Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Ovidius Daedalus en Icarus deel 2
Ovidius Metamorphoses
Daedalus en Icarus, verzen 185 t/m 187
1 / 11
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
11 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Ovidius Metamorphoses
Daedalus en Icarus, verzen 185 t/m 187
Slide 1 - Tekstslide
Ovidius Metamorphoses
Daedalus en Icarus, verzen 185 t/m 187
'Terras licet' inquit 'et undas
obstruat, at caelum certe patet: ibimus illac!
Omnia possideat, non possidet aëra Minos.'
Slide 2 - Tekstslide
Ovidius Metamorphoses
Daedalus en Icarus, verzen 185 t/m 187
'Terras licet' inquit 'et undas
obstruat
, at caelum certe patet: ibimus illac!
Omnia possideat, non possidet aëra Minos.'
Slide 3 - Tekstslide
Deze persoonsvorm is:
A
Een indicativus
B
Een futurum
C
Een coniunctivus
D
Een imperativus
Slide 4 - Quizvraag
Ovidius Metamorphoses
Daedalus en Icarus, verzen 185 t/m 187
'Terras licet' inquit 'et undas
obstruat, at caelum certe
patet
: ibimus illac!
Omnia possideat, non possidet aëra Minos.'
Slide 5 - Tekstslide
Deze persoonsvorm is:
A
Een indicativus
B
Een futurum
C
Een coniunctivus
D
Een imperativus
Slide 6 - Quizvraag
Ovidius Metamorphoses
Daedalus en Icarus, verzen 185 t/m 187
'Terras licet' inquit 'et undas
obstruat, at caelum certe patet: ibimus illac!
Omnia
possideat
, non possidet aëra Minos.'
Slide 7 - Tekstslide
Deze persoonsvorm is:
A
Een indicativus
B
Een futurum
C
Een coniunctivus
D
Een imperativus
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de beste omschrijving voor deze coniunctivus?
A
Het is een irrealis
B
Het is een aansporing
C
Het geeft een mogelijkheid aan
D
Het geeft een wens aan
Slide 9 - Quizvraag
Ovidius Metamorphoses
Daedalus en Icarus, verzen 185 t/m 187
'Terras licet' inquit 'et undas
obstruat, at caelum certe patet: ibimus illac!
Omnia possideat, non possidet aëra Minos.'
Slide 10 - Tekstslide
Welke 4 woorden in deze regels vormen samen een chiasme?
A
(A) terras (B) licet (B) inquit (A) undas
B
(A) obstruat (B) certe (B) caelum (A) patet
C
(A) omnia (B) possideat (B) non (A) possidet
D
(A) omnia (B) possideat (B) possidet (A) aera
Slide 11 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
27 - conjunctivus 2
Mei 2023
- Les met
22 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Daedalus en Icarus
April 2024
- Les met
13 slides
Daedalus en Icarus
April 2024
- Les met
11 slides
Les 2 Metamorphoses
Mei 2024
- Les met
34 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
LEGO Les 5 Ovidius voorbeeldvragen
April 2024
- Les met
10 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Ontcijferen van Latijnse teksten: Ovidius' Metamorphoses
Februari 2024
- Les met
13 slides
Les 2 Metamorphoses
November 2023
- Les met
38 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
7.2 - Coniunctivus praesens in de hoofdzin
Januari 2024
- Les met
19 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4