Na deze les herken je het begingetal en het stijg- en daalgetal in een formule.
kun je de formule berekenen en uitzetten in een tabel.
kun je formules veranderen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1
In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 10 min
Onderdelen in deze les
Lesdoel
Na deze les herken je het begingetal en het stijg- en daalgetal in een formule.
kun je de formule berekenen en uitzetten in een tabel.
kun je formules veranderen
Slide 1 - Tekstslide
Welke is de formule?
A
Bedrag in €
B
Tijd in dagen - 5 keer het bedrag in €
C
Bedrag in € = 25 - 5 x tijd in dagen
D
Tijd in uren = t
Slide 2 - Quizvraag
Hoe heet de rode lijn in de figuur hiernaast?
A
Een schuine lijn
B
Een diagonaal
C
Een assenstelsel
D
Een grafiek
Slide 3 - Quizvraag
Is de rode grafiek een stijgende of een dalende grafiek?
A
Een stijgende
B
Een dalende
C
Een afwijkende
D
Het blijft gelijk
Slide 4 - Quizvraag
Waarom is deze grafiek een dalende grafiek?
Slide 5 - Open vraag
Wat is het daalgetal in de formule: bedrag in € = 140 - 10 x tijd in weken
A
Daalgetal = -10
B
Daalgetal = -140
C
Daalgetal = 10
D
Daalgetal = 140 - 10
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het begingetal in de formule: bedrag in € = 140 - 10 x tijd in weken
A
Begingetal = -10
B
Begingetal = 140
C
Begingetal = 10
D
Begingetal = 140 - 10
Slide 7 - Quizvraag
Als er een + (plus) staat na het begingetal wordt het een stijgende grafiek en als er een - (min) staat na het begingetal wordt het een dalende grafiek " bedrag in € = 140 - 10 x tijd in weken "
A
Ja, plus is stijgende grafiek en min is dalende grafiek
B
Nee, plus is dalende grafiek en min is stijgende grafiek
C
Nee, de plus moet voor het begingetal staan
D
Nee, de min moet voor het begingetal staan
Slide 8 - Quizvraag
Bedenk een verhaaltje bij de formule: bedrag in € = 140 - 10 x tijd in weken
Slide 9 - Open vraag
Verander het daalgetal in de formule naar een ander stijggetal: bedrag in € = 140 - 10 x tijd in weken