beeldspraak

klas 3 muziek - 7 januari

  • samen lezen: krantenartikel
  • opdrachten beeldspraak
  • toets H3 en H4 stijlfiguren en  beeldspraak: maandag 20 januari
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

klas 3 muziek - 7 januari

  • samen lezen: krantenartikel
  • opdrachten beeldspraak
  • toets H3 en H4 stijlfiguren en  beeldspraak: maandag 20 januari

Slide 1 - Tekstslide

Kruistocht in een spijkerbroek
"De tijd was een rivier die je niet kon stoppen."

"Zijn lichaam was een gevangenis waar hij zelf de gevangenisbewaker was."
"De stad was een levend organisme, dat ademde, zich uitstrekte en weer inkrimpte."

"Het zwaard was zijn tweede huid."
"De toekomst lag als een gesloten deur voor hem."
"De tijd was een ketting, en elk moment was een schakel."

"Zijn gedachten waren een wervelwind."


Slide 2 - Tekstslide

Zonder titel
"Mijn gedachten zijn een doolhof."

"De woorden rolden uit mijn mond als stenen uit een rivier.

Slide 3 - Tekstslide

Aan de slag
  • blz. 48-49 opdracht 1 t/m 7 (6, alleen als je dat uit je hoofd weet), opdracht 9 als extraatje

  • oefenbladen stijlfiguren en beeldspraak

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

De kamer van jou is het object.
De zwijnenstal is het beeld waarmee de kamer wordt vergeleken.

Slide 7 - Tekstslide

Het object (hoe jouw sprong in het zwembad eruitziet)wordt hier niet genoemd.  Het beeld is een bommetje.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Papier is geduldig
timer
0:15
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 10 - Quizvraag

Pieter is als een sluwe vos te werk gegaan.
timer
0:15
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor

Slide 11 - Quizvraag

Zo'n etterbak moet streng gestraft worden.
timer
0:15
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking

Slide 12 - Quizvraag

Annie kwam aanrijden in haar koekblik is een ....?
timer
0:15
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor

Slide 13 - Quizvraag

Voorbeeld 
- zo wit als sneeuw
- vergelijking
- De kleur wit wordt vergeleken met de kleur van de sneeuw,
bijv. je ziet zo wit als sneeuw.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

zo lek als een zeef
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 18 - Quizvraag

een deken van sneeuw
bedekt alle straten
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 19 - Quizvraag

zo slap als een vaatdoek
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 20 - Quizvraag

Het is spekglad
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 21 - Quizvraag

Dat is kat in het bakkie.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 22 - Quizvraag

Er met de pet
naar gooien.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 23 - Quizvraag

Het onder de knie hebben.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 24 - Quizvraag

Het onder de knie hebben.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 25 - Quizvraag

Zo rood als een tomaat
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 26 - Quizvraag

Je hoort de bomen
fluisteren
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 27 - Quizvraag

Het hart op de
tong dragen
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 28 - Quizvraag

zo blauw als de lucht
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 29 - Quizvraag

zo rood als wijn
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 30 - Quizvraag

Een zwijnenstal
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 31 - Quizvraag

Een deken van sneeuw
bedekt de straat
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 32 - Quizvraag