2 klopt 1kcal=4,2 kJ of 1 kJ=1/4,2 kcal
4 beschermende stoffen:
zout, calcium, vit D
5: 64,28 gram + calc en vitD. Water ontbreekt


Hoeveel energie heb je nodig?
Hangt af van:
  1. Activiteit
  2. Leeftijd
  3. Geslacht

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BMI

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

overgewicht
ondergewicht 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken je eigen BMI
gewicht : lengte2

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vetten

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verzadigde vetten (ongezond)
onverzadigde vetten ( gezond)
Iedereen heeft 80 gram per dag nodig als 
Energierijke stof en bouwstof

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cholesterol
Vetachtige stof die je lichaam gebruikt om nieuwe cellen te maken
Maak je zelf in de lever
Klein gedeelte komt binnen via voeding


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cholesterol vernauwt bloedvaten

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Cholesterol en een hoge bloeddruk

  • Hart moet harder pompen om door de vernauwde bloedvaten te komen
  • Bloeddruk wordt hierdoor hoger
  • Je hart slijt sneller
  • grotere kans op hartinfarct

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suikers
  • 250 gram koolhydraten per dag nodig
  • Niet alleen maar suikers!
  • Slecht gebit > tandbederf of cariës
  • Suiker wordt omgezet naar zuur
  • Het zuur tast je glazuur aan

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet te veel suiker

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

7.2: Energie berekenen
Ik eet 75 gram gekookte aardappels, 45 gram verse bloemkool en 22 gram kaas.​ 
A. Bereken hoeveel energie dit oplevert.​ 
B. Hoe lang kan ik hierop lopen? (1 min. lopen kost 18kJ)​ ​ 
Tabel:  100 g gekookte aardappelen= 346 kJ​ 
              100 gram verse bloemkool= 102 kJ​ 
              100 gram strooikaas=990kJ ​

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

antw A 7.2: Energie berekenen
75 gram gekookte aardappels​ Tabel: 100 g gekookte aardappelen= 346 kJ​ 
G   100    1      75​ 
kJ   346             ?      Dus 346/100x75= 259,5kJ aardappel​ ​ 
45 gram verse bloemkool ​ Tabel: 100 gram verse bloemkool= 102 kJ​ 
G   100    1     45​ 
kJ   102             ?      Dus 102/100x45= 45,9kJ bloemkool​ 
22 gram kaas​ Tabel: 100 gram strooikaas=990kJ ​ 
G   100    1    22​ 
kJ   990            ?      Dus 990/100x22= 217.8 kJ kaas​
Totaal in de maaltijd:​  259,5kJ (aardappel) + 45,9kJ (bloemkool) + 217.8 kJ (kaas) = 523,2 kJ

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

antw B 7.2: Energie berekenen
B. Hoe lang kan ik hierop lopen? (1 min. lopen kost 18kJ)​ 
​ 
kJ        18      1         523,2​ 
Min      1                     ?         Dus 1:18=… x523.2 = 29 minuten​ kan je hardlopen van deze maaltijd

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het (huis)werk
Opdrachten 
Par. 7.2:3,5,7, 9, 10b,11,13,14,16, 18, 19 
Samenvatten 7.2 blz 53: 5 en 6
Lezen 7.3
PO glucose en zetmeel aantonen

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Opdrachten
Par. 7.2:3,5,7, 9,10b,11,12,13,14,16, 18
(toetsoefening: Samenvatten 7.2 blz 53: 5 en 6)

Demo PO1: glucose en zetmeel aantonen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel kilojoule bevat dit product per 100 gram?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies