In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
4.2 De zuurgraad van stoffen
Slide 1 - Tekstslide
Zuur, neutraal of basisch?
Vloeistoffen kunnen zuur, neutraal of basisch zijn.
Je geeft dit aan met de zuurgraad van de vloeistof:
de pH-waarde.
Water noemen we NEUTRAAL en heeft een pH-waarde van 7
Slide 2 - Tekstslide
Basisch heeft een pH-waarde groter dan 7
Eigenschappen:
Zeepachtige smaak
verweken hoornlaag
Basische stoffen zijn vaak ontvettende stoffen. Dat wil zeggen dat ze stoffen waarmee ze in aanraking komen, vetvrij kunnen maken.
Voorbeelden van basische stoffen: ammonia, soda-oplossing, zeep (9), rennie maar ook fruit en groente!
Slide 3 - Tekstslide
Zuur, neutraal of basisch (4)?
Hieronder zie je een overzicht van stoffen en hun pH-waarde.
Slide 4 - Tekstslide
Indicator
Of een stof zuur, neutraal of basisch is, kun je onderzoeken met een indicator. Een indicator is een stof die verkleurt als je er een zuur of base aan toevoegt.
Een natuurlijke indicator is rodekool sap. Dit verkleurt als je er een zuur of base aan toevoegd.
Slide 5 - Tekstslide
Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃
Slide 6 - Poll
Zuren en Basen Zouten - Basis Theorie
1. Wat is een zout?
Zouten zijn stoffen die ontstaan wanneer een zuur en een base met elkaar reageren.
Zure zouten ontstaan uit de reactie tussen een sterk zuur en een zwakke base.
Deze zouten gedragen zich als een zuur wanneer ze in water oplossen (wat betekent dat de pH lager is dan 7).
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld: Ammoniumchloride (NH₄Cl). Wanneer ammoniumchloride oplost in water, daalt de pH (pH < 7), omdat ammoniumionen (NH₄⁺) waterstofionen (H⁺) afgeven.
Slide 9 - Tekstslide
3. Basische Zouten
Basische zouten ontstaan uit de reactie tussen een zwak zuur en een sterke base.
Deze zouten gedragen zich als een base wanneer ze in water oplossen (wat betekent dat de pH hoger is dan 7).
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld: Wanneer natriumcarbonaat oplost in water, geven de carbonaationen (CO₃²⁻) hydroxide-ionen (OH⁻) af, wat de pH verhoogt.
Slide 11 - Tekstslide
Het experiment met bakpoeder en azijn
Slide 12 - Tekstslide
Doel van het experiment
Dit experiment toont de reactie tussen een zuur (azijn) en een base (bakpoeder). Het helpt om te begrijpen hoe chemische reacties werken en hoe gas wordt geproduceerd.
Slide 13 - Tekstslide
Benodigdheden:
Bakpoeder
Azijn
Een ballon
Een fles
Een lepel
Een maatbeker
Slide 14 - Tekstslide
Stappen van het experiment:
1.Doe wat bakpoeder in de fles.
2.Voeg azijn toe aan de bakpoeder in de fles.
3.Zet de ballon op de opening van de fles.
4.Kijk hoe de ballon zich opblaast!
Slide 15 - Tekstslide
Oplossingen van zure en basische zouten
Doel:
We onderzoeken of een zout zuur, basisch of neutraal is door een oplossing te maken en deze te testen met een pH-indicator.
Oplossingen van zure en basische zouten
Doel:
We onderzoeken of een zout zuur, basisch of neutraal is door een oplossing te maken en deze te testen met een pH-indicator.
Slide 16 - Tekstslide
Materialen:
Zure zouten: Ammoniumchloride(NH₄Cl) of kaliumbisulfaat (KHSO₄)
Basische zouten: Natriumcarbonaat (Na₂CO₃) of natriumbicarbonaat (NaHCO₃)
Neutraal zout: Natriumchloride (NaCl) (keukenzout kan ook)
pH-indicator: Lakmoespapier of een andere beschikbare indicator
Gedestilleerd water
Slide 17 - Tekstslide
Werkwijze:
1️⃣ Neem drie bekers en vul ze met gedestilleerd water.
2️⃣ Voeg in elke beker een kleine hoeveelheid van een ander zout toe en roer tot het volledig is opgelost.
3️⃣ Gebruik lakmoespapier of een pH-indicator om de oplossing te testen.
4️⃣ Noteer de kleurverandering en bepaal of het zout zuur, basisch of neutraal is.
Slide 18 - Tekstslide
Waarnemingen en conclusie:
Zure zouten zullen de indicator rood/oranje kleuren (pH < 7).
Basische zouten zullen de indicator blauw/groen kleuren
Lesduur is: 30 min
