De levering: De levering van mijn nieuwe bank komt morgen.
Lichtbruin: Haar tas is lichtbruin en matcht met haar jas.
Logisch: Het is logisch dat je moe bent na zo'n lange dag.
De medewerkster: De medewerkster in de winkel was erg vriendelijk.
Nogal: Het is nogal koud buiten, ik draag een dikke jas.(in relatief grote mate)
Ongerust: Ik ben ongerust omdat mijn hond nog steeds niet thuis is.
het Ordernummer: Wat is het ordernummer van je online bestelling?
de Rotdag: Vandaag was een echte rotdag, mijn auto startte niet en ik was te laat op werk.
Storten: Ik ga geld storten op mijn bankrekening.(geld overmaken)
Terugbetalen: De winkel zal het geld terugbetalen als je de bon hebt.
Terugvragen: Ik ga mijn geld terugvragen omdat het product kapot is.
Vanochtend: Vanochtend ben ik vroeg opgestaan om te gaan hardlopen.
Volledig: De zaal was volledig vol met mensen.(helemaal)
Woedend: Ze is woedend omdat iemand haar fiets heeft gestolen.
Zo'n: Zo'n mooie dag hebben we lang niet gehad