Bas 12.1 Een constant inwendig milieu

Thema 12: Gaswisseling en uitscheiding
Basisstof 1: Een constant inwendig milieu
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 12: Gaswisseling en uitscheiding
Basisstof 1: Een constant inwendig milieu

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Theorie 
Quiz vragen
Aantekening
Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt het verschil beschrijven tussen het inwendige en uitwendige milieu van een organisme.
Je kunt het belang uitleggen van een constant inwendig milieu.
Je kunt uitleggen hoe het inwendige milieu constant blijft door opname, opslag en uitscheiding.

Slide 3 - Tekstslide

Uitwendig milieu
Alles buiten je lichaam:

•    De omgeving om je heen. Bacteriën, virussen, schimmels en andere stoffen.
•    De voedselbrij in je darmen = uitwendig milieu!!!
•    De lucht in je longen = uitwendig milieu!!!

Slide 4 - Tekstslide

Inwendig milieu
• De binnenkant van je lichaam.
Bestaat uit weefselvloeistof en bloedplasma

let op: de huid en de slijmvliezen in je 
luchtwegen en darmen zijn de grens.
- Longen, darmen en blaas hebben een open
verbinding met uitwendige milieu


Slide 5 - Tekstslide

Een constant inwendig milieu
Allerlei processen
- stoffen nodig
- afvalstoffen gemaakt

- je lichaam wil stoffen in bloed
gelijk houden door:
opname/opslag/uitscheiding van stoffen

Slide 6 - Tekstslide

Opname van stoffen:
•    Opname van stoffen uit het uitwendige milieu naar/in het inwendige milieu
•    Zuurstof uit de lucht.
•    Voedingsstoffen uit de voedselbrij in de darmen.

Slide 7 - Tekstslide

Opslaan van stoffen
•    De stoffen worden uit het inwendige milieu gehaald en ergens opgeslagen.

Slide 8 - Tekstslide

Opslaan van stoffen voorbeelden:
o    Glucose: wordt door insuline omgezet naar glycogeen > opgeslagen in de spieren en lever. 
o    Vet: wordt opgeslagen in het gele beenmerg van pijpbeenderen en in onderhuids bindweefsel,


Slide 9 - Tekstslide

Uitscheiden van stoffen:
•    Stof wordt uit het inwendig milieu (weefselvloeistof & bloedplasma) verwijderd  en verlaat het lichaam.
•    Longen: scheiden water(-damp) en koolstofdioxide uit.
•    Nieren: urine (afvalstoffen en water)
•    Lever: uitscheiding  van gal en van afvalstoffen, zoals gifstoffen (medicijnen, alcohol, drugs).

Slide 10 - Tekstslide

Instandhouding van inwendig milieu
Om het inwendig milieu constant te houden spelen hormonen een belangrijke rol. Zoals insuline en glucagon.

Hormonen, zintuigen en zenuwcellen werken samen. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welke 2 stoffen worden uitgescheiden door de longen?
A
Water
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
D
Waterdamp

Slide 13 - Quizvraag

Wat staat er voor de pijl in de verbrandingsreactie in het menselijk lichaam?

Slide 14 - Open vraag

Het onderhuids bindweefsel speelt een rol bij de ...
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 15 - Quizvraag

Darmkanaal houdt het inwendige milieu constant door:
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 16 - Quizvraag

Bij het inwendig milieu horen:
A
Lucht in de longen
B
Weefselvloeistof
C
Voedselbrij in de darmen
D
Bloedplasma

Slide 17 - Quizvraag

Bij het uitwendig milieu horen:
A
Lucht in de longen
B
Weefselvloeistof
C
Voedselbrij in de darmen
D
Bloedplasma

Slide 18 - Quizvraag

Welke rol spelen de nieren bij het constant houden van het inwendig milieu?
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 19 - Quizvraag

Aantekening
inwendig milieu: Het bloedplasma en de weefselvloeistof samen.
uitwendig milieu: Omgeving buiten het bloedplasma en de weefselvloeistof

Slide 20 - Tekstslide

En nu naar je boeken:
12.1
Lees blz. 190 t/m 196
Maak opdracht 1 t/m 6
Uitdaging: 7

Slide 21 - Tekstslide