H3.1 Chili - Les 3: Chili beeft

CHILI
het land waar de
aarde ophoudt





H3.1: Chili beeft
zlb@st-maartenscollege.nl
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

CHILI
het land waar de
aarde ophoudt





H3.1: Chili beeft
zlb@st-maartenscollege.nl

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

AFRONDING
  •  H3.1: Chili beeft

Slide 2 - Tekstslide

Regels tijdens de les
  1. Er is maximaal één iemand aan het woord.
  2. Steek je vinger op als je iets wilt zeggen.
  3. Telefoons staan uit/stil en zitten in je tas/zak. Achterin het lokaal hangt een klok.
  4. Neem altijd je boeken mee.
  5. Geen kauwgom.

Slide 3 - Tekstslide

H3.1: CHILI BEEFT

Slide 4 - Tekstslide

LESDOELEN VORIGE LES
  1. Je kunt 3 bewegingen benoemen die platen maken.
  2. Je kunt uitleggen wat de begrippen epicentrum, hypocentrum en seismisch gat betekenen.
  3. Je kunt de verschillen tussen continentale- en oceanische platen beschrijven.
  4. Je kunt uitleggen hoe troggen ontstaan bij een subductiezone (B68).
  5. Je kunt in 3 stappen uitleggen hoe vulkanen ontstaan bij een subductiezone.

Slide 5 - Tekstslide

Je kunt 3 bewegingen benoemen die platen maken.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Je kunt uitleggen wat de begrippen epicentrum
hypocentrum en seismisch gat betekenen.

Slide 8 - Tekstslide

PLAATBEWEGINGEN

Slide 9 - Tekstslide



Hoe gaat
het dan
in Chili?

Slide 10 - Tekstslide

CHECK 1 T/M 5

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

LESDOELEN
  1. Je kunt met 2 redenen uitleggen waarom de Andes zo hoog is.
  2. Je kunt de verschillen tussen een oud en jong gebergte benoemen en beschrijven.
  3. Je kunt aan de hand van de hoogte benoemen welke reliëfsoort erbij hoort.
  4. Je kunt 5 hoogtegordels benoemen.
  5. Je kunt een dwarsdoorsnede van een kaart aflezen.





Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Reliëfkaart
Chili

Slide 16 - Tekstslide

ANDES
IN JE SCHRIFT:

Geef 2 redenen waarom de Andes zo hoog is.
(B78 + lesboek: 
‘De Andes’).

Slide 17 - Tekstslide

ANDES
  1. Het is de langste subductiezone.
  2. De Andes is een plooiingsgebergte.                   Bergen die ontstaan ​​wanneer de aardkorst plooit en omhooggeduwd wordt. (convergentie)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Beschrijf en leg uit:
verschil tussen jong- en oud gebergte. (B80)

Slide 20 - Tekstslide

Antwoord
Jonge gebergtes zijn hoog en hebben (1) steile hellingen, (2) spitse toppen en (3) diepe dalen.
Oude gebergtes zijn laag en hebben (1) flauwe hellingen, (2) afgeronde toppen en (3) ondiepe dalen.

Een ander belangrijk verschil is dat oude gebergtes niet meer groeien maar alleen maar kleiner worden.

Slide 21 - Tekstslide

Jong of oud?

Slide 22 - Tekstslide

Jong of oud?

Slide 23 - Tekstslide

Gebruik B77. 
Schrijf 1 t/m 4 op met de daarbij behorende reliëfvorm.

Slide 24 - Tekstslide

ANTWOORD
1 – Laaggebergte
2 – Hooggebergte
3 – Laagvlakte
4 – Laaggebergte

Slide 25 - Tekstslide

Gebruik kaart 220 en de algemene legenda in de Atlas.
Schrijf 1 t/m 4 op met daarbij de juiste naam van het gebied.
TIP! Check goed de lettertypes wanneer je de naam uitkiest.

Slide 26 - Tekstslide

1 – Atacama
2 – (Cordilleras 
        de los) Andes
3 – Gran Chaco
4 – Serra do Mar / 
Serra da Mantiqueira

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Lees de tekst op pagina 40/41 in je lesboek.
  • Maak opdrachten 6, 7 & 8
  • Gebruik B77, B78 & B80

Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je mag samenwerken zolang je FLUISTERT.

Wat niet af is, is huiswerk!

Slide 28 - Tekstslide

Voor de volgende les:

6, 7 & 8 van H3.1

Slide 29 - Tekstslide