AGAA C2A Week 3 & 4 - Analgetica (tijdens de les)

Cursus 2A
Week 3 & 4: Geneesmiddelen bij pijn
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
assistenten in de gezondheidszorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Cursus 2A
Week 3 & 4: Geneesmiddelen bij pijn

Slide 1 - Tekstslide

Vragen vorige week? 
Para- en sympathisch zenuwstelsel
Pijngewaarwording
Model van Loeser
Acute pijn
Chronische pijn
Neuropatische pijn
Autonoom zenuwstelsel
Pijnladder
Bloed-hersenbarrière
Centraal zenuwstelsel
Perifeer zenuwstelsel
sensorisch vs. motorisch
Hersenkwabben

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Indeling geneesmiddelgroepen (algemeen)
Analgetica
  • Niet opioïden - Paracetamol, NSAID's
  • Opioïden
Incl. interacties, contra-indicaties

Slide 3 - Tekstslide

Indeling geneesmiddelgroepen
A Maagdarmkanaal en metabolisme
B Bloed en bloedvormende organen
C Hartvaatstelsel
D Dermatologica
G Urogenitale stelsel en geslachtshormonen
H Systemische hormoonpreparaten, excl. geslachtshormonen
J Antimicrobiele middelen voor systemisch gebruik
L Oncolytica en immunomodulantia
M Skeletspierstelsel
N Zenuwstelsel
P Antiparasitica, insecticiden en insectenwerende middelen
R Ademhalingsstelsel
S Zintuiglijke organen
V Diverse middelen

Vaststelling door WHO
ATC-codering:  anatomie - therapie - chemie
Soms meerdere ATC-codes voor 1 geneesmiddel

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Methotrexaat oncologisch
L ANTINEOPLASTIC AND IMMUNOMODULATING AGENTS
L01 ANTINEOPLASTIC AGENTS
L01A ALKYLATING AGENTS
L01B ANTIMETABOLITES
L01C PLANT ALKALOIDS AND OTHER NATURAL PRODUCTS
L01D CYTOTOXIC ANTIBIOTICS AND RELATED SUBSTANCES
L01E PROTEIN KINASE INHIBITORS
L01X OTHER ANTINEOPLASTIC AGENTS

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Methotrexaat anti-inflammatoir
L ANTINEOPLASTIC AND IMMUNOMODULATING AGENTS
L04 IMMUNOSUPPRESSANTS
L04A IMMUNOSUPPRESSANTS
L04AA Selective immunosuppressants
L04AB Tumor necrosis factor alpha (TNF-alpha) inhibitors
L04AC Interleukin inhibitors
L04AD Calcineurin inhibitors
L04AX Other immunosuppressants

Slide 8 - Tekstslide

Indeling analgetica ATC
N ZENUWSTELSEL
N02 ANALGETICA
N02A OPIOÏDEN
N02B ANDERE ANALGETICA EN ANTIPYRETICA
N02C ANTIMIGRAINE PREPARATEN

Slide 9 - Tekstslide

Indeling analgetica cursus 2A
Niet opioïde pijnstillers: 
  • Paracetamol
  • NSAID's (niet COX selectief en COX-selectief)

Opioïde pijnstillers
  • Niet vallend onder de OW: tramadol
  • Gedeeltelijk vallen onder de OW: codeïne
  • Volledig vallend onder de OW: buprenorfine, fentanyl, morfine, oxycodon

Slide 10 - Tekstslide

In welke volgorde moeten pijnstillers volgens de pijnladder van de WHO toegepast worden?
A
1. Paracetamol 2. NSAID 3. Sterkwerkend opioïd
B
1. NSAID 2. Zwakwerkend opioïd 3. Sterkwerkend opioïd oraal 4. Sterkwerkend opioïd parenteraal
C
1. Paracetamol 2. Zwakwerkend opioïd 3. NSAID 4. Sterkwerkend opioïd oraal 5. Sterkwerkend opioïd rectaal
D
1. Paracetamol 2. NSAID 3. Zwakwerkend opioïd 4. Sterkwerkend opioïd oraal 5. Sterkwerkend opioïd parenteraal

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Paracetamol
  • Middel van 1e keuze
  • Analgetisch (pijnstillend) en antipyretisch (koortsdempend) 
  • Vermindert de pijnprikkel
  • Geen interacties
  • Contra-indicatie: ernstige leverfunctiestoornis
  • Overdosering: ernstige leverschade
  • Exacte werkingsmechanisme niet bekend
  • Max 4 gram/dag (2-4 weken), chronisch 2,5 gram/dag (bij ouderen resp. 2,5 en 1,5 gram/dag)

Slide 16 - Tekstslide

NSAID's - algemeen
  • NSAID: Non Steroidal Anti-Inflammatory Drugs
  • Analgetisch (pijnstillend), antiflogistisch (ontstekingsremmend) en antipyretisch (koortsdempend)
  • Bij vele soorten lichte tot matige pijn
  • Bij menstruatiepijn 1e keuze (= uitzondering)

Slide 17 - Tekstslide

NSAID's - werking
Ook wel: prostaglandinesyntheseremmer

COX2: pijn, ontsteking
COX1: bescherming maagmucosa, hemostase

  • Klassieke NSAID's: remming COX1 en 2
  • Coxibs: remming COX2

Slide 18 - Tekstslide

NSAID's - bijwerkingen
  • Maagdarmklachten: buikpijn, misselijkheid, maagzweer, maagbloeding, beschadiging slokdarm)
  • Hart- en vaatstelsel: toename stollingstijd van bloed
  • Nieren: nierbeschadiging, verminderde nierfunctie
  • Centraal zenuwstelsel: duizeligheid, oorsuizen, sufheid
  • Grotere kans op HVZ bij COX-2 remmers

Slide 19 - Tekstslide

NSAID's - medicatiebewaking
Contra-indicaties
Maagzweer, maag- of hersenbloeding, ernstig hartfalen, ernstige nierfunctiestoornis (<30 ml/min), ernstige leverfunctiestoornis
Interacties
Acetylsalicylzuur i.c.m. ibuprofen
Werking van diuretica neemt af
Werking van middelen tegen hoge bloeddruk neemt af
Effect van o.a. SSRI (groep antidepressiva) op maagbeschadiging neemt toe
Lithiumspiegel kan stijgen bij combinatie met NSAID

Slide 20 - Tekstslide

NSAID's - maagbescherming
Bij 3 of meer punten zeker maagbeschermer, vanaf 2,5 punten adviseren.

Welke mensen moet je te allen tijde een maagbeschermer (PPI = protonpompremmer) meegeven?

Slide 21 - Tekstslide

Opioïden - algemeen
Bij ernstige pijn
Kortwerkende en langwerkende preparaten
  • Kort: bijv. gewone tablet (Oxynorm), drank (Oramorph), neusspray (snel - Instanyl), smelttablet (snel - Abstral)
  • Lang: bijv. tablet MGA (Oxycontin), pleister (fentanyl, buprenorfine)

Slide 22 - Tekstslide

Opioïden - werking
  • Grijpen aan op opioïdreceptoren, vooral in ruggenmerg en hersenen (CZS) (maar ook in perifere weefsel komen de receptoren voor)
  • Agonisten: stimuleren de opioïdreceptor -> analgesie
  • Andere effecten: euforie, sedatie, ademhalingsdepressie, lichamelijke afhankelijkheid, jeuk, urineretentie, verminderde beweging maag-darmkanaal.

Slide 23 - Tekstslide

Opioïden - bijwerkingen
  • Centraal zenuwstelsel: sufheid, verwardheid, hallucinaties -> advies m.b.t. autorijden!
  • Luchtwegen: ademhalingsdepressie
  • Maagdarmkanaal: obstipatie -> ALTIJD laxeermiddel erbij!
  • Overig: soms jeuk en huiduitslag 
  • En... gewenning

Slide 24 - Tekstslide

Opioïden - medicatiebewaking
Contra-indicaties:
Verminderde ademhaling (maar soms wordt morfine juist bij benauwdheid gebruikt)
Ernstige COPD
Interacties: 
Naloxon en naltrexon zijn opioïdantagonisten - tegengestelde werking, soms bewust bij overdosering!

Slide 25 - Tekstslide

Volgende week 
Huiswerk deze week: 
  • Opdrachten onder 3.5 maken.
Voorbereiding volgende week: 
  • Bestudeer uit het boek Anatomie, Fysiologie en Pathologie hoofdstuk 10.7.2;
  • Bestudeer uit het boek Farmaceutische Patiëntenzorg hoofdstuk 29.4;
  • Lees de NHG - standaard: hoofdpijn door (samenvatting);
  • Lees de pagina's op thuisarts.nl en apotheek.nl door over hoofdpijn, spanningshoofdpijn, clusterhoofdpijn en migraine. 
  • Maak de Lesson Up, cursus 2 week 5;
  • Lees de zelfzorgstandaard Hoofdpijn (evt. samenvatting via KNMP Kennisbank)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide