Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Los of aan elkaar / koppelteken
Noem een woord waarbij je een koppelteken gebruikt
1 / 21
volgende
Slide 1:
Open vraag
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Noem een woord waarbij je een koppelteken gebruikt
Slide 1 - Open vraag
Samenstellingen
De meeste samenstellingen schrijf aan elkaar:
bananenschil, sollicitatiebrief, kattenbak
Slide 2 - Tekstslide
... behalve als je het verkeerd gaat uitspreken
Dan plaats je een koppelteken:
lente-ui
auto-ongeluk
mee-eter
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer nog meer een koppelteken?
Gelijkwaardige woorden
Hotel-restaurant
zwart-wit
cultureel-maatschappelijk
Slide 4 - Tekstslide
Aardrijkskundige namen
Noord-Holland
Zuid-Afrika
Apeldoorn-Zuid
Slide 5 - Tekstslide
Na symbolen en cijfers
€-teken
A4-formaat
65-jarig
Slide 6 - Tekstslide
In een samenstelling die begint of eindigt met een afkorting
tv-meubel
kleuren-tv
wc-pot
Slide 7 - Tekstslide
Na een voorbepaling:
oud, ex, interim etc.
oud-collega
ex-vriend
Slide 8 - Tekstslide
Los of aan elkaar
teveel of te veel
tegoed of te goed
ten minste of tenminste
ten slotte of tenslotte
etc.
Slide 9 - Tekstslide
teveel, tegoed, tekort
als je er een lidwoord voor kunt zetten schrijf je het aan elkaar.
De broek is voor mij te kort
Ik heb een tekort aan geld
Ik vind mijzelf te goed voor deze les
Ik heb nog erg veel tegoed op mijn telefoon
Slide 10 - Tekstslide
tenminste, tenslotte
tenminste = in ieder geval
ten minste = minstens
tenslotte = uiteindelijk
ten slotte = tot slot
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeelden
Je moet voor deze opleiding ten minste een vmbo-diploma hebben.
Hij doet tenminste nog íets aan school.
Ik ga eerst eten, daarna douchen en ten slotte naar bed.
Je leeft tenslotte maar één keer.
Slide 12 - Tekstslide
Wat is juist?
A
interim manager
B
interim-manager
C
interimmanager
Slide 13 - Quizvraag
Wat is juist?
A
zeeëgel
B
zee egel
C
zee-egel
Slide 14 - Quizvraag
Wat is juist?
Om over te gaan, moet je .... een 6 halen.
A
tenminste
B
ten minste
Slide 15 - Quizvraag
De voorzitter bedankte .... al de gasten.
A
ten slotte
B
tenslotte
Slide 16 - Quizvraag
Jij bent echt ..... voor deze wereld.
A
te goed
B
tegoed
Slide 17 - Quizvraag
Wat is juist?
A
brievenbus pakket
B
brievenbus-pakket
C
brievenbuspakket
Slide 18 - Quizvraag
Er is echt een .... aan vrijwilligers.
A
te kort
B
tekort
Slide 19 - Quizvraag
Wat is juist?
A
lange termijn planning
B
langetermijn planning
C
lange termijnplanning
D
langetermijnplanning
Slide 20 - Quizvraag
Wat is juist?
A
pc-netwerk
B
pc netwerk
C
pcnetwerk
Slide 21 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Koppelteken les 20240111
Januari 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Koppelteken les 20240111
Oktober 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Hoofdstuk 2 - les 8
Oktober 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Jaar 2 les 4
Januari 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
V2 Taalverzorging 13: samenstellingen (koppelteken)
Augustus 2024
- Les met
36 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling - trema en koppelteken
December 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H BME Spelling les 3
Oktober 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Spelling 3F (Taalblokken 3)
Februari 2024
- Les met
44 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2,3