1.1 De moderne massasamenleving

Welkom
Programma:
- Welkom
- Dit jaar + planning
- Nieuw boek + aanpak
- Leerdoelen
- Introductie
- 1. 1 De moderne massasamenleving + filmfragment
- Opdrachten
- Afsluiting

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
Programma:
- Welkom
- Dit jaar + planning
- Nieuw boek + aanpak
- Leerdoelen
- Introductie
- 1. 1 De moderne massasamenleving + filmfragment
- Opdrachten
- Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Dit jaar
Onderwerpen:
- Eerste Wereldoorlog
- Sovjet-Unie
- Tweede Wereldoorlog
- Koude Oorlog
- De wereld buiten Europa

Dit jaar altijd bij je: tekst- en werkboek + (aantekeningen)schrift.

Slide 2 - Tekstslide

Regels
- Telefoon in telefoontas!
- Niet praten wanneer de docent aan het woord is.
- Vinger opsteken als je wat wil zeggen/wil vragen.
- Laat je medeleerlingen uitpraten.
- Heb respect voor elkaar.
- Vraag wanneer je iets niet begrijpt!
- Huiswerk wordt netjes gemaakt.
- Zelfstandig werken.
- Kom gewoon op tijd.

Slide 3 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat kenmerkend is voor een moderne massasamenleving.
  • Je kunt beschrijven welke ontwikkeling de Europese industrie rond 1900 doormaakte.
  • Je kunt enkele belangrijke sociale en culturele veranderingen rond 1900 noemen.

Slide 5 - Tekstslide


Industriële Revolutie
1750-1900




  • Door de komst van de machines verandert de manier waarop mensen produceren: van handmatig naar machinaal
  • De verandering noemen we de Industriële Revolutie









Niet alleen de manier van produceren verandert enorm: ook de komst van stoomtreinen brengt grote veranderingen in het vervoer van mensen en goederen.

Slide 6 - Tekstslide

van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken

Slide 7 - Tekstslide

De twintigste eeuw duurt van
A
1901 - 2000
B
1801-1900
C
1801 - 2000

Slide 8 - Quizvraag

Begin 1900 werkten de meeste mensen in de:
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten

Slide 9 - Quizvraag

Wat is geen gevolg van het werk in de fabriek?
A
Veel mensen verhuizen naar de steden
B
Rondom fabrieken groeien de steden
C
er ontstaat een nieuwe klasse: de arbeiders
D
werken in de fabriek is een vooruitgang voor iedereen

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn volgens jou de verschillen tussen een stad uit 1900 en 2023?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Ontstaan van zware industrie
  • Staalindustrie (Hoogovens, IJmuiden)

  • Mijnbouw (steenkolenmijnen, Zuid-Limburg)

  • Petrochemie (aardolie, Rotterdam/Nederlands-Indië)

Slide 18 - Tekstslide

Vervoer verandert
  • Reizen wordt sneller en goedkoper (auto's worden goedkoper)

  • Eerst elektrische trein rijdt in 1909 tussen Den Haag en Rotterdam

  • Vliegen wordt steeds interessanter voor personen en goederen (Schiphol, 1916)

Slide 19 - Tekstslide

Communicatie
  • Trein vervangt postkoets

  • Brief wordt (soms) vervangen door telegrafie...

  • ... en telefoon vervangt telegrafie

  • De snelheid van het leven neemt toe en Nederland wordt meer een eenheid (de andere kant van het land is niet meer zo ver weg)

Slide 20 - Tekstslide

Elektriciteit
  • Zorgde tussen 1860-1914 tot Tweede Industriele Revolutie (staal, spoorwegen, elektriciteit en chemicaliën)

  • Belangrijke uitvinders die stroom populair hebben gemaakt: Thomas Edison en Nicolai Tesla

  • Steeds meer huishoudelijke toepassingen

Slide 21 - Tekstslide

Steden veranderen
  • Steden groeien enorm door werkgelenheid: arbeiderswijken

  • Stadsmuren worden weggehaald

  • Nieuwe dingen vragen aanpassingen: verharde wegen, stoep en trambanen

Slide 22 - Tekstslide

Bevolking groeit
  • Besmettelijke ziektes kunnen beter worden aangepakt

  • Betere riolering en watervoorziening

  • Betere medicijnen

  • Nieuwe manier van bouwen zorgt voor meer ruimte (afbraak stadsmuren)


Slide 23 - Tekstslide

De verdeling van de beroepsbevolking 
in Nederland in sectoren.

Slide 24 - Tekstslide









Meer producten, andere winkels




Slide 25 - Tekstslide

Lees de zinnen hieronder over de veranderingen in het leven van mensen.

Welke zin is juist?
A
Mensen waren veel meer tijd kwijt door alle nieuwe communicatiemiddelen.
B
Mensen gingen zich Groninger of Amsterdammer voelen in plaats van Nederlander
C
De spoorwegen bevorderden de eenheid in Nederland.
D
Er werd veel minder gereisd.

Slide 26 - Quizvraag

La Belle Epoque
Fin de Siècle

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

La Belle Epoque vs Fin de siècle
La Belle Epoque: We gaan een prachtige tijd tegemoet, dankzij alle vooruitgang.


Fin de Siècle: De tijd die we kenden is voorbij, we gaan een grimmige tijd tegemoet.

Slide 31 - Tekstslide

Negatief of positief?
1. Veel mensen keken optimistisch naar de toekomst.
2. Een groot deel van het volk leefde in armoede.
3. Er werden veel nieuwe uitvindingen gedaan.
4. Mensen werden gemiddeld ouder, omdat dokters meer ziekten konden genezen.
5. Er kwamen sociale wetten om het leven van de arbeiders te verbeteren.
6. De overheid probeerde door middel van voorlichting de hygiëne en de volksgezondheid te verbeteren.

Slide 32 - Tekstslide

Welke veranderingen traden op vanaf de 19e eeuw + gevolgen

Slide 33 - Open vraag

Wat is GEEN kenmerk van een moderne massasamenleving
A
Groot deel bevolking leeft in steden
B
Mensen zijn eenvoudig te bereiken door bijv. televisie
C
Groot deel van de bevolking is arm
D
Mensen en goederen kunnen snel verplaatst worden

Slide 34 - Quizvraag

Zelfstandig werken
VWO
Wat? Maken opdrachten paragraaf 1
Inhoud paragraaf: pagina 20 t/m 23
Opdrachten: pagina 24 & 25 
Opdracht:  4, 5, 8, 9, 10, 13, 14
Hoe? In stilte! 
Hoe lang? Rest van de les.
Hulp? Je mag de docent vragen stellen.
Klaar?  Lezen paragraaf 2

Slide 35 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Havo
Wat? Maken opdrachten paragraaf 1
Inhoud paragraaf: pagina 20 t/m 23
Opdrachten: pagina 24 & 25 
Opdracht: 4 t/m 13
Hoe? In stilte! 
Hoe lang? Rest van de les.
Hulp? Je mag de docent vragen stellen.
Klaar? Lezen paragraaf 2


Slide 36 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat kenmerkend is voor een moderne massasamenleving.
  • Je kunt beschrijven welke ontwikkeling de Europese industrie rond 1900 doormaakte.
  • Je kunt enkele belangrijke sociale en culturele veranderingen rond 1900 noemen.

Slide 37 - Tekstslide