In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Heute
Wiederholung
Wie spät ist es?
An die Arbeit
Slide 1 - Tekstslide
Vul het juiste werkwoord in: Ich ___________ einen Hund.
A
hast
B
haben
C
habe
D
habt
Slide 2 - Quizvraag
Vul het juiste werkwoord in: Er ________ sehr brav.
A
bin
B
seid
C
sein
D
ist
Slide 3 - Quizvraag
Vul het juiste werkwoord in: Wir ___________ an der Reihe.
A
sein
B
sind
C
seid
D
ist
Slide 4 - Quizvraag
Vul het juiste werkwoord in: Du __________eine schöne Jacke an.
A
hat
B
hast
C
bist
D
ist
Slide 5 - Quizvraag
Vul het juiste werkwoord in: Anna ________ die Schwester von Thomas.
A
ist
B
bist
C
hat
D
habe
Slide 6 - Quizvraag
Vul het juiste werkwoord in: Ihr ___________ bald fertig.
A
habt
B
bist
C
seid
D
sind
Slide 7 - Quizvraag
Vul het juiste vraagwoord in: ________ von euch wohnt in Berlin?
A
wer
B
was
C
wann
D
welche
Slide 8 - Quizvraag
Vul het juiste vraagwoord in: _________ heißt die Bundeskanslerin von Deutschland?
A
wer
B
was
C
wie
D
wo
Slide 9 - Quizvraag
Vul het juiste vraagwoord in: ________ feiert man am dritten Oktober?
A
wer
B
was
C
wann
D
wo
Slide 10 - Quizvraag
Vul het juiste vraagwoord in: ________ befindet sich das Brandenburger Tor?
A
wann
B
wer
C
warum
D
wo
Slide 11 - Quizvraag
Vul het juiste vraagwoord in: __________ kommst du? Ich komme aus München.
A
wo
B
wohin
C
woher
D
wie
Slide 12 - Quizvraag
Vul het juiste vraagwoord in: ________ haben die Geschäfte (winkels) geschlossen?
A
wann
B
warum
C
wer
D
wo
Slide 13 - Quizvraag
Hoe schrijf je in het Duits: 23
Slide 14 - Open vraag
Hoe schrijf je in het Duits: 84
Slide 15 - Open vraag
Hoe schrijf je in het Duits: 12
Slide 16 - Open vraag
Hoe schrijf je in het Duits: 11
Slide 17 - Open vraag
Hoe krijg je de stam van een werkwoord?
Slide 18 - Open vraag
Wat is de stam van: kochen?
Slide 19 - Open vraag
Wat is de stam van kommen
Slide 20 - Open vraag
wat is de stam van finden
Slide 21 - Open vraag
Geef de juiste vorm van het werkwoord: Ich __________ in Spanien (wohnen)
A
wohne
B
wohnt
C
wohnst
D
wohnen
Slide 22 - Quizvraag
Geef de juiste vorm van het werkwoord: Du _________ bei Ajax.
A
spiele
B
spielst
C
spielen
D
spielt
Slide 23 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord in: Er _________ sehr schlecht.
A
singe
B
singst
C
singt
D
singen
Slide 24 - Quizvraag
Kloktijden
Voor kloktijden moet je de volgende woorden kennen:
het is = Es ist
uur = Uhr
half = halb
kwartier = Viertel
voor = vor
over = nach
minuten = Minuten
En de getallen t/m 30
Slide 25 - Tekstslide
Kloktijden
Wanneer iemand je vraagt hoe laat het is (= Wie spät ist es?)
dan antwoord je altijd: Es ist ......
Voor de rest is het net als in het Nederlands.
Dus 10.30 = Es ist halb elf
Slide 26 - Tekstslide
Schrijf hoe laat het is: 14.15
Slide 27 - Open vraag
Schrijf hoe laat het is: 10.05
Slide 28 - Open vraag
Schrijf hoe laat het is: 11.50
Slide 29 - Open vraag
Schrijf hoe laat het is: 18.45
Slide 30 - Open vraag
Text 1
Wie viel läuft ein Fußballspieler eigentlich?
Bei der Weltmeisterschaft in Brasilien gab es einen chilenischen Mittelfeldspieler, der im Durchschnitt 13,75 KM pro Spiel gelaufen ist - so viel wie kein anderer.
Allerdings war er nicht der Spieler, der bei dem gesamten Turnier die langste Strecke zurücklegte, denn (want) Chile ist relativ früh ausgeschieden. Am meisten gelaufen ist ein Deutscher: Thomas Müller legte 83,957 KM zurück. Anders ausgedrückt: beinahe 210 Runden um einen Sportplatz.
Slide 31 - Tekstslide
Waar kwam de voetbalspeler die 13,75 km per wedstrijd liep vandaan?
A
Brazilië
B
Chili
C
Duitsland
D
Spanje
Slide 32 - Quizvraag
Hoeveel km zijn 210 rondjes om het voetbalveld?
Slide 33 - Open vraag
Text 2
Wer hat die lautesten Fans der Welt?
Die hat eine Mannschaft aus der Türkei: Besiktas Istanbul. Bei Messungen wurde ein Wert von 141 Dezibel ermittelt. Das ist eher so laut als ein Presslufthammer, eher so wie ein Düsenjäger (straaljager)
Slide 34 - Tekstslide
Welk team heeft de luidste fans?
Slide 35 - Open vraag
Hoe zeg je straaljager in het Duits?
Slide 36 - Open vraag
Text 3
Fallen heute mehr oder weniger Tore als früher?
Eher weniger. In der aktuellen Bundesliga-Saison sind es 2,75 Tore, die pro Spiel erzielt werden. Vor gut 40 Jahren waren es in der Bundesliga noch rund 3,5. Experten sagen, dass die Mannschaften heute ihre Abwehrreihen besser organisieren.
Slide 37 - Tekstslide
Hoeveel doelpunten worden en per wedstrijd gemiddeld gescoord?
Slide 38 - Open vraag
Text 4
Gibt es Torhüter (keepers), die mal ein Tor geschossen haben?
Ja, der berühmteste in Deutschland heißt Hans-Jörg Butt. Er war ein toller Elfmeterschütze und hat in der Bundesliga 26 Tore erziehlt. Allerdings ist es natürlich immer gefährlich, wenn ein Torwart nicht im Tor steht. Butt hat 2004 mal einen Gegentreffer bekommen, weil er nach einem erfolgreichen Elfmeter zu lange gejubelt hat und beim Anstaß noch nicht wieder im Tor stand.