Bas 13.1 Een constant inwendig milieu

Thema 13: Gaswisseling en uitscheiding
Basisstof 1: Een constant inwendig milieu
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 13: Gaswisseling en uitscheiding
Basisstof 1: Een constant inwendig milieu

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Theorie 
quiz vragen
Aantekening
Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt beschrijven hoe bij de mens een vrij constant inwendig milieu wordt gehandhaafd. 

Slide 3 - Tekstslide

Uitwendig milieu
•    De omgeving om je heen. Bacteriën, virussen, schimmels en andere stoffen.
•    De voedselbrij in je darmen = uitwendig milieu!!!
•    De lucht in je longen = uitwendig milieu!!!

Slide 4 - Tekstslide

Inwendig milieu
•    Bestaat uit weefselvloeistof en bloedplasma
•    Wordt constant gehouden/ blijft ongeveer gelijk
 door opname, opslag en uitscheiding van stoffen.

Slide 5 - Tekstslide

Een constant inwendig milieu
Wat is ons inwendige milieu?

Wat is ons uitwendige milieu?

Slide 6 - Tekstslide

Opname van stoffen:
•    Opname van stoffen uit het uitwendige milieu naar/in het inwendige milieu
•    Zuurstof uit de lucht.
•    Voedingsstoffen uit de voedselbrij in de darmen.

Slide 7 - Tekstslide

Opslaan van stoffen
•    De stoffen worden uit het inwendige milieu gehaald en ergens opgeslagen.

Slide 8 - Tekstslide

Opslaan van stoffen voorbeelden:
o    Glucose: wordt door insuline omgezet naar glycogeen  opgeslagen in de spieren en lever. = uit het inwendige milieu maar niet in het lichaam.
o    Vet: wordt opgeslagen in het gele beenmerg van pijpbeenderen en in onderhuids bindweefsel,
o    Sommige vitamine en mineralen worden opgeslagen.
o    Bij een tekort van een stof worden de stoffen weer in het inwendige milieu gestopt.

Slide 9 - Tekstslide

Uitscheiden van stoffen:
•    Stof wordt uit het inwendig milieu (weefselvloeistof & bloedplasma) verwijderd  en verlaat het lichaam.
•    Longen: scheiden water(-damp) en CO2 uit.
•    Nieren: afvalstoffen en water
•    Lever: uitscheiding  van afvalstoffen. O.a. gifstoffen zoals medicijnen, alcohol, drugs. Maar ook dode rode bloedcellen.

Slide 10 - Tekstslide

Instandhouding van inwendig milieu
Om het inwendig milieu constant te houden spelen hormonen een belangrijke rol. Zoals insuline en glucagon.

Hormonen, zintuigen en zenuwcellen werken samen. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welke 2 stoffen worden uitgescheiden door de longen?
A
Water
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
D
Waterdamp

Slide 13 - Quizvraag

Wat staat er voor de pijl in de verbrandingsreactie in het menselijk lichaam?

Slide 14 - Open vraag

Het onderhuids bindweefsel speelt een rol bij de ...
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 15 - Quizvraag

Darmkanaal houdt het inwendige milieu constant door:
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 16 - Quizvraag

Bij het inwendig milieu horen:
A
Lucht in de longen
B
Weefselvloeistof
C
Voedselbrij in de darmen
D
Bloedplasma

Slide 17 - Quizvraag

Bij het uitwendig milieu horen:
A
Lucht in de longen
B
Weefselvloeistof
C
Voedselbrij in de darmen
D
Bloedplasma

Slide 18 - Quizvraag

Welke rol spelen de nieren bij het constant houden van het inwendig milieu?
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 19 - Quizvraag

Aantekening
inwendig milieu: Het bloedplasma en de weefselvloeistof samen.
uitwendig milieu: Omgeving buiten het bloedplasma en de weefselvloeistof. 

Slide 20 - Tekstslide

En nu naar je boeken:
Lees blz. 164 t/m 166
Maak opdracht 1, 2, 3, 5 en 6

Slide 21 - Tekstslide