7.2 Energie

Energie
7.2 NRG
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Energie
7.2 NRG

Slide 1 - Tekstslide

We bekijken de proefopstelling
Vul je stencil in.

Slide 2 - Tekstslide

1.1 Gezond eten

Slide 3 - Woordweb

Leerdoelen §1
  • Je hebt geleerd wat eetgewoonten zijn
  • Je weet het verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen
  • Je kunt de drie groepen waarin voedingsstoffen verdeeld worden noemen
  • Je kunt vertellen wat je moet doen om gezond te eten

Slide 4 - Tekstslide

Energie
  • Energie heb je elk moment van de dag nodig
  • Je hebt meer energie nodig als je beweegt
  • Spieren werken harder tijdens inspanning
  • Energie wordt gebruikt om warm te blijven

Slide 5 - Tekstslide

Waar haal ik energie vandaan?
Energie komt uit energierijke stoffen
Koolhydraten en vetten

Koolhydraten zijn zetmeel en suikers

Slide 6 - Tekstslide

7.2: Energie berekenen
Ik eet 75 gram gekookte aardappels, 45 gram verse bloemkool en 22 gram kaas.​ 
A. Bereken hoeveel energie dit oplevert.​ 
B. Hoe lang kan ik hierop lopen? (1 min. lopen kost 18kJ)​ ​ 
Tabel:  100 g gekookte aardappelen= 346 kJ​ 
              100 gram verse bloemkool= 102 kJ​ 
              100 gram strooikaas=990kJ ​

Slide 7 - Tekstslide

antw A 7.2: Energie berekenen
75 gram gekookte aardappels​ Tabel: 100 g gekookte aardappelen= 346 kJ​ 
G   100    1      75​ 
kJ   346             ?      Dus 346/100x75= 259,5kJ aardappel​ ​ 
45 gram verse bloemkool ​ Tabel: 100 gram verse bloemkool= 102 kJ​ 
G   100    1     45​ 
kJ   102             ?      Dus 102/100x45= 45,9kJ bloemkool​ 
22 gram kaas​ Tabel: 100 gram strooikaas=990kJ ​ 
G   100    1    22​ 
kJ   990            ?      Dus 990/100x22= 217.8 kJ kaas​
Totaal in de maaltijd:​  259,5kJ (aardappel) + 45,9kJ (bloemkool) + 217.8 kJ (kaas) = 523,2 kJ

Slide 8 - Tekstslide

antw B 7.2: Energie berekenen
B. Hoe lang kan ik hierop lopen? (1 min. lopen kost 18kJ)​ 
​ 
kJ        18               523,2​ 
Min      1                     ?         523,2;18 = 29 minuten​ kan je hardlopen                                                    van deze maaltijd

Slide 9 - Tekstslide

Noem een voedingsmiddel waar zetmeel in zit

Slide 10 - Open vraag

Voedingsmiddel
  • Iets wat je kan eten.
  • Op de verpakking staat hoeveel energie het voedingsmiddel bevat

Slide 11 - Tekstslide

Etiket

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel kilojoule bevat dit product per 100 gram?

Slide 13 - Open vraag

Hoeveel kilocalorieën bevat dit product per 100 gram?

Slide 14 - Open vraag

proefje
Zou een pinda willen branden?

Slide 15 - Tekstslide

  • Zou elk voedsel kunnen branden?
  • Waarom een pinda wel?

Slide 16 - Tekstslide

proefje
  • We zetten een glas over de brandende pinda
  • Wat gaat er gebeuren denk je?
  • Dus wat is er nodig voor verbranding?
  • En wat ontstaat er bij verbranding?

Slide 17 - Tekstslide

proefje
Nu doen we limonade in het bord
Wat zal er dan gebeuren?

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel energie heb je nodig?
Hangt af van:
  1. Activiteit
  2. Leeftijd
  3. Geslacht

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Heb je je BMI uitgerekend?

mijn lengte is 1,90 m, mijn gewicht is 90 kg
gewicht : lengte2

Wat is mijn BMI?
Is dat goed?

Slide 22 - Tekstslide

BMI

Slide 23 - Tekstslide

overgewicht
ondergewicht 

Slide 24 - Tekstslide

Vetten

Slide 25 - Tekstslide

Vetten
  • Iedereen heeft vetten nodig
  • 80 gram per dag
  • Energierijke stof en bouwstof

Slide 26 - Tekstslide

verzadigde vetten (ongezond)
onverzadigde vetten ( gezond)

Slide 27 - Tekstslide

Cholesterol
Vetachtige stof die je lichaam gebruikt om nieuwe cellen te maken
Maak je zelf in de lever
Klein gedeelte komt binnen via voeding

Slide 28 - Tekstslide

Cholesterol vernauwt bloedvaten

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Cholesterol & hoge bloeddruk
Het hart moet harder pompen om door de vernauwde bloedvaten te komen.

  1. Bloeddruk wordt hierdoor hoger
  2. Je hart slijt sneller

Slide 32 - Tekstslide

Suikers
250 gram koolhydraten per dag nodig
Niet alleen maar suikers!
Slecht gebit > tandbederf of cariës
Bacteriën zetten suikers om naar zuren

Slide 33 - Tekstslide

Niet te veel suiker

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

opdracht

Maak de opdracht over keurmerken

Slide 36 - Tekstslide