Les 49 KGT Tekstverband herkennen

Vandaag

Hoofdstuk Les 49

Blz. 102/103

Je leert hoe je signaalwoorden gebruikt om verbanden in en tekst te herkennen



1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag

Hoofdstuk Les 49

Blz. 102/103

Je leert hoe je signaalwoorden gebruikt om verbanden in en tekst te herkennen



Slide 1 - Tekstslide

Log in + blz. 102
We gaan het twee lessen hebben (hst 49 en 50) over tekstverbanden: je leert hoe je signaalwoorden gebruikt om verbanden in een tekst te herkennen 




Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
R: Ik weet wat signaalwoorden zijn voor de tekstverbanden tijd, opsomming en tegenstelling 
T1: Ik kan de signaalwoorden voor tijd, opsomming en tegenstelling herkennen in een tekst 
T2: Ik aan passend signaalwoord voor tijd, opsomming en tegenstelling invullen in een zin 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Kijk naar vraag 5 van je boek: welke woorden passen bij het tekstverband opsomming?

Slide 8 - Open vraag

Kijk naar vraag 5 van je boek: welke woorden passen bij het tekstverband tegenstelling?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het signaalwoord + welk tekstverband :
Voordat ik ga schrijven zoek ik informatie op internet.

Slide 13 - Open vraag

Wat is het signaalwoord + welk tekstverband :
Daarna leef ik mij in de hoofdpersoon in.

Slide 14 - Open vraag

Welk woord past hier (tekstverband tijd):

Ik liep naar beneden, ......... viel ik van de trap
A
hoewel
B
vervolgens
C
voordat
D
nadat

Slide 15 - Quizvraag

Welk woord past hier (tekstverband opsomming):

Ik houd van peer, sinaasappel .... banaan
A
en
B
maar
C
ook
D
bovendien

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord past hier (tekstverband tegenstelling):
.... ik goed had geleerd, heb ik de toets niet gehaald.
A
Ten eerste
B
Maar
C
Toch
D
Hoewel

Slide 17 - Quizvraag

Welk woord past hier (tekstverband tegenstelling):
.... ik goed had geleerd, heb ik de toets niet gehaald.
A
Ten eerste
B
Maar
C
Toch
D
Hoewel

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord past hier (tekstverband tegenstelling):
Enerzijds houd ik van chocola, .....eet ik het liever niet..
A
Ten eerste
B
Maar
C
Toch
D
Anderzijds

Slide 19 - Quizvraag

Nu zelf maken 

Vraag  8, 9

Als je klaar bent vraag 11 

Slide 20 - Tekstslide

Geleerd?
R: Ik weet wat signaalwoorden zijn voor de tekstverbanden tijd, opsomming en tegenstelling
T1: Ik kan de signaalwoorden voor tijd, opsomming en tegenstelling herkennen in een tekst
T2: Ik aan passend signaalwoord voor tijd, opsomming en tegenstelling invullen in een zin 

Slide 21 - Tekstslide

Goed bezig!

Slide 22 - Tekstslide

??

Slide 23 - Woordweb