H5.3 oefenopdrachten

H5.3 oefenopdrachten
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H5.3 oefenopdrachten

Slide 1 - Tekstslide

In India zijn de lonen hoger dan in Nederland.
A
True
B
False
C

Slide 2 - Quizvraag

Sommige Indiërs gaan opzoek naar betere banen, zij migreren. Dit noemen we ook wel...
A
Arbeidsmigranten
B
Vluchtelingen
C
Gezinshereniging
D
Politieke migranten

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn SEZ's? (speciaal economische zone's)
A
Gebied waar de Euro wordt gebruikt
B
Gebied waar buitenlandse bedrijven zich vrij mogen vestigen en minder belasting hoeven te betalen.
C
Gebied waar grote multinationals zoals Apple en Microsoft hun kantoor hebben.
D
Gebieden met veel fabrieken

Slide 4 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met globalisering?

Slide 5 - Open vraag

Waarom werkt de wereld van nu meer met elkaar samen dan vroeger?

Slide 6 - Open vraag

BRIC landen: Wat hebben deze landen met elkaar in gemeen?

Slide 7 - Open vraag

Waarom gaan veel buitenlandse bedrijven naar India?
(in 2021: 4162 MNO's)

Slide 8 - Open vraag

Welk begrip wordt omschreven:
Landen die na 2000 een snelle economische groei doormaken.
A
WTO
B
Industrieel kolonialisme
C
Triade
D
BRICS-landen

Slide 9 - Quizvraag

Waar staat 'Brics' voor?
A
Brazilië, Rusland, India. China, Zuid-Afrika
B
Burundi, Rusland, India. China, Zuid-Afrika
C
Beneden rommelt in cosmos suikeroom
D
Brazilië, Roemenië, India, China, Zuid-Afrika

Slide 10 - Quizvraag

BRICS horen bij
A
Centrum
B
Semi-Periferie
C
Periferie

Slide 11 - Quizvraag

Er zijn grote verschillen tussen de BRICS-landen m.b.t. levensomstandigheden. Welke indicator gebruik je om die verschillen te meten?
A
HDI / VN-index
B
Levensverwachting
C
Geboortecijfer
D
zuigelingensterfte

Slide 12 - Quizvraag

In welk soort landen wordt veel van onze kleding gemaakt?
A
Buurlanden
B
Bric-landen
C
Lagelonenlanden

Slide 13 - Quizvraag

Vul aan: Industrie die ....................., vertrekt naar lagelonenlanden.
A
.. arbeidsintensief is
B
.. goedkoop is
C
.. kennisintensief is
D
.. veel grondstoffen nodig heeft

Slide 14 - Quizvraag

Maak de juiste combinaties
China en India horen erbij
Daar gaat veel eenvoudige maakindustrie naartoe.
Van grondstof tot eindproduct
Verplaatsing van het economisch zwaartepunt
Global Shift
BRICS
Lagelonenlanden
Productieketen

Slide 15 - Sleepvraag

Wat voor MNO's gaan vooral naar lagelonenlanden?
A
Arbeidsextensieve bedrijven
B
Arbeidsintensieve bedrijven
C
Kapitaalintensieve bedrijven
D
Kapitaalextensieve bedrijven

Slide 16 - Quizvraag

Maak het zin af:
Na 1980 verschoof een groot deel van de wereldhandel naar .....
A
de centrumlanden
B
de periferie landen
C
de semiperiferie landen
D
de BRICS-landen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een oorzaak van Global Shift?
A
Opdeling productieketen
B
Goedkoper transport
C
Lage lonen
D
Verdwijnende handelsgrenzen

Slide 18 - Quizvraag

RIJKE LANDEN
OPKOMENDE LANDEN
assemblage
Newly
Industrialized
Countries
Research & developement
Marketing en verkoop
arbeidsintensief
kennisintensief
Exportgerichte productie
hooggeschoold
lage lonen
snelgroeiende afzetmarkt
centrumland
Innovatieland

Slide 19 - Sleepvraag

Werkboekopdrachten

Maak H5.3 blz. 84 opdracht 1 t/m 5 + 7, 9 en 11

Slide 20 - Tekstslide

Quizlet
Begrippen H5 oefenen

https://quizlet.com/_aw9307?x=1jqt&i=1fo1jg

Slide 21 - Tekstslide