Activiteiten evalueren P3 M&A Hoofdstuk 7

Activiteiten evalueren
Aan het einde van deze les:
1. kan je een evaluatieverslag maken.
2. weet je op de juiste wijze kritiek te geven.
3. weet je goed kritiek te ontvangen.
4. kan je verbeterpunten aangeven.
30 min. Uitleg 
70 min. Werken aan deelopdrachten en Theorie 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Activiteiten evalueren
Aan het einde van deze les:
1. kan je een evaluatieverslag maken.
2. weet je op de juiste wijze kritiek te geven.
3. weet je goed kritiek te ontvangen.
4. kan je verbeterpunten aangeven.
30 min. Uitleg 
70 min. Werken aan deelopdrachten en Theorie 

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie nog van de vorige les
Activiteiten uitvoeren en afronden

Slide 2 - Woordweb

Wat betekent evalueren
A
Achteraf bespreken om ervan te leren.
B
Vooraf bespreken om ervan te leren.

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Video

Waarom gaat het fout bij de vogels?

Slide 5 - Woordweb

Hoe zou jij het oplossen!

Slide 6 - Woordweb

Evaluatie
Lees blz. 269 voorbeeld 7.3 beantwoord blz. 270  opdr. 7.01


1. Doel bereikt?
2. Doelgroep tevreden?
3. Voorbereiding voldoende?
4. Iedereen de juiste info?
5. Hoe was de samenwerking?


Slide 7 - Tekstslide

Is het doel bereikt?
Ja/nee

Slide 8 - Open vraag

Was de doelgroep tevreden?
Ja/nee

Slide 9 - Open vraag

Is de voorbereiding voldoende geweest?
Ja/nee

Slide 10 - Open vraag

Had iedereen de juiste informatie?
Ja/nee

Slide 11 - Open vraag

Hoe was de samenwerking?
Goed/niet goed

Slide 12 - Open vraag

Belangrijk bij kritiek geven

1. Gebruik geen altijd of  iedereen vindt. 
2. Houd kritiek kort. 
3. Blijf bij de kern (geen andere dingen erbij          halen). 
4. Blijf rustig  en netjes. 
5. Neem iemand apart. (niet in een groep) 
6. Geef oplossing of suggestie. 
8. Kritiek aan persoon voor wie het bedoelt          is. Haal er geen anderen bij.
Tips bij kritiek ontvangen

1. Ga niet in verdediging.
2. Val de ander niet aan.
3. Kritiek is vaak op je gedrag, Niet op wie je bent!
4. Vraag om uitleg. Wat bedoel je enz.
5. Als je kritiek niet terecht vindt vertel dit rustig en waarom.
6. Wordt je boos? Tel tot 10.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Hoe komt het dat de kapster waar kritiek op is in de eerste situatie boos reageert en in de 2e situatie positief!

Slide 15 - Open vraag

Maak opdr. 7.02 blz. 272
Jij komt altijd veel te laat.
Jij vergeet ook altijd onze afspraak.
Iedereen vindt dat jij loopt te roddelen.

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer evalueer je een activiteit!
1. Tijdens de activiteit:
                        * Wat gaat goed en wat gaat minder goed.
                        * Bijsturen tijdens activiteit waar je kan.
2. Na afloop activiteit:
                        * Voorbereiding (is alles goed uitgedacht en                                              geregeld)
                        * Uitvoering (hoe is het gegaan)

Slide 17 - Tekstslide

Welke vragen stel je als je de voorbereiding evalueert? blz. 275
A
Heb je de beginsituatie goed ingeschat? Hoe was de uitleg?
B
Heb je het doel gehaald? Hoe was de uitleg?
C
Waren er genoeg deelnemers? Heb je genoeg begeleiding ingepland?
D
Heb je de begeleiders goed ingelicht over de activiteit? Hoe ging de samenwerking?

Slide 18 - Quizvraag

Bedenk een spelvorm waarmee je met de deelnemers een activiteit kunt evalueren. blz. 276 7.04

Slide 19 - Open vraag

Wat is een open vraag?
A
Een vraag waar je alleen ja of nee op kunt antwoorden.
B
Vraag begint met wie, wat, waar, wanneer, waarom of hoe en kan je niet met ja of nee beantwoorden.

Slide 20 - Quizvraag

Hoe vind jij deze les?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag

Slide 21 - Quizvraag

Maak: blz. 276  7.05 + blz. 280  7.5
In deze les heb je gemaakt:
Opdracht. 7.01,  7.02b,  7.05,  7.5

Slide 22 - Tekstslide

Welk soort woorden gebruik je zo min mogelijk als je kritiek geeft?

Slide 23 - Open vraag

Als je de kritiek niet begrijpt vraag je om ........

Slide 24 - Open vraag

Kritiek geef je als je alleen / in een groep met iemand bent.

Slide 25 - Open vraag

Wat bespreek je bij een evaluatie

Slide 26 - Woordweb

Slide 27 - Video