Les week 3.3: Leesvaardigheid Tekst Graffiti

Nieuwsbegrip 
Tekstles week 3.3
Bij de tekst 'NS gaat de strijd aan met graffitispuiters. Niveau C.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nieuwsbegrip 
Tekstles week 3.3
Bij de tekst 'NS gaat de strijd aan met graffitispuiters. Niveau C.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Tekst: NS gaat de strijd aan met graffitispuiters

Voor deze les heb je de tekst nodig van Nieuwsbegrip met bovenstaande titel. Zorg dat je markeerstift hebt en een pen om belangrijke informatie uit de tekst te kunnen halen. 

Slide 3 - Tekstslide

'NS gaat de strijd aan met graffitispuiters'

Graffiti vind je eigenlijk overal. Let er maar eens op: als je goed om je heen kijkt kom je het tegen op bruggen, viaducten, bushaltes, treinen enz. De Nederlandse Spoorwegen (NS) nemen nieuwe maatregelen om hun treinen beter te beschermen tegen graffitispuiters. Welke maatregelen dat zijn en waarom sommige mensen graffiti geen vandalisme maar kunst vinden, lees je in de tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht: actief lezen
Je krijgt zo een video te zien over het tekstgeraamte. Je gaat zelf met een markeerstift ook van jouw tekst, het tekstgeraamte bepalen. Daarna weet je globaal waar de tekst over gaat. Maak ook aantekeningen in de kantlijn van de tekst. Let tijdens het lezen goed op de belangrijkste informatie in de tekst, sta stil bij woorden die je nog niet kent en probeer de betekenis ervan te achterhalen, en stel vragen. Let ook op de verbanden in de tekst. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Vragen beantwoorden over de tekst
Je gaat een aantal open vragen beantwoorden over de tekst. Wees in je antwoord zo volledig mogelijk. Dat wil zeggen dat je de vraag herhaalt in je antwoord, maar ook begint met een hoofdletter en eindigt met een punt. Let op dat je geen taalfoutjes maakt. Als je antwoord hebt gegeven, kun je je antwoord controleren. 

Slide 7 - Tekstslide

Welk nieuwsfeit was de aanleiding voor het schrijven van deze tekst?

Slide 8 - Open vraag

Waarom is het graffiti spuiten voor de NS een probleem?

Slide 9 - Open vraag

Waarom komt de NS met nieuwe maatregelen?

Slide 10 - Open vraag

Welke nieuwe maatregelen heeft de NS genomen om hun treinen beter te beveiligen tegen graffitispuiters? Noem er drie.

Slide 11 - Open vraag

Wanneer is graffiti echt kunst en wanneer niet?

Slide 12 - Open vraag

Welke bekende (internationale) graffiti-artiesten worden in dit tekstdeel genoemd en wat hebben ze met elkaar gemeen?

Slide 13 - Open vraag

Extra: Debat over dit onderwerp
Debatteren is discussiëren met regels. Een discussie kun je bijvoorbeeld voeren als je het met iemand ergens over oneens bent. Je probeert de ander dan te overtuigen van je gelijk door argumenten aan te voeren.



Slide 14 - Tekstslide

• Een debat wordt georganiseerd over een specifiek onderwerp en er doen sprekers aan mee van wie je van tevoren weet dat ze het met elkaar oneens zijn over dat onderwerp. Zij worden verdeeld in voor- en tegenstanders.
• Ook worden vooraf enkele spelregels afgesproken, bijvoorbeeld dat het debat maximaal een bepaalde tijd duurt.
• Daarnaast probeer je bij een debat niet elkaar te overtuigen, maar vooral een derde partij (de jury). Deze mensen nemen aan het einde van het debat een beslissing over wie het het beste gedaan heeft. Begroet de jury dus ook!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Jullie gaan in deze opdracht een debat voeren over de aanpak van graffiti op treinen. De stelling is:

De NS kan beter speciale graffititreinen invoeren dan graffitispuiters straffen voor hun daden.

Slide 17 - Tekstslide

Argumenten bedenken

In een debat is het belangrijk dat je je argumenten goed kunt uitleggen. Dat doe je door het nemen van drie stappen. Eerst zeg je wat het argument (A) is, dan leg je het argument uit (U) en tot slot geef een voorbeeld: bijvoorbeeld (B). Je kunt dat onthouden met het ezelsbruggetje AUB. 




Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld van een uitgewerkt argument

Stelling Het dragen van een schooluniform moet verplicht worden.
(a) argument: Ons eerste argument is dat er daardoor minder gepest wordt.
(u) uitleg: Vaak wordt iemand gepest, omdat hij er anders uit ziet. Met een schooluniform ziet iedereen er hetzelfde uit en valt die reden weg. Dat is goed, want pesten heeft grote en nare gevolgen.
(b) bijvoorbeeld: Het is bekend dat gepeste kinderen minder gelukkig zijn en soms zelfs depressief. Kijk maar naar het nieuws; sommige gepeste kinderen willen zelfs niet meer leven.


Slide 19 - Tekstslide

Bedenk nu een argument vóór de stelling:
De NS kan beter speciale graffititreinen invoeren dan graffitispuiters straffen voor hun daden.
Leg je argument ook uit en geef een voorbeeld.

Slide 20 - Open vraag

Bedenk nu een argument tegen de stelling:
De NS kan beter speciale graffititreinen invoeren dan graffitispuiters straffen voor hun daden.
Leg je argument ook uit en geef een voorbeeld.

Slide 21 - Open vraag

Dit vond ik moeilijk aan deze les

Slide 22 - Woordweb

Hoe vond je deze les leesvaardigheid?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll